Op zondag 24 November 2024 werd in Galerie Pinsart in Brugge - waar
nog tot 15 december 2024 met 'Fieldwork' een hele mooie
tentoonstelling loopt van Goedele Peeters - 'Het gewicht van vleugels', de debuutdichtbundel van Jan Mestdagh
voorgesteld. Uit de bundel publiceerde DSvD eerder een aantal gedichten. Die
zijn na te lezen via deze link. Ondertussen stelde Geert Frateur die de bundel
in Brugge inleidde ook zijn inleiding ter beschikking voor publicatie. Waarvoor dank. De introductie op 'Het gewicht van vleugels' lees
je hieronder.
Zondag 24
november 2024
Beste Jan
Beste Goedele
Beste mensen
Het is me een hele eer én plezier om het poëtisch debuut van Jan Mestdagh
te mogen inleiden, op deze zeer fraaie expo -Fieldwork- van Goedele
Peeters.
Een debuut, dat voor mij niet als een debuut aanvoelt. Jan is wat
mij betreft al jaren ààn het débutéren. Zijn proces, zijn zoektocht, zijn calvarie
en stille passie tegelijkertijd. Alleen leidt het vandaag tot deze erg mooie
bundel. Een bundel waarvan bibliofielen en liefhebbers van kunst-gecombineerd-met-poëzie
kunnen snoepen. Fingerlickingly good.
Een debuut met een titel die niet ronkt, laat staan leest als
een gevleugelde zinsnede: Het gewicht van vleugels.
Het is een titel die de hyperlichte pennestrook van Jan verraadt. Maar ook
de gebalde kracht en souplesse van een Bruce Lee. Bruce Lee die in één
nanoseconde één droge tik uitdeelt. Ik ben iedere keer gevloerd wanneer ik de
titel lees. Ik word gevloerd door een massieve verwondering en ontroering nadat
ik de tik mentaal incasseer.
Bovendien, veroorzaakt de titel de mildste vorm van intellectuele verbijstering,
zoals ‘euhm’, ‘waddisdees?’
en ‘oebedoelde’?! Het-gewicht-van-vleugels-? ‘Ge-meentdaofwa?’
Eens dat ik voorbij deze verbijstering ben, komt de poëtische shock. De
poëzie van vier-woorden-in-die-volgorde, trekt dan als een minikaravaan
van zuurstof en energie doorheen mijn lichaam. Een soort existentiële
verademing en eveneens een opluchting: ‘ik denk wèl dat ik het snàp!’.
Maar, dan lees ik het nogmaals en val ik in een radeloze zwarte holte,
omdat het mijn wereldbeeld én levensfilosofie totaal op zijn kop zet. Mocht ik
het niet zo prachtig vinden, ik zou capituleren en zeggen ‘Ok, Jan,
meestermove, jij wint’.
Toch kan ik niet capituleren en denken ‘ik snap echt niks van deze titel’,
want ik vind het eveneens echt grappig. Het gewicht van vleugels!? Zo
hilarisch, dat een menselijk wezen, Jan dus, hierover heeft gemijmerd. Wegen
vleugels? Wegen ze in volle vlucht? Dragen ze niet vooral het beestje. Te zot
voor woorden, voelt het dan. Of beter, te licht voor woorden.
Zo lezen al zijn tekstjes, in deze bundel: te licht voor woorden. Ik
zeg bewust, tekstjes, maar dan niet minimaliserend bedoeld. Het zijn immers één
voor één kleine poëtische teksten, die vaak kleiner zijn dan een Haiku. Kleiner
dan een Haiku! Dit is het equivalent van een vogeltje dat kleiner is dan een
Kolibri. Zoöö, klein dus.
En, toch, als je ze leest, herleest en nog ééns leest, dan word je gewaar
dat je van zoiets kleins daadwerkelijk een stevige tik krijgen kan. Het
zijn immers grafschriften met een punchline, epitafen met een dikke twist,
epigrammen met een ontregelende pointe én puntdichten met zware G-krachten.
Bovendien doen ze meer, dan louter met woorden, je bevattingsvermogen én je
voeten spelen. Ze hebben een diep-menselijke en empathische bron. Of
zelfs een paradoxale levensvraag, zoals in een Zenboeddhistische KOAN, ‘Wat
is het geluid van één klappende hand?’. Op andere momenten lezen ze dan weer als een
boutade van Godfried Bomans, ‘Ik wou dat je kon doodgaan, zonder te sterven’.
Zelfs Simon Carmiggelt monkelt mee: ‘Het gerecht eenzaamheid, smaakt wel
goed, als je het niet elke dag eet.’
Bovenal lezen deze grafschriften als vintage Jan. Jan die als
dichter weet wat verwijlen betekent. Bij een graf kan je staan,
bloemstukjes herschikken, bidden, rouwen, naar het graf van de buren kijken, of
ook verwijlen.
Deze reeks grafschriften nodigen je inderdaad uit om bij een overleden
persoon of de dood te verwijlen. Er te zijn, zonder meer. Er tijd
voor te nemen en je vooral te laten verrassen door wat een levensvraag of
-wijsheid (verwoord in zijn meest compacte vorm) kan uitlokken bij jezelf als persoon.
Het is een kunst die Jan bezit, in deze vorm van subtiele kleinkunst.
© Geert Frateur
Noot van de redactie: Geert Frateur is de zoon van Ludo Frateur (1936-2022) pedagoog, dichter en visueel kunstenaar die de oudere lezers onder ons zich nog zeker zullen herinneren.
|
Geert Frateur leidt in. |
|
De dichter Jan Mestdagh dankt en leest. |