toch wel
de duisternis zet in
we hebben een uitgestrekt Zweeds meer, glad als een aal
gekartelde dennenbossen op de oevers, twee indommelende talingen
lucht die naar hars en silex ruikt én een lamlendig traag roeiende veerman
die ons onbedoeld overzet
als een volleerd kalligraaf pent de veerman onze namen
in het water, ‘toch wel, toch wel’, mompelt hij plichtsgetrouw
‘de antwoorden zijn hier’
we kijken, achteruit, naar hoe de dag ons plots verlaat
we zwijgen, er is ruimte voor twijfel
we herinneren ons nauwelijks van waar we zijn vertrokken
de avondzon liegt om bestwil
©
Hilde Devoghel
Uit haar biografie:
'Een mens denkt elke dag een zee van 50.000 gedachten.’ Hilde Devoghel
(1961) duikt in die gedachten en schrijft zich een universum waarin plaats is
voor liefde, gemis, wetenschap en levenslessen (ook die voor een dichter).
Begin 2023 publiceerde ze de gedichtenbundel 'Meestal zijn we aardig' bij
uitgeverij Pelckmans. Meer info over deze gedichtenbundel op de site van de auteur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten