dinsdag 22 juli 2025

In vrede rusten? - Jef Boden

Een poëtische beschouwing van Jef Boden.

Over verwenste gedichten en verbannen dichters
 in Oekraïne en elders.

Rusten  in vrede? In alle stilte? Is dat werkelijk een belofte voor na de dood? Wat wanneer een ingrijpende versie van de hel vooraf al je deel was? Aan verwenste gedichten of verbannen dichters wordt na de dood weinig balsem verspild. Zelfs een graf biedt geen garantie. Van Isaac Rosenberg tot Vasyl Stus: telkens anders en toch….

Dmytro Stus beschrijft hoe hij, 23 jaar jong, het lichaam van zijn vader dat begraven ligt bij het beruchte Sovjet-strafkamp Perm-36 naar Kyiv overbrengt. Na de val van de muur en het verkruimelen van het vermolmde Sovjetsysteem laten enkele families van dissidenten er geen gras over groeien. De oude administratie probeert nog even dwars te liggen maar vergezeld van een documentaire filmploeg en met vele attesten in de hand brengen ze de lichamen van Vasyl Stus, dichter Yuriy Lytvyn en leraar-dissident Oleksa Tykhy naar de Baikove begraafplaats.

Of ze dan al vermoedden dat het slechts enkele jaren zal duren vooraleer ene Poetin macht en kampen in “ere” zou herstellen? Aanvankelijk werden de kampen, met administratie, in navolging van het SS-voorbeeld, opgeruimd. Bijzonder is dat net Perm-36, een van de beruchtste, nog werd ingericht als museum om te getuigen van de voorbije terreur.

In Kyiv is er in een kerk een afscheidsviering. Dan gaat het gezelschap, met de kisten, in een bus op pad. Onderweg houden ze halt bij het monument van dichter des vaderlands Taras Chevtchenko. Uit eerbied en erkenning dragen ze de kisten driemaal rond het standbeeld om die vervolgens op hun schouders naar de begraafplaats te brengen. Was het in Perm, boven de Oeral en richting Siberië een dag vroeger slechts enkele graden onder nul, in Kyiv vroor het die dag meer dan 20 graden. Toch waren er enkele tienduizenden Oekraïeners aanwezig. Hallucinant hoe Dmytro die tocht beschrijft, hoe hij vertelt hoe zijn vader van een anoniem graf met bordje “9” naar een respectvolle plaats reist, waar de massa roept dat de grafdelvers voldoende werk geleverd hebben. In die vrieskou zullen ze allen een handvol aarde werpen om het graf te dichten.

Je naam op een graf is niet altijd vanzelfsprekend. Vraag het aan Isaac Rosenberg, een niet zo vaak geciteerde War Poet. Hij stierf wellicht iets te vroeg om een vaste vermelding naast Wilfred Owen of Siegfried Sassoon te veroveren. Even een gedicht dat – gelukkig voor ons – het thuisfront bereikte.

Luizenjacht

Naakt zijn ze – meerstemmig schreeuwen ze
Glimmend, grimmig , dreigend. Grijnzende duivelstronies
En razende ledematen
Wentelen vlammend over de vloer,
Om een hemd vol krioelend ongedierte
Die soldaat schreeuwde het uit
Met vloeken
Waarvoor iedere god zou verschrompelen, maar niet de luizen.
En snel werd het hemd verlicht
Boven de kaars die hij had aangestoken terwijl wij daar lagen.
Dan sprongen we allen op, stripten
Om te jagen op het smerige gebroed.
Als in een duivelse pantomime
Werd de plaats snel een razernij.
Zie die happende silhouetten,
Zie die grijpende schaduwen
Te midden  van de vechtende armen op de muur.
Zie de reusachtige verkrampte vingers
Graaien in grootse lijven
Om dat extreme kleine te vermorzelen.
Zie hoe die vrolijke leden zich in het hete Hoogland gooien
Omdat zo’n tovenaarsvenijn
Heerlijk vanuit de stilte feest
Terwijl onze oren haast gesust waren
Door de duistere klanken
Van de trompet van de Slaap.

© Isaac Rosenberg
© Vertaling Jef Boden

Isaac wordt op 25 november 1890 in Bristol geboren in een Litouws-joods vluchtelingengezin. Ze verhuizen naar Stepney, een arme wijk in London, waar de jongen tot zijn 14 school loopt. Zijn leercontract als etser en zijn tekeningen openen de deuren van een avondopleiding aan een kunstacademie. Zijn interesse voor beeld en poëzie groeit. In juni 1914 trekt hij naar Zuid-Afrika in de hoop in een warmer klimaat zijn chronische bronchitis onder controle te krijgen. Wanneer de oorlog losbarst is “On receiving News of the War” zijn eerder kritische poëtische reactie binnen een golf van patriottische gedichten. In 1915 keert hij naar Engeland terug en wanneer het hem niet lukt een job te vinden meldt hij zich bij het leger. In 1916 belandt hij aan de Somme. Alles eindigt voor hem en tien van zijn makkers wanneer op 1 april 1918 een granaat in  hun midden ontploft. Ze worden in een gemeenschappelijk graf begraven. In 1926 worden de ongeïdentificeerde lichamen opgegraven en herbegraven. Onder zijn naam “Artist and Poet”, erboven “Buried near this spot”.

Een anoniem of een gemeenschappelijk graf hoeft dat niet altijd te blijven. Neem Volodymyr K Vakulenko.  Neem de zorg om je zoon en je bekende sympathie voor je Oekraïense moedertaal. Wat als de Russische bezetter dan aan je voordeur staat en die in de weegschaal werpt? Volodymyr Vakulenko voegt die K niet toevallig aan zijn naam toe. Het initiaal staat voor Kapytolivka, zijn geboortedorp; waar hij in een rustig wit huisje woont en zijn gedichten en kinderboeken schrijft.

Is het door verraad, een uitgesproken tip, dat hij op 22 maart 2022 wordt opgepakt terwijl zijn huis tijdens een huiszoeking overhoop wordt gehaald? Een dag later mag hij naar huis. Voelt hij dan dat het onheil nog steeds boven zijn hoofd hangt? Zijn oorlogsdagboek begraaft hij onder de kersenboom in zijn tuin. Alleen zijn vader weet ervan. Zelf verdwijnt Volodymyr op 24 maart voor een tweede maal. “Vandaag of morgen komt hij wel terug,” deelt een soldaat mee. 6 maanden later, na de bevrijding van Izium, worden uit massagraf 319 een aantal lichamen gehaald waartussen door een foto en DNA-onderzoek zijn lichaam wordt geïdentificeerd. Hij krijgt een persoonlijk graf in Charkiv.

Schrijfster Victoria Amelina weet met behulp van de vader het dagboek terug te vinden. In de heropgeknapte dorpsbibliotheek wordt Volodymyr herdacht. Victoria Amelina blijft zich inzetten om verhalen van omgekomen auteurs te verzamelen. Zij vervoegt die lijst wanneer een gerichte raket in de zomer van 2023 in Kramatorsk inslaat in een restaurant waar ze met collega’s samen is.

In het tweede deel van zijn oorlogskronieken noemt Andrej Koerkov het net geen ongewilde vooruitziendheid dat Vasyl Stus niet in Donetsk maar in Kyiv herbegraven is. Het bas-reliëf waarmee hij in de universiteit van Donetsk werd herdacht is reeds in 2014 door separatisten vernield.  Welk lot zou een graf getroffen hebben? Eenzelfde bedenking bij Taras Chevtchenko. Na 10 jaar dwangarbeid werd hij begraven in Sint-Petersburg. 58 dagen later werd zijn lichaam overgebracht naar Kyiv. Vervolgens is hij per boot over de Dnjepr naar Kaniv gebracht. Daar rust hij nog steeds.

Naast een oorlog kunnen je poëzie en je vrijheidsdenken je naar de eeuwigheid loodsen. Om te rusten in vrede?

© Jef Boden

Andrej Koerkov: Onze dagelijkse oorlog, Balans, ISBN 978 9463 8235 31
Dmytro Stus: Vasyl Stus. Life in creativity, ISBN 978 3838 2163 17

 






 

Geen opmerkingen: