Carnac
Vaak al heb ik gedacht: ik ga ’s naar Carnac
waar die grote stenen staan. In rijen opgesteld
of in vierkantvorm in Le Menec of Kermario.
Grafheuvels zijn het, megalieten
van eeuwen her waarvan niemand weet
hoe of waar, of wat hun afkomst is.
Wie heeft ze aangericht? Wie trok ze op en
zette ze daar neer? In wonderlijke patronen,
lijnen waarover lijkt nagedacht. Maar Carnac,
de naam alleen al, kraakt een beetje. Ik ben
geen ramptoerist, en een fiets die bergop wil
is niets voor mij. Vlak is mij genoeg. Zoals ook
het landschap is dat ik het mijne noem
en dat mij opgenomen heeft als een zoon.
Mijn zon en maan bevinden zich waar ik ben.
Al jaren, eeuwen al. Straks heb ik genoeg
aan wat met mij verwaaien mag.
As en zand als een adem richting zee.
![]() |
Menhir-veld in Carnac |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten