Aangetroffen gedichten in het straatbeeld
(en overal elders in de wereld) (32)
Zoek
literair e-zine
Aangetroffen gedichten in het straatbeeld
(en overal elders in de wereld) (32)
strijklicht
het is vandaag druk in de dode hoek van ons hoofd
er wordt gefeest, gedanst
zowaar gezongen door verre voorouders
in een samenloop van stemmen die alleen wij
stiekem genieten we wel van hun bravoure
we tiptenen door het huis om hen niet te storen
in hun uitspatting ligt zoveel intimiteit verscholen
die alleen wij
blijft de vraag wat we morgen doen
laten we onze doden halsstarrig vieren
tot hun oude liedjes opgetogen indikken
in de kruispunten van ons brein
of trekken we hen naar het strijklicht toe
waar niet alleen wij
© Hilde Devoghel
Uit haar biografie:
'Een mens denkt elke dag een zee van 50.000 gedachten.’ Hilde Devoghel (1961) duikt in die gedachten en schrijft zich een universum waarin plaats is voor liefde, gemis, wetenschap en levenslessen (ook die voor een dichter).
Begin 2023 publiceerde ze de gedichtenbundel 'Meestal zijn we aardig' bij uitgeverij Pelckmans. Meer info over deze gedichtenbundel op de site van de auteur.
wrok und wrevel
nu het nu nerveus naast hen staat
verhit de afrekening vraagt
verstevigen autocraten hun zekerheden
met aplomb poneren ze hun brok gal van groot gelijk
om hun mondhoeken kleeft een agenda
van wetten, die van meden en perzen
oliezwarte leugens nestelen zich in hun onderbuik
stampen er als wilde zwijnen
in echokamers van wrok en wrevel
dansen hun slogans de lucht dik
en wij op het oude ingeslapen continent
we wachten
als een oester, wit, dicht op
wat we aan het verliezen zijn
© Hilde Devoghel
Uit haar biografie:
'Een mens denkt elke dag een zee van 50.000 gedachten.’ Hilde Devoghel (1961) duikt in die gedachten en schrijft zich een universum waarin plaats is voor liefde, gemis, wetenschap en levenslessen (ook die voor een dichter).
Begin 2023 publiceerde ze de gedichtenbundel 'Meestal zijn we aardig' bij uitgeverij Pelckmans. Meer info over deze gedichtenbundel op de site van de auteur.
toch wel
de duisternis zet in
we hebben een uitgestrekt Zweeds meer, glad als een aal
gekartelde dennenbossen op de oevers, twee indommelende talingen
lucht die naar hars en silex ruikt én een lamlendig traag roeiende veerman
die ons onbedoeld overzet
als een volleerd kalligraaf pent de veerman onze namen
in het water, ‘toch wel, toch wel’, mompelt hij plichtsgetrouw
‘de antwoorden zijn hier’
we kijken, achteruit, naar hoe de dag ons plots verlaat
we zwijgen, er is ruimte voor twijfel
we herinneren ons nauwelijks van waar we zijn vertrokken
de avondzon liegt om bestwil
©
Hilde Devoghel
Uit haar biografie:
'Een mens denkt elke dag een zee van 50.000 gedachten.’ Hilde Devoghel
(1961) duikt in die gedachten en schrijft zich een universum waarin plaats is
voor liefde, gemis, wetenschap en levenslessen (ook die voor een dichter).
Begin 2023 publiceerde ze de gedichtenbundel 'Meestal zijn we aardig' bij
uitgeverij Pelckmans. Meer info over deze gedichtenbundel op de site van de auteur.
![]() |
Foto: © Jan Lievens |
Persoonlijke slotnoot: Vaak, zegmaar elke keer ik in Brugge in de "Craenenburg" een koffie of iets anders ga drinken - al dan niet in fraai literair of ander gezelschap - zie en hoor ik opnieuw de jaren tachtig en negentig terug... En weer hoor ik de stem van Mark Braet, ongeremd schallend doorheen het hele café: "Hey jonge dichter! Hoe gaat het ermee?"
En ik die dat toen (en nu) niet eens gênant vond. Wel integendeel. Het missen van (bepaalde) mensen gaat immers altijd maar door.
© Paul Rigolle
Meer info:
Website Mark Braet
Wikipedia-pagina Mark Braet
Mijn kleine kleurdoos
VWS-cahier Mark Braet door Jan van der Hoeven (1985)
![]() |
Aankondiging op Facebook |
Aangetroffen gedichten in het straatbeeld
(en overal elders in de wereld) (31)
Vroeger was hier alles veel beter
Het
zuiden van Frankrijk was voor ons
het
mythische kastelenland der Catharen
en
zelfs in het Zwarte Woud leefde een filosoof.
Oostenrijk
had de zwierige barok
tot
hoog in de wit bepleisterde nok
en
in het zuiden van Tirol hoorden wij jodelen.
De
jeugdige Jan Hanlo reed nog op een motor
en
schreef (O...Oote) een gek klankgedicht.
De
balorige Peter Handke beschimpte het publiek.
De
decadente Gerard Reve schreef 'Leve onze Marine'
en
in het kleine groothertogdom Luxemburg
spaarden
wij rente op een veilig spaarboekje.
In
Spanje leefden nog ballingen
en
op de kust van Dalmatië of op het eiland Hvar
waren
wij als nudisten naakt aan 't zonnebaden.
![]() |
Hendrik Carette - © foto Bert Bevers |
Voor de vierjaarlijkse Karel van de Woestijne-prijs kunnen nog tot 31 augustus 2025 dichtbundels worden ingestuurd.
De gemeente Sint-Martens-Latem streeft ernaar om poëzie deel te laten uitmaken van haar culturele identiteit.
Voor de prijs komt elke, oorspronkelijk in het Nederlands geschreven, bundel van minimum twintig gedichten in aanmerking ongeacht de nationaliteit van de dichter. De bundel is aanvaard voor publicatie of werd gepubliceerd tussen 1 januari 2020 en 31 december 2024.
Het volledige reglement vind je hier (pdf-doument):
Link op de Sint-Martens Latem-site
(denkend aan Roland Garros, vanmorgen - de ochtend
van de finale - opgedragen aan wie anders
dan Carlos 'Carlitos' Alcaraz)
Hedwig Speliers, sinds jaar en dag onvolprezen taal-dichter, essayist en criticus, wordt op donderdag 12 juni 2025 negentig jaar! Bij die gelegenheid wordt 'Rebellen' een nieuwe dichtbundel van hem gepubliceerd.
De bundel wordt uitgegeven door Uitgeverij P en wordt op de datum van zijn verjaardag, 12 juni e.k. om 19:15 u., voorgesteld in de Oostendse bibliotheek.
Dit is de uitnodiging voor wat zeker een bijzondere avond zal worden:
Uitgeverij P & Het stadsbestuur van Oostende nodigen u uit
op
de feestelijke presentatie van
de misschien wel laatste dichtbundel van Hedwig Speliers
verschijnt op de dag van zijn 90ste
verjaardag
we hopen dat u erbij kunt zijn
Schepen Nico Geldhof spreekt verjaardagswensen uit
Prof. dr. Dirk De Geest situeert de dichter Hedwig Speliers in de
Nederlandse literatuur
Peter Theunynck heeft Rebellen al gelezen en deelt zijn leeservaring met u
Jan M. Meier vertelt over meer dan 50 jaar
vriendschap met Hedwig Speliers
Hendrik Carette trakteert dichter en publiek op
een gelegenheidsgedicht
Hedwig Speliers leest voor
Uitgever Leo Peeraer overhandigt het eerste exemplaar van de bundel
op een feestelijke verjaardagsreceptie met de steun van de stad Oostende.
We heffen het glas en Hedwig signeert
graag uw exemplaar.
Bibliotheek Oostende, Wellingtonstraat 17
Oostende
Toegang is gratis. Wel graag inschrijven vóór
1 juni
Routebeschrijving
De bibliotheek is
gemakkelijk bereikbaar en is gelegen vlakbij de zeedijk.
Met de wagen:
Eens van de
autostrade af, neemt u ‘richting centrum’ op de Kennedyrotonde. Rij links de
Alfons Pieterslaan in ter hoogte van het Stadhuis en de Mercator. Sla rechtsaf
net voorbij het kruispunt Petit Paris. Aan het Karel Jonckheereplein ziet u
links van u de bibliotheek.
Met het openbaar vervoer:
Neem aan het
station de tram richting De Panne. Halte is “Koninginnelaan”.
Gisteren overleed totaal onverwacht Ludo Dierckxsens (1964-2025) terwijl hij aan het fietsen was voor 'Kom op tegen Kanker',
Patrick Cornillie schreef eerder navolgend gedicht. Het is een mooie hommage aan misschien wel één van de meest aimabele mensen die het wielerpeloton ooit heeft gekend. RIP Ludo.
Ludo Dierckxsens
Het is Vlaamse kermis, het is feest
als Ludo nog maar een keer demarreert.
Loyaal aan streven en aan strijd is hij
de baroudeur die de wielerharten verblijdt.
Nooit in te tomen wil hij altijd en overal door-
stomen. Om, vertrouwend op zijn derde adem,
finaal en geheel ouderwets kapot te gaan.
Vaak onbezonnen, en dus zelden gewonnen,
oogstte hij toch maar mooi het meeste
applaus, heeft hij de Prijs voor het Zwoegen
en het Eerlijke Zweet behaald. Zie maar,
onder die pet op zijn kale knikker, hoe hij
straalt. De smile breder dan zijn kaken,
een knuffelbeer in wielershirt.
Zouden er in deze
tijd anno nu nog mensen zijn die nog de poëzie van ons aller Alice Nahon lezen?
Voor wie het zou verbazen: Jazeker zijn er die! In augustus 2021 was er eerder in Hoboken al een herdenking van de dichteres
die bij leven (1896-1933) ooit het lief was van Michel Seuphor en wiens poëzie vaak
werd weggezet als zijnde wel érg zoetgevooisd.
Recent nam Gust Peeters het
initiatief om een aantal dichters uit te nodigen om mee te werken aan een
Nahon-bloemlezing. Die heeft als titel “Zonder doel zien dolen”. Zevenentwintig
dichters uit Vlaanderen en Nederland schreven 28 nieuwe gedichten, vertrekkend
vanuit een gedicht van Nahon.
De bundel werd vorige zondag 25/5/2025 voorgesteld in de Ridderzaal van het
Kasteel van Schoten.
De namen:
Liesbeth Aerts, Daniel Billiet, Monique Bol, Ulrike Burki, Hermine Couvreur, Vanessa Daniëls, Bert Deben, Tom Driesen, Jan Ducheyne, Kees Godefrooij, Elbert Gonggrijp, Goedele Horemans, Anne Meerbergen, Jürgen Nakielski, Leen Pil (+), Yanni Ratajczyk, Antony Samson, Vera Steenput, Runa Svetlikova, Frans Terken, Frank Van den Houte (+), Shari Van Goethem, Gert Vanlerberghe, Leen Verheyen, Tom Veys, akim a.j. willems en Gust Peeters.
Van elk van deze dichters werd werk opgenomen in de bloemlezing.
“Zonder doel zien dolen” kan worden aangeschaft via de gemeente Schoten, via enkele geselecteerde boekhandels of via bestelling bij zonderdoelziendolen@gmail.com tegen de prijs van 15 euro (exclusief verpakkings- en verzendingskosten).![]() |
Zonder doel zien dolen - Het publiek tijdens de voorstelling |
Aangetroffen gedichten in het straatbeeld
(en overal elders in de wereld) (30)
Hadden we maar meer dan één hart
verzucht hij. Konden we het afstoten
als een verwelkte bloem
maar we worden verscheurd en verdeeld.
Elk fragment heeft zijn plaats
troost de archeologe die graag in zijn ruïnes wroet.
Voor een lang verhaal heeft zij
aan een scherf genoeg.
Zij tulpt haar lippen
en blaast het stof weg
zoals zijn moeder blies
over zijn geschaafde knie.
Uit: 'Vervalsingen' - 2008
Aangetroffen op woensdag 9 april 2025
thv de dichter.
Andreas Van Rompaey over 'Comédie humaine' van Carlos Alleene
Carlos Alleene is vooral bekend als cultureel journalist en Roger Raveel-kenner. Hij houdt er evenwel nog andere bezigheden op na waarvan slechts weinigen op de hoogte zijn. In zijn ‘memoires’ Voor ik het vergeet (2019) noemt hij zich ‘een dichter zonder bundel’: ‘Vooral in de lente komt de muze nog eens langs. Dat levert in het beste geval enkele gedichten op waarvan naderhand meer dan de helft wordt geschrapt. Toch is mijn poëziemap, na ruim een halve eeuw, behoorlijk dik. Een bundel is er nog altijd niet. Op enkele intimi na heeft nooit iemand een van mijn gedichten te lezen gekregen.’
Tevens beoefent Alleene de fotografie, wat – met de hulp en aanmoediging van Walter Ertvelt – geleid heeft tot het fotoboek met de aan Balzac ontleende titel Comédie humaine (2025). Ondanks de associatie met het realisme prevaleert de hedendaagse variant, het zogenaamde ‘nieuw-realisme’, waarvan – niet toevallig – Roger Raveel een van de belangrijkste Vlaamse vertegenwoordigers was.
Een van de commentatoren, Rik Van Puymbroeck van De Tijd, vermeldt dat Carlos Alleene dankzij Raveel leerde ‘kijken’. Zijn alledaagse, grauwgrijze straatfoto’s, waarbij het contrast tussen ‘oud’ en ‘nieuw’ naar voren komt, zorgen meestal voor vervreemding. De geïsoleerde positie van de fotograaf-voyeur draagt hiertoe bij. Hij bevindt zich vaak in zo goed als lege landschappen en neemt – soms vanachter een wand – zich verplaatsende personen of naast hem afspelende taferelen waar. Net als Balzac, gaat hij anoniem de straat op en legt hij de mens in variabele maatschappelijke contexten vast: enkele gefotografeerden staan letterlijk op een kruispunt in hun leven. Bijna altijd blijft hij een buitenstaander en een registrator. Alleen kinderen durven weleens in de lens te kijken omdat ze nog geen deel van de sociale ladder uitmaken en dus de verwondering nog niet verloren zijn.
© Andreas Van Rompaey
Comédie humaine, Uitgeverij Snoeck, Gent 2025, ongepagineerd - ISBN 9789461619716
Comédie humaine bij Uitgeverij Snoeck
|
Vincent Van Gelder bespreekt Waar schaduw uit de bomen valt (Uitgeverij P) van Shari Van Goethem en Edward Hoornaert
In de tuin van Eden werd aan de mens een medemens toegekend.
Daarom voelt het ook zo juist dat de dichter zich in dit project kon verlaten op
een mededichter; een mannen- en vrouwenstem die de schepping afwisselend bezingen
in een samenspel dat herinnert aan de hoogdagen van de kleinkunst (denk Pastorale
door Ramses Shaffy en Liesbeth List of Prikkebeen door Boudewijn de Groot
en Elly Nieman). Soms kijken man en vrouw mekaar aan en zit God op Haar troon;
soms is de spraakverwarring compleet en vonken de gedichten als vuurstenen die
de hele hof in as dreigen te leggen; saai is het nooit! Deze spanning waarmee man
en vrouw zich tot elkaar (en tot zichzelf) verhouden is door de dichters fijnzinnig
uitgewerkt in een bezwerende taal gespeeld op het strakgespannen vel van originele
beelden. Zo “struikelen” ze in De aanschouwende (EH) over “de stenen van
stilte die zij elkaar voor de voeten werpen” en “liggen” in Drift (SVG)
“je lippen onbeweeglijk in je gezicht / als een gedachtestreep die de drift
onderbreekt”.
Los van de emotionele wijsheid die in de gedichten verweven zit,
is er ook een frisse, haast kinderlijk magische blik aanwezig, bv. wanneer we
richting hemel kijken. In De verstandige (SVG) zie je “in het hemelwater
[…] vogels zwemmen” en in Balans (EH) “meeuwen als laaghangend fruit /
uit de wolken vallen”; heerlijke beelden(!) en bijna alsof je door de ogen van
Adam en Eva voor het eerst iets ziet vliegen. Toch is er voorafgaand aan elk
paradijs al iets verloren gegaan wat herwonnen wil worden, zoals we kunnen lezen
in Voormoeder (SVG): “in je ganse lijf heeft een vreemde vrouw /
modderige voeten achtergelaten / je wil de afdrukken opgraven / uit jezelf de
bestemming naar boven halen”. Het is “het licht” dat “herinnert aan een
onmogelijke weg terug” (Nachtvisie, EH). Het zijn slechts enkele
voorbeelden van de rijke gelaagdheid die vakkundig is blootgelegd.
Duidelijk is dat Shari Van Goethem en Edward Hoornaert niet
aan hun proefstuk toe zijn. Uit de diepste klei van hun psyche hebben zij met een
sterk tot de verbeelding sprekende taal een van begin tot eind meeslepende bundel
geboetseerd; oftewel “een plek / om je aan vast te zuigen / als aan een borst” (Voorland,
SVG); of nóg anders gezegd: 1 + 1 = 3! Ten slotte zou deze recensie niet compleet
zijn zonder ook de prachtige opmaak door Uitgeverij P te noemen; al mochten
de knappe collages binnenin, eveneens door Shari Van Goethem, gerust de gehele
pagina innemen!
Aangetroffen gedichten in het straatbeeld
(en overal elders in de wereld) (29)
Onderstroom
Verlaat het slijk van rivier en zee,
doorbreek de trilling van nevel
daarboven. Wring zuurstof uit vocht,
ook licht uit de duisternis.
Stijg ten hemel. Schep het goud van de zon
op het bovenste water: hemellicht.
Vertrouw op de wind
die een lied blaast in octaven.
Vang zo de stuwing van de volle maan,
en spoel met springtij oeverloos aan.
Boen daarmee de straten op
tot ze als een podium glanzen.
Zaai daar engelendons in ieders poriën
En vlieg.
Het is immers tijd voor de onderstroom :
dat vloeibaar kompas
dat droom en verlangen draagt
en vandaag de boventoon voert.
Het wordt wonderlijk
hoe elk hartwater
naakt in het voetlicht staat,
om allen puur en onbeschadigd te zien,
alsof het toch de wereld was die loog.
En dan ieders lach, gulzig en wit.
Daar breekt een eenhoorn uit. En dat ben jij.
Donderdag laatst 8 mei 2025 nam Eddy D'Haenens afscheid als stadsdichter van de Stad Oudenaarde. Hij was zijn stadsdichterschap in mei 2023 begonnen met de publicatie van het gedicht Onderstroom. Dit naar aanleiding van het Cultuurprogramma met dezelfde naam in Oudenaarde.
Omdat dit programma binnen een paar weken opnieuw in Oudenaarde wordt georganiseerd vond Eddy het passend om zijn stadsdichterschap ook met dit gedicht af te sluiten.
Eddy D'Haenens kan als stadsdichter terugkijken op een bijzonder rijk en waardig parcours. Waarvoor, Eddy, in naam van de poëzie en in naam van alle lezers van De Schaal van Digther dank!
Het gedicht 'Onderstroom' verscheen eerder ook al op DSvD. En wel hier.
Wie de nieuwe stadsdichter van Oudenaarde wordt vernemen we op zaterdag 14 juni 2025.
Label: Aangetroffen gedichten in het Straatbeeld
![]() |
Eddy D'Haenens neemt afscheid als Stadsdichter van Oudenaarde |
Notities bij 'In de wind staan', de vierde dichtbundel van Lieve Desmet.
Recensie: Daniël Franck
In dialoog met een dolgedraaide aarde
‘In de wind staan’ is de vierde bundel van Lieve Desmet,
onder meer actief voor ‘Het huis van de dichter’ (Watou) en ‘De eenzame uitvaart’. Eerder verschenen op deze site al enkele gedichten als
voorpublicatie uit de bundel, maar dit eindresultaat mag toch nog eens onder de
aandacht worden gebracht.
Lieve Desmet wordt nogal eens getypeerd als een moeilijk dichter, maar dat lees je toch niet. Zij laat hier verschillende aspecten van zichzelf zien. Dat vindt ook zijn weerslag in de verschillende aspecten van haar dichterschap. Wanneer het nodig is communiceert zij zeer open en helder, maar in de momenten van inkeer tot zichzelf dikt ook de taal in, wordt die meer aftastend en laat dan ook het ongezegde zinderen.
Vertrekpunt is de existentialistische visie op de condition humaine of zoals het in de flaptekst wordt verwoord: “Tot we weer in het zeegat verdwijnen, staan we aangespoeld in de wind.” Toch blijkt dat je er iets van kunt maken, van dat in de wind staan, maar dat moet je als mens zelf veroveren.
(fragment uit) ‘Plus1’
Wij durven op dit blauwe uur
in de wind staan met wat we leerden
afleren, tot we weer voeling kregen met de planeet en het
hart.
Kom uit je kot en stap mee in schone kleren.
Als vaardige strijders willen wij vuur oppoken
water delen, recht spreken voor de natuur
van noord tot zuid. Present zijn in uithoeken
in de kleinste huizen van steden een open vraag stellen bij
de thee.
Want we geloven in een universele grondtoon
één zuurstofrijke luchtstroom voor iedereen.
We ontmoeten in deze bundel zeker een geëngageerd dichter,
zoals al blijkt uit haar betrokkenheid bij ‘De eenzame uitvaart’, maar Lieve
Desmet gaat duidelijk geen enkel pijnlijk maatschappelijk thema uit de weg en
dus krijgen we ook onder meer gedichten over Sanda Dia, transmigranten,
jongeren met verstandelijke beperking enzovoort. Ze doet dat in heldere, goed
afgewogen taal.
Daarnaast komen ook afscheid en het daarmee gepaard gaande verdriet nadrukkelijk naar voor. Dat blijkt al heel snel uit het gedicht ‘Broer’ en blijft een rode draad, zoals naar het einde toe:
De laatste kamer
Nog in zijn vel, wijst hij naar het stollend bloed,
zijn blauw gevlekte handen, schriftuur van de lang gevreesde
gast.
In deze kamer is wat wij zwijgen taal
waarin mijn huid van dochter verduurt tot perkament.
In het restje tijd ligt onze bloedlijn open.
Ik die nooit eerder zijn leerling wilde zijn, ik neem aan
dat dit sprakeloze samen in de ogen kijken voorbij de pijn
troost is, dat hij hier voor mij de zwarte mantel afneemt,
de strenge man de zeis ontneemt.
Nauwer kom ik niet, besef ik,
als ik met de koude hendel in de hand
de deur moet sluiten. Straks
spreek ik als vallend water alle krassen uit.
In deze thematiek dwingt Lieve Desmet de lezer wel tot aandacht en een zekere traagheid bij het lezen, maar voel vooral hoe ze de emoties kanaliseert naar taal, haar houvast. Die emoties worden in deze bundel zeer zeker niet geschuwd, maar de met precisie afgewogen dichtkunst houdt het geheel in balans. Een gave taalbeheersing wordt voortdurend gekoppeld aan geconcentreerde betekenis.
Tussendoor zijn er ook gedichten bij het werk van kunstenaars, zoals van Roland De Winter wiens tekening de cover siert. Knap is dat deze gedichten er ook staan zonder ondersteuning van het beeld.
Er is aan deze gedichten gewerkt tot de taal blinkt als een
gepolijste diamant. Voor en achter is er een verlangen naar zee, naar horizon,
weg van deze wereld die zo verwond is en waarvan de wonden zich zo moeilijk
laten behandelen. Als mens en zeker als geëngageerd mens streven we naar
eenheid en harmonie. We kunnen dat wel gebruiken en deze poëzie steekt daartoe
een helpende hand uit.
© Recensie: Daniël Franck
Lieve Desmet, In de wind staan, Uitgeverij P,
2024, ISBN 978-94-64757-53-8)
Venetië
Een waas van licht splitst op de koepels,
het baadt filigrijn in het water van de lagune,
de smalle spitsen van de gondels bewegen vederlicht.
Aanleggen en verlaten,
de stad drijft op licht vertrokken van smalle kaden,
de trage opmars van meerpalen,
stille eskaders die geduldig op de vloed uitrijden.
Tijdig overschrijven ze natte regels ingehouden
van de stil oprijzende gebouwen.
De zon snijdt lichte vlakjes flinterdun tapijt
voor het feest, een optocht van kardinalen
en zegelbewaarders in hun statie.
Riemen haken even in het water
met geluiden die kort uitglijden,
zo snel aan de haal gaan met een verleden.
Ook wat nog komt is gelijkmatig op de heldere rimpeling
in een lichte doezelig verzoend met eeuwig.
© Pieter Sierdsma
Aan zee
de zon licht op, wind trekt aan de huid
geen golf kent zijn gelijke
onze cadans van binnenlander breekt
een dag strekt zich uit tussen handdoekliggen en
pootjebaden,
tussen het ongemak van klevende korrels en afspoelende
zee
op de klinkers van de promenade een patroon van zigzag
we struinen van nieuwste zomermode naar déjà-vu
rode gloed snakt naar een zalvend terras
maanwitte schorten regelen het op en af van glazen
gespoeld keren we om
Voorpublicatie (3/3) uit de debuutbundel ‘Een halte in de stroom’ van Hans Van Miegelbeek die op zondag 25 mei 2025 om 15:00 u. voorgesteld wordt in zaal Melac, Dorpstraat 31, 9052 Gent-Zwijnaarde.
De bundel is een uitgave van Uitgeverij Archipel.
Gastdichters op 25/5/2025 zijn Roel Richelieu Van Londersele, Annemie Deckmyn, Steven Van de Putte en Ludo Bleys. Het interview is van Rob De Winter (radio Tequila) en er is muziek van Isaac Poels (altiviool).