maandag 31 januari 2022

Zonde van het leven - Etienne Colman

Zonde van het leven

De jaren rukken op en ik drijf mee, de afgelegde weg
lichtzinnig vluchtig en banaal. Ik onderbreek te zelden,
mis zo vaak het onderscheid tussen de werkelijkheid
en wat me wakker houdt. Mijn angst is het vergeten.

Ik vertaalde mijn verleden naar het heden vals, verschool
me in de regel in het kreupelhout van gewetenloos
verlangen. De momenten heb ik slecht besteed. Ik was
gewoon. Ik was soms weinig meer dan een vermoeden.

Vanaf nu wil ik de muren over die nog moeten
opgetrokken worden, ook al tuimel ik zodoende
uit de tijd, beschadig zo de dag. Ik wil de tijd
terug om stil te staan. Om niet meer te bewegen.

Elke stop wordt woordeloos en droog. En veel te kort.
Zonde van het leven.

© Etienne Colman
Hamme

Dit gedicht werd in oktober 2021 bekroond met de tweede prijs in de
wedstrijd “Poëziepad van A tot Z





vrijdag 28 januari 2022

Gedichtendag. The morning after.

Gisteren was het zowat overal Gedichtendag. Zeker ook in Wevelgem waar de drie 'plaatselijke' maar zeker ook 'universele' dichters geïnterviewd werden door Digther-redacteur Alain Delmotte

'The morning after' kijkt Alain nog even terug op zijn Facebook-bladzijde en geeft ons  twee citaten mee die er niet om liegen:

"Gisteren was het gedichtendag. Vandaag niet meer: hoe stom. Gisteren ging ik in de bibliotheek van Wevelgem in gesprek met Philip Hoorne, Mattijs De raedt en Jeroen Messely. Op het einde van de avond vroeg men mij om een slotwoord. U kunt het hier lezen. En laat het vandaag zoals alle andere dagen opnieuw gedichtendag zijn.

‘Tot slot, dames en heren wil ik nog twee citaten over poëzie op u loslaten. Dat hoort op een gedichtendag. Het zijn er twee van de Franse dichter Antoine Emaz.
'Si la poésie n’est pas utile dans la vie pratique, elle devient nécessaire dès que la vie se révèle impracticable’, ‘Indien poëzie geen nut heeft in het dagelijkse leven, dan wordt ze noodzakelijk van zodra het leven als onuitvoerbaar uitvalt’. En ik vraag me daarbij af of het leven wel uitvoerbaar is zonder één of andere vorm van poëzie."
 
‘Je dirai simplement que la poésie c’est de l’air: elle aide à respirer dans un monde irrespirable.’, ‘Ik zou gewoon willen zeggen dat poëzie lucht is: ze helpt ons ademen in een verstikkende wereld.’ In een tijd waar oorlogsretoriek het weer goed lijkt te doen is poëzie zuurstof voor de taal. En hiermee ook zuurstof voor de lezer.’

Als 'uitsmijter' (maar heel zeker niet om het af te leren) plaatsen we hier ook nog een gedicht van Jeroen Messely dat zich in de Wevelgemse bib eerder al in postervorm liet lezen.

#alaindelmotte #jeroenmessely #mattijsderaedt #philiphoorne #bibwevelgem #wevelgem 



woensdag 26 januari 2022

Dun lied donkere draad - Zeventig jaar later!

Op de blog van de VWS doet de 'Dun lied donkere draad'-provincie vandaag een warme oproep om lid te worden van de vereniging.

Een gelegenheid die wij hier graag gebruiken om te herinneren aan het feit dat het alom bekende gedicht 'West-Vlaanderen' van de heer Hugo Claus, en dat de VWS als mooi motto dient, dit jaar warempel 70! wordt. (Zeventig!)

We geven het hier, met dank aan de VWS om ons er aan te herinneren, erg graag nog 's helemaal mee! Claus dus, zoals alleen (de jonge) Claus kon klinken!


WEST-VLAANDEREN


Dun lied donkere draad
land als een laken
dat zinkt.

Lenteland van hoeven en melk
en kinderen van wilgehout.

Koorts en zomerIand wanneer de zon
haar jongen in het koren maakt.

Blonde omheining
met de doofstomme boeren bij de dode haarden
die bidden ‘Dat God ons vergeve voor
wat hij ons heeft aangedaan’.

Met de vissers die op hun boten branden
met de gevlekte dieren de schuimbekkende vrouwen
die zinken.

Land, gij breekt mij aan. Mijn ogen zijn scherven.
Ik in Ithaka met gaten in mijn vel,
ik leen uw lucht in mijn woorden.
Uw struiken uw linden schuilen in mijn taal.

Mijn letters zijn: West-VIaanderen duin en polder.

Ik verdrink in u,
land. gij wordt een gong in mijn schedel en soms
later in de havend
een kinkhoorn: mei en kever. duistere lichte
aarde.

© 1952, Hugo Claus
Uit: Gedichten
Uitgever: De Bezige Bij, Amsterdam, 2004
ISBN: 90 234 1287 7

Warme oproep van de VWS
'Dun lied donkere draad', het gedicht bij Poetry International
West-Vlaanderen bij Lyrik-line
Claus leest 'West-Vlaanderen' op Youtube

 

 


 

 

 

 

 

 


 

dinsdag 25 januari 2022

Minnebrief - Rob Van de Zande

Mijn allerliefste Meisje,

wanneer zal enige verwelking jouw aanschijn belagen? Het kan toch niet anders dat jij door de getijden heen ook de mooiigheid van jouw prille voorkomen blijft behouden. Of heeft er reeds een poëet jou de eeuwige praal toegekend en leid jij thans een weelderig bestaan door diens coupletten?

Of heb je jouw ranke postuur tentoongesteld aan een penseelmusicus, die bij voltooiing dit schilderij als zijn meesterwerk kan beschouwen? Of ben je waarachtig een bovenaards wezentje dat opgewassen is tegen Tijds kruid en tegenspoed? Zolang je innige liefde met me deelt hoef je het me niet aan waarheid te brengen. Hopelijk kweek je onverhoeds geen vleugeltjes die jou ten hemele doen stijgen. Dat zou me waarlijk bezeren en me dopen in een diep bekken van droefenis.

De wens dat je aards bent en deze wereld niet zal ontvluchten is even groots als het Bovenmeer. Mijn meisje, het is mijn tijd. Als deze vragen jou misnoegen toebrengen, wees zo lief en vergeet ze terstond. Indien je toch in het Hemelrijk verblijft, werp dan en af toe eens een oogopslag naar benee - dit zou me in de hoogste mate verruķken.

Altijd de jouwe,

je Rob Van de Zande





donderdag 20 januari 2022

Een leven als een oefening in verdwijnen

Pluto. Aan het einde van de weg rechtdoor.
van Lara Taveirne

Recensie: Jet Marchau

Er zijn romans waarin je wil blijven lezen en wonen. Verhalen vanuit de buik geschreven en met een pen om jaloers op te zijn. Je wil niet dat ze eindigen. 

Bij mijn selecte lijstje voeg ik zonder aarzelen Pluto (2021) van Lara Taveirne toe. Maar daar stonden ‘De kinderen van Calais’(2014) en ‘Kerkhofblommenstraat’ (2018) ook al.

In Pluto nemen 2 vrouwen, Loekie en haar moeder Antonia (Tonia) , ons mee in hun familiegeschiedenis. Een geschiedenis doorspekt van onmogelijk verlangen, van verlies, van rouw, amper gelouterd door bladzijden van flitsend geluk.

Na de zelfdoding van Antonia (Tonia) wacht de treurende dochter Loekie in haar huis op de komst van haar broer Rowan. Ze stoot er op een verborgen schrift en een bundel verhalen.

Het blijken de memoires, een zielsopenbaring van haar moeder, die ze vooral kende als een teruggetrokken, onzekere vrouw, het liefst onzichtbaar tussen haar boeken…

Ik zie mijn leven als een oefening in verdwijnen’ (blz. 209) schrijft ze in een nooit verzonden brief naar haar grote liefde Youssef, de verdwenen vader van haar zoon en dochter.

Dochter Loekie leest schroomvallig, maar kan niet stoppen: ‘Als gevallen knikkers zijn haar ogen over de woorden gestuiterd’ ( blz. 97). In de teksten van haar moeder (in de ik persoon en in de verleden tijd), ontrolt zich een doorleefd kluwen van relaties, over drie generaties heen. Daardoor komt niet alleen Antonia in beeld, maar ook haar flamboyante moeder Maria Josepha (voor Loekie oma Zee) , levend naar de vrijheid- blijheid hippiegedachte van de jaren 70, van haar drie zussen, hun verschillende vaders en vooral van de mysterieuze vader van Antonia. Die ontdekking van wie en hoe die vader eigenlijk was en de beschrijving van de korte liefde tussen haar ouders zorgen voor een spanningsdraad die zich jaren later herhaalt in het persoonlijk verhaal van Tonia. Ook zij werd later verlaten door haar grote liefde.

Niet alles is verlies en verdriet. Tonia’s lievelingszomer in 1987 beschrijft ze met de ongeremde blijheid en de nieuwsgierige ogen van een tienjarige als eindeloos, ‘De mooiste zomer van mijn leven’. Een avontuur, zo gedetailleerd en zintuiglijk beschreven, om in te kaderen.

Pluto wordt meteen een ijkpunt in de roman, een droomplek waar Tonia als volwassen vrouw met een baby en een kleuter naar terug keert. Om er wellicht (vergeefs) het geluk terug te vinden.

De hippe moeder Maria- Josepha (er staat een stamboom voorin de roman) kocht het huis in een opwelling, gecharmeerd door de romantiek van een bouwvallig huisje aan een dijk, in the middle of nowhere. Of, in het hol van Pluto.

Dat dit geluk maar één zomer duurde, ligt aan haar verkeerde inschatting:

'De hectische wereld die ze had willen achterlaten, bleek een wereld die haar het best paste’ (blz. 91).

Ze had getuigen nodig, een publiek . Zonder was ze kansloos.’(blz. 92).

De tegenstelling tussen dochter Tonia en haar moeder kan niet groter zijn.

Ook de bladzijden waar Tonia en Youssef (Toto en Jojo) hun liefde beleven, zijn van puur geluk. Je wil blijven lezen hoe Youssef Tonia op handen draagt, hoe zijn woorden haar koesteren en omkringen. Zelfs wanneer Tonia na de geboorte van zoon Rowan weer in de diepste diepte zakt. Tot Youssefs woorden te kort schieten en hij vlucht om zelf niet in de duisternis te worden mee gezogen:

Het is voor de lezer een anticlimax na die prachtige bladzijden. Maar Tonia reageert begripvol:

Die nacht trof ik Youssef aan op een stoel naast het bed.(…) Hij stond al aan de afgrond, hij had alleen nog het laatste duwtje nodig. ‘Je mag het opgeven, Jojo. Ik heb geen zin meer. (blz. 196)

Dochter Loekie interpreteert: ‘Want dat heeft ze uiteindelijk gedaan: ze heeft hem laten gaan. Ze zag zichzelf als het grote blok beton aan zijn been en dus heeft ze zich van hem losgeknipt. Met een beetje moeite kon je er een teken van liefde in zien. ‘ ( blz. 198) .

Langzaam zie je Tonia naar de schaduwwereld ‘Pluto’ terug gezogen worden.

Want Pluto staat niet enkel voor de plaats en het bouwvallig huis, de naam staat ook voor de boot van de veerman met alle symboliek die er aan vasthangt, voor de verste planeet in ons zonnestelsel (een utopie voor Tonia dus) - maar vooral, voor de god van de onderwereld, de heerser van schaduwen: ’Morgen ga ik naar Pluto. Morgen zullen we verloren zijn. Morgen zijn we weg’(blz. 215)

Maar ze keert noodgedwongen en na een nieuwe (voor mij wat overdadige) draad naar de wereld terug, voor haar kinderen. Hoewel: “Ik leef in andere werkwoorden en leven is daar niet bij- overleven wel, of toch net.”(blz.212)

Tot ze, wanneer de tijd rijp is, uiteindelijk voorgoed verdwijnt, Aan het einde van ‘haar’ weg, gaat ze rechtdoor, de zee in.

Loekie leest in de nooit verzonden brief van haar moeder aan Youssef, de deels in hoofdletters geschreven woorden ‘ik KOM TERUG’. Loekie interpreteert:

Het is typerend dat haar moeder ‘ik’ in kleine letters heeft geschreven. Bij leven liep ze ook altijd wat gebogen. Ze praatte zachtjes en murmelend. En meteen na het avondeten doofde ze alle lichten om mogelijk bezoek te misleiden. Al jaren voor ze de zee in liep was ze bezig zichzelf uit te gommen.’ (blz. 199). Maar wanneer Loekie haar duim op de ‘ik’ legt, leest ze: KOM TERUG, een noodkreet van haar moeder naar Youssef?

Ik las de 299 bladzijden van de roman als betoverd. Niet enkel vanwege het sterk uitgewerkte thema, maar ook vanwege de sterke taal. Opnieuw nam ik, zoals in mijn ‘recensiejaren’, een potlood en noteerde ik zin na zin of woord na woord. Ik vulde volle bladzijden, in bewondering voor iedere raak geformuleerde beschrijving, ieder verrassend beeld.

Tonia over moeder Josepha die vanuit Pluto met haar dochters terugkeert naar de stad:

Mijn moeder had de sprei als een reusachtige sjaal om haar bovenlichaam gewikkeld. Ze leek alleen nog maar vaag op zichzelf, alsof iemand haar vacuüm had getrokken. De woorden en de wilde emoties waren er allemaal uit, alleen het omhulsel zat nog bij ons.' (blz. 93).

Loekie over haar broer Rowan: ‘Haar broer loopt rond in een oud toneelstuk. Voor elke nieuwe dag rolt hij een andere achtergrond uit.’ (blz. 101)

Loekie over haar tantes: ‘Het was alsof hun tantes elkaar konden lezen, ook wat in potlood werd gedacht’ (blz. 103). En na de toespraak van tante Eliza op de begrafenis van haar moeder:

Toen waren haar woorden vochtig geworden’. (blz. 105)

Ik laat de vele andere woorden en zinnen voor de toekomstige lezers. Ik hoop dat het er veel zijn. En dat het voor anderen een plaats krijgt bovenaan op hun must-read lijstje.


In boekenvriendschap,

© Jet Machau
Januari 2022

Deze recensie werd ook gepubliceerd op 'Dun lied donkere draad', de blog van de VWS en op "Brugge leest".



zondag 16 januari 2022

De omstander - Alain Delmotte

Een blik van hem kan fataal zijn: geringeloord in zijn oordeel en in dat oordeel zal hij je blijven achtervolgen.

Van nu af aan veronderstelt hij je en blijft hij je klinisch achter je rug observeren.

Met anderen gaat hij weddenschappen over je aan. 

© Alain Delmotte


Uit ‘Inzichten’ een biografisch boek met schilderijen van Herman Van Nazareth. Het boek bevat ook de cyclus ‘Nevenpersonages’, gedichten van Alain Delmotte gebaseerd op een aantal werken van de schilder.

Meer info: Herman Van Nazareth in de Verbeke Foundation

 

Herman Van Nazareth
'Mijn geheime liefde'

zaterdag 15 januari 2022

De bedrieger - Alain Delmotte

De bedrieger

1.

Je herkent hem zo. Je herkent wat je in hem van jezelf herkent.

‘Bedriegen waarom zou het je laten? Het kost een mens niks’, redeneert hij en hij poneert daarmee zijn onkreukbare logica en onmenselijkheid.   

2.

Iets tussen een klikspaan en een hielenlikker. Een zelfverzekerde opportunist: hij gaat uitsluitend voor succes.

In niets is hij authentiek. Zelfs wat hij defeceert is nep.


© Alain Delmotte


Uit ‘Inzichten’ een biografisch boek met schilderijen van Herman Van Nazareth. Het boek bevat ook de cyclus ‘Nevenpersonages’, gedichten van Alain Delmotte gebaseerd op een aantal werken van de schilder.

Meer info: Herman Van Nazareth in de Verbeke Foundation


Herman Van Nazareth
'Tête'

 

vrijdag 14 januari 2022

Personage met identiteitskaart - Alain Delmotte

Personage met identiteitskaart

1. 

Hij heeft altijd zijn identiteitskaart bij zich – alsof dat zijn bestaansreden betreft.

Zo weet hij op elk moment van de dag wat hem naar alle waarschijnlijkheid drijft, wie de dubbelganger is die hij moet zijn en voor wie van beiden hij op de vlucht is. 

2.

Hij houdt dwangmatig zijn identiteitskaart bij zich. 

Zoniet, denkt hij, is hij zijn bezieling kwijt.

Zo wordt, hoopt hij, zijn wezenlijkheid niet weerlegd, zijn waarachtigheid niet ontkend.

3.

Wat hij bezit, zijn identiteitskaart geeft er kleur aan: een geboortedag, een geboorteplaats, een naam, een taal.

Had hij die taal niet: dan had hij van overal kunnen komen - dolend door ijle jaartallen, bezitter van enkel twijfels.

En twijfels, wat vang je daar in de taal mee aan?

4.
De wereld had niet langer een verschijningsvorm, had hij zijn identiteitskaart niet bij.

Een ‘hij’ is hij met hetzelfde gezicht van de velen die op hem proberen te gelijken, van de velen op wie hij probeert te gelijken.


© Alain Delmotte


Uit ‘Inzichten’ een biografisch boek met schilderijen van Herman Van Nazareth. Het boek bevat ook de cyclus ‘Nevenpersonages’, gedichten van Alain Delmotte gebaseerd op een aantal werken van de schilder.

Meer info: Herman Van Nazareth in de Verbeke Foundation

Herman Van Nazareth
'Figure in a yellow landscape'


donderdag 13 januari 2022

Herman Van Nazareth in de Verbeke Foundation

Momenteel is er in de Verbeke Foundation in Kemzeke  een tentoonstelling te zien met o.m. werk van schilder/beeldhouwer Herman Van Nazareth.

In dit filmpje uit 2013 vertelt wijlen Willy Van Den Bussche iets over de ontwikkeling van de thans 85-jarige taaie Van Nazareth.

Naar aanleiding van deze tentoonstelling gaf de Verbeke foundation een boek uit onder de titel ‘Inzichten’. In dit boek vinden we  foto’s van schilderwerken van Van Nazareth terug en lezen we prozagedichten van Alain Delmotte die hij schreef bij het werk van Van Nazareth.

Deze reeks miniaturen kreeg de titel ‘Nevenpersonages’ mee en is vooral geïnspireerd op de talrijke schilderwerken waarin Van Nazareth quasi obsessief het gezicht centraal stelt. Delmotte motiveert zich aldus:

Wat me het meest aanspreekt in het werk van Herman is die queeste naar het gezicht. Ik koppel daaraan het begrip l’épiphanie du visage (de openbaring van het gelaat) van de filosoof Emmanuel Levinas. Hij gaat ervan uit dat het gelaat van de ander een appèl doet op onze verantwoordelijkheid. (…) (Pagina 57, Inzichten)

De schilderwerken zijn niet alleen een zoektocht naar de Ander, maar eveneens een zoektocht naar de Ander in onszelf. Naar die elementen die ons al dan niet in de ogen van de Ander tot een Ander maken. Er zitten ‘nevenpersonages’ in ons verscholen en elk werk van Herman legt iets daarvan genadeloos bloot.’

De komende dagen brengen we drie teksten van Alain Delmotte, die afkomstig zijn uit deze reeks. ‘De koppen’ die bij de teksten horen zijn facultatief.
 
Extern
Tentoonstelling Verbeke Foundation
Herman Van Nazareth
Willy Van den Bussche over Herman Van Nazareth  
Inzichten, het boek




 

 

 





vrijdag 7 januari 2022

De dag van de vinger - Pieter Drift

De dag dat Wims vinger veranderde zou hij, volgens zijn vader, nooit vergeten. Het was een koude droge dag.

Als hij nu iemand de weg wijst, kijkt die persoon alleen naar zijn vinger. Het topje daarvan loopt sinds die bewuste dag in een puntje. Alsof de vinger in een puntenslijper is geweest, alleen haalt die er iets af en Wims vinger tweeënhalve centimeter langer is geworden, alsof er een hoedje op staat. Nadat de wond genezen was, werd Wim al snel de beste pijltjesdraaier in de buurt. Altijd vroegen ze hem of hij de pijltjes wilde draaien. Zijn pijlen waren legendarisch. Ze pasten altijd precies in de pvc-buis.

Wim werd ouder en steeds minder vroegen kinderen of hij hun pijltjes wilde draaien. De vinger begon aan nutteloosheid te winnen. Natuurlijk wist iedereen in het dorp wie hij was. Op zijn dertiende kwam Trijntje naar hem toe. Met een glimlach op haar gezicht vroeg ze of ze de vinger mocht aanraken. Wim weigerde maar toen ze in ruil een kus wilde geven, ging hij overstag. Eerst leek het een gewone kus maar toen Trijntje met haar duim het puntje van de vinger heen en weer begon te bewegen, opende ze haar mond en zoog zachtjes zijn tong naar binnen. Er zat een symmetrie tussen duim en tong.

De volgende dag kwam Nelleke naar Wim toe. Ze pakte zijn vinger en stopte haar tong in zijn mond. In niets leek het op wat Trijntje had gedaan en toch was het hetzelfde. Nelleke haalde haar tong na een paar seconden weer uit zijn mond en liet de vinger los. Met de rug van haar hand veegde ze langs haar lippen. Daarna liep ze met een glimlach weg. Met zijn duim bewoog hij langzaam het puntje van zijn vinger terwijl hij voor zich uit staarde. Nelleke smaakte anders dan Trijntje. Ook was haar tong kouder. Een uur later vroeg Janet of ze zijn vinger mocht vasthouden. Ze kneep hard in zijn vinger terwijl ze met geweld haar tong in zijn mond propte. Hij maakte haar vingers los en vroeg of ze alleen zijn vinger wilde aaien. Vanaf dat moment ontspande Janet en vonden ze het juiste ritme. De volgende dag kwam Pam voor hem staan en tilde haar rok op. Ze vroeg of hij haar daar wilde aaien. Tijdens het kussen raakte hij haar aan. Hij verbaasde zich over het behangplaksel tussen haar benen maar al snel gebeurde er iets waarvan hij niet wist dat het bestond. Alles was warm en nat. Van de dag van de vingerverandering weet Wim niets meer maar de dag dat Pam hem gevraagd had haar te aaien, herinnert hij zich nog heel goed.


© Pieter Drift

Over de auteur
Pieter Drift (1967) studeerde in 1991 af aan de kunstacademie te Rotterdam. Hij etst, tekent en schrijft. Zie pieterdrift.nl. Samen met Willem Jakobs vormt hij sinds 2012 een kunstenaarsduo. Werk te vinden op jakobsdrift.nl. Publicaties in o.a. Extaze, Ballustrada, Tijdschrift Ei, De Optimist en Ambrozijn.

 

 

 

 


 

 

woensdag 5 januari 2022

Dorpsbibliotheek van Wim van den Abeele en Geert van Istendael

Dorpsbibliotheek. Oud-Heverlee in gedichten.
Recensie: Frank Decerf

 
Of er nog veel echte dorpsbibliotheken bestaan, zal ik maar vlug gaan betwijfelen. Jaren van cultuurbesparing en vreemde inzichten hebben, ook in dit domein, voor een meedogenloze verkaveling gezorgd. Gelukkig bestaan er dichters die met hun poëtisch werk het vergeten een halt toeroepen. In de bundel Dorpsbibliotheek besloten Wim van den Abeele en Geert van Istendael op dezelfde tandem te gaan zitten. De rit is geslaagd; ze kwamen tot een fijne samenwerking. Een zeer puike uitgave van Uitgeverij P met schitterende en krachtige, illustratieve ondersteuning van Judith Vanistendael geeft dit boek een sterke présence. De illustraties belonen de grondige lezers. De tekeningen zijn meer dan een aanvulling. Ze maken sterk deel uit van het leesgenot.

De twee literatoren brachten een visualisatie van hun woongebied; de vijf dorpen van Oud-Heverlee. De streek waar ze leven en werken en waar ze ondertussen niet meer weg willen ligt heel dicht bij de taalgrens. Bart Vonck vertaalde en hertaalde enkel gedichten in het Frans.

L’orgue dans l’église Sainte-Anne
Cet instrument, menu comme un quatrain,
donne pourtant aux pieds, aux mains tout
ce qu’ils désirent. Van Peteghem fecit,
ses sons cristallins ont traversé les sciècles.
                                                    
© Geert van Istendael
© Vertaling : Bart Vonck

De gedichten in Dorpsbibliotheek zijn nooit bekrompen, nooit parochiaal... Ze zijn eerder mondiaal. Geen romantische natuurlyriek; er is veel meer dan dat. Beide auteurs hebben heel regelmatig over hun nabije omgeving geschreven. Van den Abeele schrijft in dit werk kort verhalende poëzie in doordachte parlandostijl.

Estaminet – Nanke

In zijn kijken lag meer november
dan gele blaren op de grond.
Wat geeft hij om de bijtende wind?
Wat maalt hij om de laatste korsten?
Angst spoelt hij door met lauwe pils,
met dagen staren, een hond gelijk.
De winter haalt hij niet.
De lege steenweg blikt terug
Met bomen karig, takken dood.
Slapend in een perfecte O
tussen twee kratten bier.
Nuchter. Een kat met negen levens.

© Wim van den Abeele

Geert van Istendael is tegen het superioriteitsgevoel van de stad, tegen de chaos van het verkavelingsbeleid en de zo typische lintbebouwing. In zijn gedichten is elke versregel poëtisch afgerond. De natuur wordt zijn werkplaats.

Rijm

Nachtvorst is kunstenaar. Of wacht. Misschien
wiskundige? Elk spinrag, ieder takje
verhelderd tot stramien, tot stram bewijs.
Dat is de algebra waarop je wachtte,
pas nu kun je de samenhangen zien.

Je tikt op weidedraad. Het ijs zit vast.
Geen halve dag meer en de druppels vallen.
Zij weten niets van korrels en kristallen.

© Geert van Istendael

De twee dichters, die goede observatoren blijken te zijn, hebben vermoedelijk lange veld- en boswandelingen ondernomen om alles op hun netvlies vast te leggen. Hun observaties hebben ze hertaald in ontwapenende poëzie. Ze worden aangetrokken door de kleinste details in de natuur en zien wat de fauna en flora hen te bieden heeft. Via taal bewijzen ze de waarde van onze natuurplekjes. De ecologie krijgt, in Dorpsbibliotheek, voorrang op de mens. Het zijn als het ware gelegenheidsgedichten die en route werden gecreëerd.


Dorpsbibliotheek, Wim van den Abeele en Geert van Istendael, Uitgeverij P, Leuven, 2021, ISBN 978-94-93138-56-8
 

Recensie: © Frank Decerf
 



















maandag 3 januari 2022

België, overdwars - Twee gedichten van Arne Deprez

België, overdwars

1. Torgny

onder cirkels van de buizerd

dragen de hellingen naast druiven
sporen van karren
onder het asfalt

draagt de echo
het getok van de wandelstok
tegen de warme gevels

draagt het oker
twee eeuwenoude
deurgaten en hun dorpels
waartegen het geklabetter
van paarden

van hun mensen
dragen de vensterbanken
potten en perken

het talloze roze rodig geel
en paars

 

© Arne Deprez


2. Knokke

onder het drijven van de meeuw

de zon die de blinkende bustes
en de natte voorhoofden
sableert
tot ze blinken

tot de geboetseerde
aarde weer klei wordt

en de golfbreker
een duikboot in het water
die niet alleen
het water
breekt

maar ook
het lichte strand
en haar mensen opdeelt

© Arne Deprez

 




zaterdag 1 januari 2022

Wensen voor het nieuwe jaar

De voltallige redactie van de Schaal van Digther wenst je een gezond, inspirerend en creatief 2022.

Dat wat zuiver is ons op mag wachten! Lang leve het Blanco van de dagen.

 #gelukkignieuwjaar #nieuwjaarswens #magikjullie #hetjaar2022

Werk van Juan Carlos Lozaro, zoals gezien op 'Silentium' 2021