vrijdag 18 juni 2021

Er is iemand die geen stem bezit - Eric Vandenwyngaerden

Er is iemand die geen stem bezit
Bij ‘De mensengenezer’ van Koen Peeters (2017, De Bezige Bij)


1 Westhoek

       Het wezen, er bestaat misschien zoiets
       als het wezen van de Westhoek.

Waaraan denk je als je dat leest?
Hoe ontplooit zich de geest in dit verhaal?
En wat vertelt jou de taal van oorlog en verleden?
Waar kom je het heden tegen?

In de stilte op het zwijgersveld, langs die oneindige
rijen witte graven? Je hebt de tijd niet om alle schone
boodschappen te achterhalen, om alle namen te lezen
– jong, en jonger nog.

Kijk om je heen: dit is het leven. Hier zie je vlakte
en horizon, toren en haan, zwaluwen scherend
over weilanden en geknotte wilgen, ganzen
met uitzinnige kreten, gedragen door de wind
en vrede.

In de Westhoek dwalen de zielen,
liggen ze.


2 Carabouya

       Mistslierten over de akkers
       onder de herfstmaan.


Het wezen ligt hier, in zichzelf gekeerd
en dekt de diepe wonden toe:
de botten en de hulzen van obussen.
Het schrift vol heimwee en verdriet.
De pen, de leesbril en de zilveren knopen.

De toverwoorden van de zwarte man,
ze baatten niet. Ook niet het bidden tot de
‘Lieve Heer’. Geloof werd ongeloof, werd bitter.

Hoe dicht de mist; hoe stil de akkers nog.
Wat raakte toen, is heen. De vijand ligt,
of keerde naar de Heimat weer –

alles is stuk.


3 Onzichtbaar is de wind

       Daar loopt de lange baan
       over de vlakke streek […]


Het land herleest de diepe groeven
in de klamme grond. De boeren zaaien in.
De akkers vangen op.

Van verderop klinkt er gebrul in het moeras.
Een breuk slingert zich over ons gezicht.

We staan te staren naar de nevels,
horen hoe mensenkinderen zingen –

En als het leven stopt, zien we de wereld
door een retro zonnebril: zo zwart als dit.
Zo tropisch vochtig en zo kil.


4 In stilte uitdovend

       De Yaka zijn een levendig,
       artistiek, ondeugend ras.


Wij kwamen hier over de bruine
stroom, met stoom. Zij verdwenen
het woud in, ze liepen. We riepen hen na.
Zij keerden niet weer. Ze zochten hun heil
in de brousse: waar ze veilig en vrijer waren.
Geen quota, geen bleekscheet – het leven alleen.

Zo zijn ze verdwenen, in stilte uitdovend.
Zij kenden de wegen. Wij kenden er geen.


5 Trance

       Toen de zon opkwam dampte de wereld.
       Een voorouder was teruggekeerd.


Na dagen van koorts …

Ben ik overeind gekropen en boven
de dampende aarde gaan zweven.
Naar het land gekeken – het wil mij niet meer.

Genezers gevolgd. Om gunsten gesmeekt.
Alles van hen geleerd. Ik praat met hun woorden.
En begrijp ook stilaan dit verhaal:

uit de stoffige aarde ben ik geboren
- met leden, zo wit als het lijf van de zwarte
doden, ben ik opgestegen uit hun knoken.

Laat de demonen tot mij spreken. Toon mij
de fetisjen. Spreid ze welwillend om me heen
op de grond, als de zon opkomt en de aarde
weer dampt … Als ik dans.


© Eric Vandenwyngaerden







Geen opmerkingen: