zaterdag 5 oktober 2024

Breedschrift van Alain Delmotte voorgesteld

Donderdag laatst 3/10/2024 werd 'Breedschrift', een essaybundel van Digther-redacteur Alain Delmotte voorgesteld.

De alomtegenwoordige Jan 'Bib' Van Herreweghe schreef een verslagje over de boekvoorstelling in Boekhandel Limerick.



Alain Delmotte (°1957) krijgt vandaag eindelijk de aandacht die hij verdient. Hij publiceerde zijn gedichten eerder in eigen beheer en bij diverse uitgeverijen als Yang Poëzie Reeks, Groeninghe, Nerudafonds, Poëziecentrum, Stanza en Chapbooks. Zijn poëzie bleef echter in de marge van het literair gebeuren. Alleen echte poëziekenners weten wat Delmotte in zijn mars heeft. Enkele maanden geleden zette uitgeverij P, Leuven, haar schouders onder de publicatie van zijn bundel ‘Elementen van Warhoofdigheid’. Deze bundel bevat een verzameling leerdichten uit de periode 1997-2022. Deze leerdichten zijn prozagedichten met als centrale (taal)figuur “Warhoofd”, een personage dat meer wil zijn dan de dichter zelf.

Thans presenteerde diezelfde uitgeverij op donderdagavond 3 oktober 2024 in boekhandel Limerick, Gent, zijn essaybundel ‘Breedschrift’. Dit boek bevat beschouwende teksten over poëzie, recensies, dagboekfragmenten, overpeinzingen, filosofische bedenkingen uit de periode 1998-2020 … kortom een amalgaam van teksten over het onderwerp poëzie en in velerlei opzichten over het specifieke genre van het prozagedicht. Deze teksten verschenen eerder in verschillende tijdschriften en op blogs. Sommige teksten gelden nog steeds. Anderen zijn door de tijd achterhaald en werden door Delmotte herzien en waar nodig bijgewerkt. Omdat bepaalde vaststellingen en beweringen van destijds nu niet meer gelden en omdat het denken van een mens nu eenmaal evolueert.

Uitgeverij P neemt in Vlaanderen een unieke positie in. Nu al enkele decennia stuurt deze uitgeverij poëtische uitgaven de wereld in en dit onder het leiderschap en de niet aflatende bezieling van Leo Peeraer. Deze tomeloze inzet mag stilaan op hoger echelon erkend worden. De uitgeverij telt ondertussen al om en bij de 500 publicaties. Alain Delmotte heeft er nu ook onderdak gevonden en dat bevalt hem zeer.

Alain Delmotte is al jaren verknocht aan het prozagedicht. Die belangstelling kwam er door zijn interesse voor de Franse literatuur en in het bijzonder door het lezen van dichters als Charles Baudelaire, Arthur Rimbaud, Francis Ponge, André du Bouchet, René Char, Stéphane Mallarmé, Pierre Reverdy, André Breton, Henri Michaux, Paul Éluard en ga zomaar door. De Fransen hebben het genre van het ‘prose en poème’ wel degelijk onder de knie. En Delmotte verdiepte zich in een genre dat hij inmiddels tot het zijne heeft gemaakt. In onze lage landen is het genre van het prozagedicht zo goed als onontgonnen gebied. Op enkele uitzonderingen na. Het probleem is wellicht dat het genre zowat tussen twee stoelen valt. Enerzijds is het een gedicht, anderzijds is het wijdlopig en breedvoerig, weliswaar zonder de saaiheid die aan beide woorden kleven. Het prozagedicht neigt naar proza, ook al omwille van de typografie, de bladspiegel, de witregels enz. Maar de precieze afbakening blijft vooralsnog niet te vatten.

In zijn diepgaand gesprek met interviewer em. prof Dirk De Geest poneerde Delmotte op de avond van de voorstelling dat schrijvers als Erwin Mortier en Luuk Gruwez in hun prozateksten bij uitstek poëtisch schrijven en dat sommige passages uit hun oeuvre als prozagedichten kunnen worden beschouwd. Er is ook Paul van Ostaijen. Wat destijds als een groteske werd gepubliceerd — bv. ‘Het bordeel van Ika Loch’ en ‘De bende van de stronk’ —, kan evengoed als een prozagedicht worden beschouwd.

Maar hoe kunnen we het genre van het prozagedicht het best omschrijven? Een prozagedicht is een gedicht in proza, met andere woorden een gedicht dat niet in versvorm is geschreven. Uiterlijk gezien heeft het dus de vorm van een doorlopende tekst. Anderzijds hecht Delmotte wel belang aan witruimtes en hanteert hij stijlmiddelen als ritme en assonantie en voegt hij daar nog eigen kenmerken als melancholie en ironische humor aan toe. Het prozagedicht wordt soms wel eens als experimenteel beschouwd, maar dat stadium is het zijns inziens allang voorbij.

Voorts buigt Alain Delmotte zich eveneens over de vraag wat het nut is van het publiceren van poëzie. ‘Is het literaire ambitie of gewoon “ambitie”? Is het ijdelheid? Is het een vorm van hoogmoed? En ja, waarom nog poëzie publiceren in een tijdperk waarin “niemand” nog poëzie leest. En wie is die “niemand” dan? En met hoevelen moet men zijn om van die “niemand” een “iemand” te maken? De moeilijkheid is dat poëzie zich richt tot een “lezer” en niet tot een zo groot mogelijke statistische doelgroep. Poëzie consumeer je niet, je moet het lezen. Je moet het geven. Je moet het ontvangen. Ik beschouw poëzie als een fundamentele menselijke interactie.’

Geachte lezer, wie zich wil laven aan deze poëtische bron, wie zich wil vermeien in het wezen van de poëzie moet Breedschrift’ van Alain Delmotte lezen. En ik ga het geen twee keer zeggen.

In de rand: Alain Delmotte signeerde mijn exemplaar van zijn ‘Breedschrift’ met de zin: ‘In alle boeken wordt hetzelfde verzwegen’. Deze zin zindert na. Daar valt serieus over na te denken. Daar heb ik gisteren, vrijdag, de hele dag mijn hoofd over gebroken.
 
 
© Jan 'Bib' Van Herreweghe
Zaterdag 5 Oktober 2024

Dit verslagje verscheen ook op de Facebook-Bladzijde van Jan Bib


 
Alain Delmotte (l) in gesprek met Dirk De Geest
Foto c. Georges Hoet
Een heel geïnteresseerd publiek in Boekhandel Limerick
foto c. Georges Hoet


Geen opmerkingen: