vrijdag 6 december 2024

Leerdicht over de kroeg - Alain Delmotte

(Uit de cycus: 'Grand Soir')


1.

Eenzaamheid is de verste reis die je ooit ondernam: het was de weg naar je kroeg. Je ging er om in goed of slecht humeur bij te leren.

Je kroeg is het toeverlaat voor je overdosis aan sombere gedachten. Je kunt die daar aan dronkenschap kwijt.

Je ontmoet er andere lichamen die ook te week waren om alleen thuis te blijven. Wat ze er zoeken? Net als jij: een nog grotere eenzaamheid en die valt daar met hopen te rapen. 

Je heft er enthousiast het glas op het welslagen van je falen.

2.

Je hebt een kroeg voor elk van je droefenissen: het is zaak om die in de hand te houden.

Welke kroeg je ook binnenstapt, ze kennen je daar allemaal, al de treurigen die er zijn, allemaal met dezelfde droefenissen.

Allen zijn ze dezelfde - maar elk met een ander lichaam dat ze overigens met moeite als het hunne beschouwen.

En al die lichamen samen bedachten er zatte plannen voor een grand soir.

3.

Iedereen hier laat zich in dezelfde lichaamstaal lezen. Het begin van de taal lijkt opgeschort. Wijn maakt monddood. 

Iedereen houdt zich in om om hulp te roepen – iedereen weet dat het toch niet helpt.

(Hou je liever stil. Kijk dieper in het glas. Laat de taal eindelijk een afgesloten hoofdstuk zijn.)

4.

Hier met anderen zijn maakt grotendeels je eenzaamheid uit. Groter dan de eenzaamheid die je jezelf had ingeschat, de dag dat je volwassen werd.

Maar misschien is die dag er nooit gekomen.

Je vraagt je af of je niet beter was thuisgebleven. Dat je nooit een poging had ondernomen om volwassen te worden. Dat je je verder als een kind had moeten gedragen – wat je trouwens deed en het werd je kwalijk genomen.

5.

Hoe meer je hier alleen bent hoe meer er van je dorst te lessen valt.   

Je komt naar hier om de muziek die je op de achtergrond te neuriën krijgt. Je kunt die mee gaan kreunen.

Samen met allen die er nauwelijks aanwezig zijn.

6.

Giet je vol met droefenissen.

Daar is wijn voor. Droesem. Mistroostigheid.

Daar is een reden voor.

Daar zijn redenen voor: de plannen voor een grand soir  die je in je kroeg beraamde vielen op niets uit, op een moeilijk te verwerken kater.

7.

Iedereen houdt hier nauwgezet de tijd bij. Niemand is van plan om op tijd thuis te zijn.

De nacht is er tenslotte om lang op te blijven.

Daarom veroorzaakt sluitingstijd gegarandeerd eindeloze ellende.

Met wat geduld vindt je sleutel straks het gapende gat van je voordeur.


© Alain Delmotte


Dit leerdicht maakt deel uit van de cyclus 'Grand Soir'.
Alain geeft in navolgend Digther-bericht van 3/12/2024 een mooie toelichting bij de cyclus:
Grand Soir - Alain Delmotte - Digtherbericht


Alain Delmotte leest voor uit de cyclus 'Grand Soir'
Poëzieavond De Geus - Harelbeke 20/9/2024


Geen opmerkingen: