zaterdag 29 februari 2020

Negentien nijpende notities - Hendrik Carette

Ik zeg de dingen die ik zag.
Waarheid alleen is mijn bejag.

Hubert van Herreweghen

Engelen bestaan echt en zijn meestal vrouwelijk. Gisteren (26 februari 2020) op de tram van Schaarbeek naar Elsene zag ik plots een engel. Zij las zonder op te kijken in een boek en toen ik dichterbij kwam zag ik dat het een dichtbundel was. Echt waar. Het was de dichtbundel Roeshoofd hemelt van de al dode dichter Joost Zwagerman. Ik wou die engel vertellen dat Zwagerman niet mijn geliefde dichter was en dacht ook aan de bundel Warhoofds gekkenwerk van Alain Delmotte, maar ik zweeg en stapte uit in de Koningstraat aan de Congreskolom, want een engel die leest in een tram wil niet gestoord worden. Roeshoofd en warhoofd zijn twee zware hoofden. Geef mij maar de kop van Jut of van Nefertiti.

*

Wanneer de Kroatische cellist Stjepan Hauser (°Pula, 1986) op zijn cello speelt geloof ik weer in het leven en in de goedheid van (sommige) mensen of muzikanten.

*

Renaat Ramon ziet zichzelf nu als een ongemijterde abt. De vraag is: van welke abdij. Toch niet van de ongeschoeide karmelieten!

*

De eerste oorzaak van onze wereldproblemen is de overbevolking. Dat heeft de kleine Bruggeling en grote denker Etienne Vermeersch (Brugge,1934 – Gent, 2019) goed gezien. En dat geldt niet alleen voor China en Afrika, maar ook voor onze al te Lage Landen. De tweede oorzaak is de godsdienstwaanzin. En de derde oorzaak is gewoon alom en allerwegen de overal woekerende onwetendheid.

*

Het carnaval in Binche met die ritmisch dansende Gilles heeft een mooie cadans en is authentiek en eerder vreugdevol.

*

De sympathieke actrice en theatermaker van Surinaamse origine Alida Neslo (°Paramaribo, 1954) is al jaren geleden teruggekeerd naar haar geboorteland Suriname. En is daar zeer actief en voelt zich aldaar in haar moederland in een aangename vakantiesfeer. Zij zou een voorbeeld moeten zijn voor veel zwarte en bruine medemensen die zich hier ongelukkig en gediscrimineerd wanen.

*

Hebt u al een quantumcomputer? Neen? Dan wordt het meer dan tijd.

*

Mijn algoritme is de verklanking van de klok in de Symphonie fantastique van Hector Berlioz en de klank van de sirene in de compositie Amériques van Edgard Varèse. In al mijn gedichten zou deze klok en deze sirene telkens toch weer hoorbaar of verklankt moeten zijn.

*

Een prachtig vers van Richard Minne dat we als lezers zomaar, zoveel jaren na zijn dood, zelf opnieuw kunnen beleven: “Ik lees Gogol. Hij is groot.”

*

De omhoog krullende snor van Stijn Streuvels en de hele kin, wangzakken en kaken, of de alles overwoekerende knevel van Friedrich Nietzsche zijn de symbolische attributen van hun geestelijke moed en geestelijke kracht.
*

Ik wil onze blauwe planeet verlaten op de rug van een witte walvis of een bultrug surfend op de hoge golven van de Oude Oceaan.
*

Het beste weekblad in de Nederlanden is momenteel sinds enige jaren De Groene Amsterdammer niet omdat het zo links of linksig zou zijn, maar omdat ik er zoals in het nummer van 9 januari 2020 kan lezen over de filosoof van extreem rechts, over de kleine dominee, over zelfhulp met Nietzsche, over een geloof van zieken en over goed en kwaad. En dit allemaal dankzij deze filosoof die dit allemaal niet in het Engels of in het Frans schreef en bedacht maar in zijn diepgravende en hoog juichende Duits!
*

De Vlaamse schilder en schrijver Pjeroo Roobjee (Gent, 1945) is misschien de hier en nu meest verrassende en unieke kunstenaar van deze tijd. Zijn persoonlijk idioom is het rauwe rabiate Roobjees dat bijna barst van de ironiserende ironie en de meest barokke barok.

*

Dit jaar (2020) stap ik zeker op de nachttrein naar Wenen, de geheime hoofdstad van Midden-Europa, de stad van de grote satiricus en sarcastische schrijver Karl Kraus.

*

llse Starkenburg is dood. Jo Govaerts publiceert in de Poëziekrant van januari 2020 naast haar foto haar herinneringen aan deze Groningse dichteres, maar citeert helaas niet één gedicht van haar. Ik heb dan maar zelf gezocht en gevonden wat ik niet zocht.

*

In de boekhandel Demian in Antwerpen ontmoette ik onze bebaarde blueszanger Roland (Van Campenhout) die ooit nog optrad met de Amerikaanse volkszanger Deroll Adams, de wonderman met de banjo uit Portland in de staat Oregon die overleed in Antwerpen op 6 februari van het jaar 2000.
*

Die rijzige mooie dochter van die dichter Walter Haesaert die ik in het jaar 2015 voor het eerst en het laatst in Tielt zag lijkt mij het mooiste gedicht van haar vader. Of hoe de grenzen van de romantiek soms raken aan de limieten van de realiteit. 

*

Al is de leugen nog zo snel de virus van de waarheid achterhaalt ze wel.

*

Me too is ook: Mij werd verleden jaar een kleine werkbeurs als auteur geweigerd maar die kunstenmaker Jan Fabre krijgt een subsidiebedrag van 927.000 euro… Ze doen maar, een mooi gedicht is toch onbetaalbaar en velen in Vlaanderen zijn blijkbaar al vergeten hoe die gladde Jan Fabre een aantal gedichten van Leonard Nolens zomaar heeft gestolen of geplagieerd. Zoek het maar op of lees en herlees maar eens in de zeer ernstige en diepgravende dagboek(en) waarin hij (Nolens) het en passant even heeft over dit plagiaat.


© Hendrik Carette
Schaarbeek, februari 2020


dinsdag 25 februari 2020

Een commentaar bij 'Zwart lam', een gedicht van Hubert van Herreweghen - Frans Deschoemaeker


 Zwart lam
Op de wandelingen

        in mijn klein leven
zag ik grote dingen
de wolf van Gubbio
het lam dat stond te zingen
op de Chaussée Brunehaut
een zwart lam – en het zong.
´t Was winter nog de korte maand
         het regende ijs
een boogscheut achter Edingen
         waar een geheim begint
         van taal en tijd
van vliezen nat en jong.
Zie me daar dan
gebeeldhouwd in de kou
staan wenen om een lam
dat uit zijn moeder kwam
         te vroege vrolijkheid
in de armen van een man
die het schoonwreef met stro.
Een zwart lam. En het zong
                                    lamsgewijs.

Het gedicht Zwart lam van Hubert van Herreweghen illustreert treffend de uitspraak van Schopenhauer: de opdracht van de schrijver is niet grote voorvallen te vertellen, maar kleine interessant te maken.

De dichter is de schrijver bij uitstek die oog heeft voor het kleine, het ogenschijnlijk banale, dat waar iedereen achteloos aan voorbij gaat. Het lijkt er sterk op dat hij zijn lezer wil treffen met het besef: kijk ik wel goed genoeg naar de werkelijkheid, dring ik er wel diep genoeg in door? Is wat ik groot en belangrijk vind in het leven wel echt zo groot en belangrijk?

Zelf lijkt Hubert van Herreweghen het onderscheid gemaakt te hebben: op de wandelingen in zijn klein leven zag hij grote dingen. Hij is begonnen met zijn eigen leven kleiner te maken, dienstbaarder, ontvankelijker voor de dingen, ook de onaanzienlijke, die hij met plezier uitvergroot, grootheid toedicht. Hij is tot het besef gekomen dat bescheidenheid de verwondering voedt. Verwondering om de geboorte van een lam, een zwart lam bovendien, in een verlate winter, onder natte sneeuw, op de zompige hoek van een weiland; dat bijvoorbeeld.

De dichter verhevigt dit op zichzelf banale feit met enkele vervreemdende, in al hun concreetheid toch raadselachtige elementen (waarom inderdaad moeten wij het gedicht herlezen voor het zich begint te openen?). Vervreemdende elementen die de kleine gebeurtenis breed kaderen en een haast mythische dimensie meegeven.

Die vervreemdende elementen zijn bij nader inzien helemaal niet vreemd. De wolf van Gubbio komt uit de legende van Sint-Franciscus van Assisi. Sint-Franciscus kon met de dieren spreken en bracht de wolf die het stadje Gubbio teisterde tot betere gedachten. Gubbio staat daar natuurlijk omdat het rijmt op Brunehaut, de wolf omwille van de tegenstelling wolf-lam. Merk op dat van Herreweghen op zijn wandelingen een plaasteren beeld of een bidprent van Sint-Franciscus met Broeder Wolf in een veldkapelletje gezien kan hebben.

Of was Gubbio eerst, en staat Brunehaut daar omdat het rijmt op Gubbio? Het straatnaambordje Chaussée Brunehaut kan je her en der in België en Frankrijk nog aantreffen. De naam verwijst naar Brunhilde (of Brunichilde) van Austrasië, die in de zesde eeuw stukken Romeinse heirweg zou hebben laten restaureren en in ere herstellen. Een dergelijke steenweg loopt van Mons naar Enghien (Edingen) en passeert zodoende, het Pajottenland schampend, aan de achterdeur van de dichter Hubert van Herreweghen (ik ontleen een klein, medeplichtig genoegen aan het feit dat ook aan mijn achterdeur een Chaussée Brunehaut de Vlaamse Ardennen schampt: de Romeinse heirweg die zich in het Waalse Blicquy afsplitst naar de kust van de Noordzee loopt via Frasnes-lez-Anvaing, Ronse en Kwaremont naar Kaster, waar het spoor doodloopt in het veld).

Waar een geheim begint van taal en tijd: wie moet hier niet denken aan de taalgrens, en aan donkere, Visigotische tijden? En aan oude wegen die doodlopen in het veld?

Het lam zingt, maar het zingt lamsgewijs, op de wijze van het lam. We kunnen er dus rustig van uitgaan dat het gewoon mekkert, of krijst, zoals een zwart lam op zijn tocht van de warme baarmoeder naar een ijskoude wereld, een wereld van alleen maar witte soortgenoten bovendien, krijst. Maar onder de pen van de dichter wordt dat krijsen een zang, iets groots, iets wat het gemoed beweegt (een vrolijk maar al te vroeg lentelied?, een hymne op het leven?, een existentiële wanhoopskreet?, een geheim van taal en tijd?).

Hoe dan ook, je moet het gedicht een paar keer lezen voor het helemaal aanslaat, maar dan kan je het verder alleen maar wonderlijk en mooi vinden (en deze commentaar moet nu dringend ophouden). Op mijn dwaaltochten door mijn kleine bibliotheek kom ik grote dingen tegen.





Uit: De waterlelies van Montparnasse, een werk in gestadige voortgang.


























zondag 23 februari 2020

De omtrek van water - Philippe Cailliau

Stap na stap schuift hij het water in.
Hij zwijgt, beweegt volgens de wetten
van de fysica.

Een mens, weet hij, wordt zonder heimwee
oud en komt tevoorschijn met geschubde
handen. Hij voelt dat grenzen dichter zijn
dan half zijn huid voorbij.

Waarom heeft water ieder uur een andere
kleur, een nieuwe geur, waarom verschuift
in elk gezicht een nieuwe rimpelkaart?

Hij wordt een oude vis. De wijze
zoekt, de wijze volgt de omtrek
om uiteen te vallen.


© Philippe Cailliau


Uit Omtrek van water, de nieuwe dichtbundel van Philippe Cailliau die op 7/3/2020 e.k. wordt voorgesteld in de Oostendse Bib.

Meer info via deze Digther-link








zaterdag 22 februari 2020

Oordeel en ruis - Philippe Cailliau

Slotvragen zijn dieptelijnen op de atlas
van eilanden, aardplaten en woordbreuken,
raadsels in de geest van delta’s en
van wilde vis.

Taai worden wij nog meer dan wenselijk
oud. Er is geen oordeel. Wellicht wacht
achteraf een strop, een haak, een natte
raadselachtigheid.

Een stroom van hoopvolle vergissingen
zijn we. Slapen als een onderzeese krater.
Vragen beslaan regels en regels blijven

onze vragen. Als steeds naar oude aarde
ruikt berusting. Ruis, niet meer is toegestaan
dan vloeiend ruis tussen de kieuwen.


© Philippe Cailliau


Uit Omtrek van water, de nieuwe dichtbundel van Philippe Cailliau die op 7/3/2020 e.k. wordt voorgesteld in de Oostendse Bib.

Meer info via deze Digther-link








vrijdag 21 februari 2020

Het is alsof het water groeit - Philippe Cailliau

Hij wil in huizen gluren, binnen zijn
en weten waar het water is. Weten
waar binnen is en waar er wordt
gezwommen.

Behoedzaam opgemeten in blokken
is zijn ruimte. Zijn natte huid draait
buitenwaarts, zijn twijfels keren
steeds naar binnen. Deuren zwaaien
dicht als ergens brand ontstaat,
maar slaan weer open.

Omdat hij binnen blijft, wordt regen
als een melodie. Straten gevuld
met kleine hagelballen. Het is alsof
het water groeit, en metronomen
vallen stil. Hij drinkt, weet niet hoeveel
en ook niet hoe.

Hij schrijft zijn binnen: versleuteld
zonder slot. Zijn weg die naar beneden
voert, heeft gladde treden naar
gastvrije catacomben.


© Philippe Cailliau


Uit Omtrek van water, de nieuwe dichtbundel van Philippe Cailliau die op 7/3/2020 e.k. wordt voorgesteld in de Oostendse Bib.

Meer info via deze Digther-link








donderdag 20 februari 2020

Spreker in dundruk - Philippe Cailliau

Dan, van bezwering naar bezwering,
van minzame zinnen naar verbale drift,
schichtig, het zoeklicht in de mond,
holt hij een hinkend woord voorbij.

Dagelijks wordt hem een droom
geleend, geript als een verhaal
dat ledigheid verjaagt.
De taalturbines stampen rusteloos.

Voortaan zal hij, zeewaardig reiziger,
de overvolle boten bergen, zal hij zijn
havens graven en zijn huizen bouwen.
Bij onguur weer zal hij de pannen dichten.

Is hij een code op geschept papier?
Vereeuwigd als een dundruk
met een harde kaft.
De spreker leest luidop
zijn typoscript, zijn blad vol blunders
die ontsnapten aan de aandacht
van een ingeoefend leven.


© Philippe Cailliau


Uit Omtrek van water, de nieuwe dichtbundel van Philippe Cailliau die op 7/3/2020 e.k. wordt voorgesteld in de Oostendse Bib.

Meer info via deze Digther-link









woensdag 19 februari 2020

Stamboomwees - Philippe Cailliau

Tussen zijn plooien zet het licht
zich vast. De huid groeit traag.
Getergd, leproos, in tijd een wees
is hij, een raadsel voor zichzelf.

Als spitsroeden lopen is zijn bestaan.
De adem wordt de interpunctie voor
het hart. En zie: in vraagtekens
wordt angst gestreken.

De onmacht is daarom de balsem
voor de onmacht. En ondertussen
zoeken oren overal naar rust
alsof het vruchtwater nooit brak.

Zo leeft hij van wat of gegeven,
of gekregen is. Voelt hij zich
waterige wees, maar weet zich
eeuwenoude stamboom.


© Philippe Cailliau


Uit Omtrek van water, de nieuwe dichtbundel van Philippe Cailliau die op 7/3/2020 e.k. wordt voorgesteld in de Oostendse Bib.

Meer info via deze Digther-link

 

Omtrek van water - Nieuwe bundel van Philippe Cailliau

Op zaterdagmiddag 7 maart 2020 presenteert uitgeverij Kleinood & Grootzeer om 14u30 de nieuwe dichtbundel Omtrek van water van Philippe Cailliau. Plaats van het gebeuren is zaal Forum van de bibliotheek Kris Lambert, Wellingtonstraat 7, 8400 Oostende.

Omtrek van water is, 45 jaar na zijn debuut, de elfde dichtbundel van Philippe Cailliau en al de vierde op rij die bij uitgeverij Kleinood & Grootzeer verschijnt

"Zoals in de titel wordt gesuggereerd, is water in diverse functies en verschijningsvormen het centrale gegeven. Cailliaus watergedichten uit deze bundel staan vol symboliek, metaforen, personificaties. “Omtrek van water” kan worden gezien als een ode aan het leven, dat evenwel zichtbare en onzichtbare grenzen kent. Het is het water dat ons toelaat te leven en te groeien, het is het water waaruit wij bestaan. Het is het water van rivieren en zeeën, het is het water dat alles laat bewegen. Water lijkt oneindig, maar is niet grenzeloos en heeft dus een omtrek. Alles wat naar leven verwijst, draagt in zich de tekenen van het tegendeel. En toch: heeft water überhaupt een (tastbare) omtrek? Water is niet mysterieus, maar de omtrek van water is dat wél. "

Vanaf vandaag en de komende dagen publiceert 'de Schaal van Digther' in voorpublicatie vijf gedichten uit de bundel.

* Woe 19/2/2020: Stamboomwees
* Do 20/2/2020: Spreker in dundruk
* Vr 21/2/2020: Het is alsof het water groeit
* Za 22/2/2020: Oordeel en ruis
* Zo 23/2/2020: De omtrek van water

Alain Delmotte, redactielid van de Schaal van Digther, leidt de bundel in.

Omtrek van water heb je voor 18 euro en is tijdens de voorstelling ter plaatse te bekomen of te bestellen via e-mail of de website van de uitgeverij uitgeverij@kleinood-en-grootzeer.com of www.kleinood-en-groot-zeer.com .

Kleinood & Grootzeer, ISBN/EAN: 978-90-76644-95-0.


Philippe Cailliau - Oostende 5/2/2020 - Foto: Paul Rigolle






zondag 16 februari 2020

Een manier van zwijgen - Astrid Dewancker

Soms ga ik mezelf te buiten
in breken en in snijden.
Als mijn hand een naakt wijnglas
omklemt, reik ik naar scherven.

Ik kan aan jou niet doodgaan.
Jij die mijn monden zingt.
Je ogen ronddraait als je oude
‚Château La Tour’ proeft.

Het is geen mime met de kiezen
op elkaar, maar woordloos
voor de hand liggen. Liefhebben
Is een manier van zwijgen.


© Astrid Dewancker


Uit de debuutbundel Wie omkijkt wordt gezien van Astrid Dewancker. De bundel wordt op 7/3/2020 om 19:00 u. voorgesteld in de Hotelschool Ter Duinen in Koksijde.


zaterdag 15 februari 2020

Columbo - Astrid Dewancker

In kleren die aan jou kleven,
grauwe regenjas en grijze broek,
kom je voor me staan.
„Columbo” uit de televisiereeks.

In het verstrooide en in het zwijgzame
vind ik jou in mij.
Niet in het doordringbare.
Jij was massief. Geen spons als ik.

Je aangezwollen handen zie ik het meest.
Hoe ze het witte laken met klem vasthielden.
Je mond, een dunne streep, beweegt niet.
In stilte zijn wij luid.


© Astrid Dewancker


Uit de debuutbundel Wie omkijkt wordt gezien van Astrid Dewancker. De bundel wordt op 7/3/2020 om 19:00 u. voorgesteld in de Hotelschool Ter Duinen in Koksijde.


vrijdag 14 februari 2020

Hoe voelt het moeder? - Astrid Dewancker

Hoe voelt het moeder als je mij zo ziet.
In de spiegel kijkt mijn naaktheid
naar die van jou. Je lichaam sluipt in mij.

Ik werd te groot voor jou.
Of werd jij mijn krimp?
Je noemde me reuzin.

Jouw kruimelsporen veeg ik uit.
Aan het eind van een hobbelige weg
staat jouw gevarendriehoek :
Verboden toegang voor de liefde.


© Astrid Dewancker


Uit de debuutbundel Wie omkijkt wordt gezien van Astrid Dewancker. De bundel wordt op 7/3/2020 om 19:00 u. voorgesteld in de Hotelschool Ter Duinen in Koksijde.


Wie omkijkt wordt gezien - het debuut van Astrid Dewancker

Het is, als je als dichter al jarenlang poëtisch onderweg bent, nooit te laat om in boekvorm
Astrid Dewancker op 'Vers Roeselare'
te  debuteren. Astrid Dewancker(°Roeselare 1949) is daar heel binnenkort een sprekend voorbeeld van. Ze studeerde Secretariaat & Moderne Talen en werkte een beroepsleven lang als directiesecretaresse en tandartsassistente. Dewancker volgde Literaire Creatie aan de Academie Woord en Muziek van Ieper. Sindsdien publiceerde ze in diverse bloemlezingen en las voor in binnen - en buitenland. Op zaterdag 7 maart 2020 e.k. stelt ze in Koksijde haar debuutbundel 'Wie omkijkt wordt gezien' voor.
Het bericht op de nieuwspagina van Uitgeverij P daarover:

“Sommige dichters wachten lang om te debuteren en hebben daar een goede reden voor. Astrid Dewancker is zo’n dichter. Haar verzen zijn treffende verdichtingen van haar leven, maar dan moet dat leven uiteraard eerst geleefd zijn! En dat voel je in elke versregel: Astrid Dewancker heeft elk woord, ieder beeld zorgvuldig gewikt en gewogen, gekozen en ten volle beleefd.” Zo schrijft dichteres Hilde Pinnoo. En Daniel Billiet voegt er uitdagend aan toe: “Deze verzen glijden niet zomaar van je af, maar haken zich vast onder de huid. (…) In talloze, krachtige beelden kleedt ze het verleden uit tot op het bot. Het resultaat is het schrijnende tegengestelde van een leuke pageturner, dit debuut blijft ‘plakken’.”

Wie omkijkt wordt gezien
Astrid Dewancker
Zaterdag 7 maart 2020 om 19 uur
Hotelschool Ter Duinen, Houtsaegerlaan 40 te Koksijde
Gratis toegang.
Inschrijven? Mail het aantal aanwezigen en eventuele voorbestelling van het boek aan contact@uitgeverijp.be.

Het programma:
o Onno van Gelder jr. presenteert.
o Duo Salvérius – Vandenabeele verzorgt de muzikale omkadering.
o Dichters Daniel Billiet & Hilde Pinnoo zorgen voor een verrassend en klankrijk poëtisch duet gebaseerd op een aantal gedichten uit Wie omkijkt wordt gezien.
o Onno van Gelder jr. interviewt Astrid Dewancker, die ook enkele gedichten leest.
o Uitgever Leo Peeraer overhandigt het eerste exemplaar.
o Uitgebreide receptie.

Uitgeverij P

'De Schaal van Digther' publiceert vanaf vandaag, bij wijze van voorpublicatie, drie gedichten uit de bundel.

* Vr 14/2/2020: Hoe voelt het moeder?
* Za 15/2/2020: Columbo
* Zo 16/2/2020: Een manier van zwijgen

Foto: Astrid Dewancker op 9/9/2018 - Vers Roeselare - © Foto: Paul Rigolle









donderdag 13 februari 2020

Rothko - Johan Clarysse

Jij, als eerste sneeuw die valt
in de nazomer van het leven,
een ongebreidelde toekomst,
een herinnering,

Jij, als een vertrouwde kamer.
Als een werkelijkheid die overweldigt
en streelt en strijdt en staat
als een huis

Jij, als een late roeping.
Een altijd hier en nu, een teder tekort,
een weelde van jewelste, een venster op de wereld,
wegwijzer en kruispunt,
een akker die zich opent als een roos.

Jij, als een sonate in kleur van Marc Rothko,
het diepblauw van Yves Klein,

een ongeopende brief,
een noodzakelijke barrière,
regen na de droogte,

de stilte in een romaanse kerk,
vuur en aarde, lucht en water,
een voorbijgegane dag,
een verhevigd feest, een levend woord,
een langgerekte schaduw van mezelf.


© Johan Clarysse


Johan Clarysse is beeldend kunstenaar en schrijft geregeld ook poëzie. Bovenstaand gedicht komt uit het ongepubliceerde typoscript ‘Met een stem van water’.


woensdag 12 februari 2020

Klare nacht - Johan Clarysse

I

Mij nestelend in je okselholte
teken ik een bron van licht.

Van plooi tot plooi,
met ademloze hand, bereken ik
je schaduw als een raadsel.

Terwijl de avond valt
over de stad, over de smalle grens
tussen jou en mij.

Het is alsof de wolken ons omarmen.
Hoor je die zachte, bruisende muziek?


II

Blind van genade, vol van tekort
tast ik de scherpe kanten
van oktober af,

ben ik die ben
in het losbladig boek
van je gezicht.

Mijn stem, een windvlaag
die hevig aan de bomen schudt.

Herfstlicht is mijn gids
in jouw langgerekte labyrint.


III

Zelfs als er geen taal is die liefde
vertaalt, toch zal ik
woorden verschalken
om dat allerikste
jij van jou te vinden.

Kom jij met je lichaam, broos
en breekbaar als licht.

Dat ik schilder ben
van regenbogen heb
ik je nooit verteld.


IV

Misschien groeien de appelbloesems in je tuinen
uit het krachtige verlangen naar kleur?
Stammen de bomen op je grastapijt
uit de resten van een afscheid?

Deze klare nacht, stil ontwaakt hij.
Ik benoem hem met je welbespraakte naam.


© Johan Clarysse


Johan Clarysse is beeldend kunstenaar en schrijft geregeld ook poëzie. Bovenstaand gedicht komt uit het ongepubliceerde typoscript ‘Met een stem van water’.


dinsdag 11 februari 2020

Morandi - Johan Clarysse

Raadzaam is het het tekort te omarmen.
Je ziet het niet rondlopen in onze gedachten.
Je hoort het niet ritselen in de bomen.
Het draagt geen maatpak, geen das.

Het tekort toont zich in de achterkant van onze zielen,
de tussenruimtes in de doeken van Morandi,
de melancholie in elk gul seizoen,
de wind in je haren die gaat liggen,

het woord dat op zijn grenzen stoot,
herinneringen die krimpen en verdwijnen,
het gras dat droog staat in de zomer,
te weinig woorden voor de kleur wit.

De stilte die is uitgepraat,
het ogenblik dat afbreekt,
niet kunnen slapen zonder jou,
mijn liefkozingen op de tast.

De motor van mijn heilige, belegen woede,
de keerzijde van betekenis, oneindigheid,
de rook en het gezicht van de revolte,
de zonneënergie van liefde.


© Johan Clarysse


Johan Clarysse is beeldend kunstenaar en schrijft geregeld ook poëzie. Bovenstaand gedicht komt uit het ongepubliceerde typoscript ‘Met een stem van water’.


dinsdag 4 februari 2020

Voltooid - Miel Vanstreels

Waarom zou je ouderen
het recht ontzeggen
om klaar te zijn
met hun leven,

waarom zou de hulp
om er waardig
uit te stappen
geen barmhartigheid
mogen heten,

zo blijf je
in de wirwar
van belangen

gedoemd
om lijdzaam
te verlangen


© Miel Vanstreels


maandag 3 februari 2020

New Baltimore - Stijn De Man

dagelijks zogen we onze longen vol stof
al werkend hielden we ons in
we waren niet wie we waren
ergens in New Baltimore

schaken gaf ons een route om te ontsnappen
aan de routine waarop we dreven

en om vier uur ’s nachts naar de NBA kijken
waarmee we onze verloren jaren trachten te compenseren


© Stijn De Man


zondag 2 februari 2020

Jana Arns wint de Poëziewedstrijd van de Stad Harelbeke - Editie 2020

De jaarlijkse editie van de Poëziewedstrijd van de Stad Harelbeke - de 41° al, uniek toch voor een poëziewedstrijd - kent geen geheimen meer. Grote winnaar werd Jana Arns die eind verleden jaar met 'Het is het huis dat niet goed alleen kan zijn' al haar derde dichtbundel publiceerde en ook hier, in deze Digtherlijke kolommen, eerder al een aantal gedichten publiceerde.

Aan deze editie namen 352 dichters deel, 87 meer dan vorig jaar wat de populariteit van de wedstrijd onderstreept. 244 dichters waren zesentwintig of ouder, 108 dichters waren jonger dan zesentwintig. 115 inzendingen kwamen uit Nederland.

De jury, die ook dit jaar weer uit Sylvie Marie, Philip Hoorne en Herman Leenders bestond, kreeg in het totaal zo'n duizend gedichten te beoordelen.Deze 41° jaargang was volgens de jury van hoog niveau. "Heel wat sterke gedichten passeerden de revue, ook van dichters die vandaag niet in de prijzen vallen. Sommige dichters deden zichzelf tekort door een kwalitatief onevenwichtige inzending af te leveren."

Het editie-2020-verdict van de jury:

Categorie - 26 jaar
1. Kristien Spooren (°1994) uit Gentbrugge (500 €)
2. Merthe Voorhoeve (°2000) uit Leusden, Nl (250 €)
3. Carlo Siau (°1995) uit Oudenaarde (100 €)
4. Yana Rosé (°2003) uit Kuurne (75 €)
5. Marie Borremans (°1994) uit Sint-Amandsberg (75 €)
Aanmoedigingspremie jonger dan 16: Jill Van Ham (°2005) uit Harelbeke (50 €)

Categorie +26 jarigen
1. Jana Arns (°1983) uit Sint-Niklaas (1000 €)
2. Ludwig Van De Voorde (°1967) uit Waasmunster (375 €)
3. Pieter Van De Walle (°1992) uit Leuven (250 €)
4. Rik Dereeper (°1962) uit Rollegem (125 €)



Met dank aan Jan van meenen voor de foto en de berichtgeving!

Zie ook dit Facebookbericht van CC Het Spoor
Voorgaande edities bij de Schaal van Digther


Lavapiés - Stijn De Man

Diep in de nacht lopen we rond
over straten, stegen, pleinen
hangen we onze duizend levens aan de wilgen
wat we nooit zullen vinden, zoeken we in achterafdiscotheken

nu zijn we hier en dwarrelende vlokjes goud trekken voorbij aan onze slaap
onmogelijk terug te keren, verdergaan ook
de dageraad katapulteert ons
naar waar we niet willen zijn

Onze hartenklop baart wachten, jarenlang, op een glorende zon
vanaf vandaag enkel nog uur per uur
indien mogelijk.


© Stijn De Man


zaterdag 1 februari 2020

Ik rantsoeneer je - Stijn De Man

Ik rantsoeneer je
met blikken porties, pootvast,
en één enkele reep gebalsemde twijfel

Ik verwijder onze scheringdraden
en weef met een boogje om ons heen
met wanhopige inslag drukken we ons tegen elkaar aan

Het houdt niet maar het geeft niet
Je gaat prat op je honger
afhechten is geen optie, de enige


© Stijn De Man