Zingen in de oorlog
‘Zoals de
kolonel zei,’ bedenkt Natalia, ‘dit is de eerste maal in twee jaar tijd dat ik
vogels hoor zingen. Thuis zingen ze niet.’
‘Omdat ze
een shellshock hebben opgelopen,’ lacht de frontarts Roman.
‘Die
shellshock hebben wij ook, en toch zingen wij nog,’ zegt Natalia uitdagend.
Deze dialoog staat in een reportage in The Power Within over een herstelkamp voor Oekraïense medici in Zweden. Zing je nog, ondanks de oorlog? Ontdek daarnaast Joelia Pajevska, ambulancier in Mariupol, gevangen, gemarteld, geruild, die later verklaart dat sport en kunst belangrijk zijn om trauma’s te verwerken. Onlangs verscheen haar eerste dichtbundel en de voorbije zomer was ze naast Serhii Zhadan een blikvanger op het tweedaagse poëziefestival van Kharkiv. Nauwelijks 20 km van de Russische grens laat zo’n ondergronds festival net vele toeschouwers toe om het hoofd boven de explosies te houden. Eerder verscheen In the Hour of War met werken van 27 dichters uit de eerste maanden van de oorlog.
De oorlog dringt het leven binnen
Onvermijdelijk dat dichters over het hele land de realiteit niet kunnen negeren. De oorlog dringt het leven van iedere bewoner binnen. Is vluchten een optie?
Serhii
Zhadan schrijft onmiddellijk:
Neem slechts het belangrijkste. Neem
de brieven
Neem slechts wat je kan dragen
Neem de iconen en het borduurwerk,
neem het zilver
Neem het houten kruis en de gouden
replica’s…
We zullen nooit terugkeren.
We zullen onze stad nooit weerzien.
Of zoals
Halyna Kruk stelt
…. Met iedere volgende dag van de
oorlog
werd mijn noodzakelijke bagage
lichter…
En ze
eindigt
uiteindelijk zijn zelfs sleutels
niet essentieel
Blijf je
thuis? Bij iedere poetsbeurt vraagt Lyudmyla Khersonski zich af wat je van al
die oude spullen bewaart, tot
…….. dan, eureka –
onder een stapel, een blikje
sardines!
Marianna Kiyanovska beschrijft dan weer hoe de oorlog in alle kleine dingen doordringt, als in het vruchtvlees van kersen, zoet en fris. Maar, sommigen spuwen pitten uit, uit andere lichamen haalt men kogels.
Marjana Savka varieert dit in Hier ligt de Heer. Verslagen in een kist. Na Bucha breekt God niet langer brood, wacht eerder op het wonder der verrijzenis, met een fragment van een raket in zijn borst. Maar Hij zal aan hun zijde opstaan!
Al is het
voor Dmitry Bliznyk oneindig eenvoudiger:
Neem de onsterfelijkheid, God, maar
geef
me deze koude appelkelder.
Onvermijdelijk wordt, zoals Alex Averbuch dat doet, de vraag gesteld hoe je ooit naar een stad kan terugkeren die niet langer bestaat.
je vraagt: mijn geliefden, waar moet
ik nu heen?
waar zeg je jezelf vandaag vaarwel?
Een taal in oorlog
Met het
dagelijkse leven verandert ook je taal. Lesyk Panasiuk laat er geen gras over
groeien. In In de Ziekenhuiskamers van
mijn Land opent hij duidelijk:
De letters van het alfabet trekken
naar de oorlog
… vormen woorden die niemand roepen
wil.
… De taal in tijden van oorlog
is onverstaanbaar. In deze zin
gaapt een gat – niemand wil sterven –
niemand
spreekt.
Taal vertelt
waartoe de dichter veroordeeld is, klinkt het bij Boris Khersonsky. Gedichten
brengen geen oorlog, zijn eerder een spiegel, een ontkenning, maar woorden
krijgen met iedere explosie een andere betekenis.
Natalia
Bilotserkivets meldt hoe men meer dan ooit gedichten schrijft en ondertussen
weet hoe machteloos dit is. Oksana
Zabuzko formuleert in Een definitie van
poëzie hoe, terwijl vingers een pen vastgrijpen, ze koud worden, niet
langer die van haar zijn.
Mijn jonge ziel –
De kleur van nat gras –
Naar vrijheid – dan
‘Stop!’ klinkt het, ontsnapt
Op de wankele grens
Van twee werelden –
Stop, wacht.
Mijn God. Eindelijk. Kijk, hier komt poëzie vandaan.
En zoeken
dichters in oorlogstijden waar ze met hun teksten heen moeten, dan weet
Ekaterina Derisheva dat:
De mensen schrikken van
artillerievuur
Leren opnieuw tellen
Een twee drie vier vijf.
Andriy
Bondar formuleert hetzelfde in de mensen
van mijn land. Hoe ze in de schaduw van woorden, de dreiging van de dood,
te vroeg, als een vlinder op een karton worden geprikt.
Of met de
woorden van Yurii Izdryk
kijken naar de wereld door het vizier
van een geweer
kijken in jezelf door een microscoop
…. om elkaar te beschermen.
En krijgt taal nog een andere kleur? Anastasia Afanasieva schreef tijdens haar vlucht onder hevige bombardementen het eerste deel van een gedicht nog in het Russisch, ze eindigde in het Oekraïens. Niet langer in de taal van de agressor.
De dichter in de strijd
In een
oorlog is het onvermijdelijk dat dichters dienst nemen, dat gedichten
rechtstreeks uit de loopgraven komen. Nog steeds.
In Hij schrijft verwoordt Kateryna Kalytko
hoe een soldaat in een brief aan zijn moeder herinneringen ophaalt en pijnlijk
vermeldt hoe Andrew niet op zijn brief antwoordde.
Ostap
Slyvynsky reikt in “1918” nog verder terug. Gebeurtenissen van die oorlog raken
onvermijdelijk de actuele.
De geur van oorlog
Je ruikt naar oorlog
Jij en oorlog zijn één.
Zo schrijft
Borys Humenyuk in Wanneer je je wapens
schoonmaakt hoe de oorlog in je leven kruipt, hoe je wapen je nabij is, hoe
in de aarde graven je als naar de baarmoeder terugleidt, hoe het gevecht, de
geur, je één maakt met die oorlog.
Yulia
Musakovska weet dat er niet alleen appelen in een tas kunnen schudden, ook
beenderen, want
Je bent geen broer van mij
geen eerlijke vijand
geen man
geen beest.
Een zak vol beenderen.
Eenzelfde spanning zit ook in Begrafenisdiensten van Lyuba Yakimchuk. Het is niet wat je verwacht. De vijand probeert je te verleiden, vermomd als een struik, als sneeuw, als een leuk meisje. Zelfs in een kist kan hij doen alsof zijn hart niet meer slaat. Het zou mooi zijn als je jezelf zou kunnen overtuigen dat hij inderdaad zo’n terrorist is en geen menselijk wezen.
Zevenentwintig dichters uit het eerste jaar van de oorlog zoeken in deze bundel een eigen stem, bieden een veelheid aan stemmen.
The Power Within, The Kyiv
Independent, 978 6178 2475 22

Geen opmerkingen:
Een reactie posten