(Uit de cycus: 'Grand Soir')
1.
De kast van de schande: stapel erin op wat je tot schaamte was. De schande van je schaamte.
2.
Hang aan kapstokken je loze beweringen en goede voornemens op. Zou daar wel voldoende plaats voor zijn? Indien niet: verkoop ze tweedehands.
De gedichten die je niet schreef, rol ze op, leg ze bovenop de kast. Stof zal die lezen en dan bedelven, en dan vergeten.
3.
Prop de eerste lade met wat je loog en werd voorgelogen vol.
Stop in de tweede lade de kansen die je nam en de kansen die je ontliep. Ook de kansen die je niet durfde te nemen: het waren de kansen waarvan je wou dat ze je ontsnapten – ze schrikten je af.
Vul de derde lade met niets op. Daar heb je zeker genoeg van. Stop er meteen de hele wereld in.
In een geheim blijvende lade hou je het verlangen naar een grand soir verbannen: Je cherche l’or du temps.
4.
Plooi de kleren van de keizer die je bij gelegenheidstoespraken droeg op en leg ze op een schap.
Berg op de andere schappen zowel alles wat geen steek hield en al de steken die je vallen liet.
Het stoffelijk overschot van je groot gelijk.
Het rad dat je out of the blue voor de ogen werd gedraaid.
Je dovenmansoren. Je bonhomie.
De toekomstmuziek die je liet horen in tijden van volumineuze dronkenschap.
5.
Vergeet, voor je de kast sluit, de lijken niet.
Iemand haalt ze er ooit wel weer eens uit.
Dat die er zich dan verder mee bereddert.
© Alain Delmotte
Dit leerdicht maakt deel uit van de cyclus 'Grand Soir'.
Alain geeft in navolgend Digther-bericht van 3/12/2024 een mooie toelichting bij de cyclus:
Grand Soir - Alain Delmotte - Digtherbericht
Alain Delmotte leest voor uit de cyclus 'Grand Soir' Poëzieavond De Geus - Harelbeke 20/9/2024 |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten