(Uit de cycus: 'Grand Soir')
1.
Je leugens. Zou je die te danken hebben aan de hiaten in de waarheid?
2.
Liegen dat doe je zoals je je das voor de spiegel schikt. Of nieuwe schoenen past. Of geeuwt als je gespreksgenoot je verveelt.
Liegen. Om er je zelfbeeld mee op te kalefateren, om er je ambities mee op scherp te zetten.
Opsmuk die je bij je carrièreplanning hielp.
3.
Je leugens, ze hebben het, naar het schijnt, goed met je voor.Er valt best wel mee te leven.
En, kijk, je leeft ermee en je draagt ze roekeloos uit.
4.
In al je achteloosheid ga je aan leugens voorbij. Van de waarheid onthoud je nauwelijks iets: een overwonnen standpunt.
En van je leugens onthield je evenmin iets – alsof die waarheid waren.
5.
Liegen en wat het uitlokt: de jou omringende en steeds diepere mistroostigheid.
Je
verdoezelt er een komend onheil mee.
6
Het strafste aan je leugens: dat je het lef had om die de taal te laten zeggen.
Dat past bij je persoonlijkheid.
Want je persoonlijkheid is flagrante verlakkerij.
7.
Je leugens, je doet er geen vlieg mee kwaad. Iedereen is er eigenlijk tevreden over.
Tenzij de waarheid over wat je hebt gelogen.
Maar
doet die wel ter zake?
© Alain Delmotte
Dit leerdicht maakt deel uit van de cyclus 'Grand Soir'.
Alain geeft in navolgend Digther-bericht van 3/12/2024 een mooie toelichting bij de cyclus:
Grand Soir - Alain Delmotte - Digtherbericht
Alain Delmotte leest voor uit de cyclus 'Grand Soir' Poëzieavond De Geus - Harelbeke 20/9/2024 |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten