Tij
Verwachting in het gaan en komen,
de ruimte, of de leegte
voor je voeten, een gewassen strand,
het schiften van de hemel,
een belofte voor een eeuwigheid en
o, zo zeker, het keren van de golfslag. 
Verdwijnt het water, de kracht,
vrij en lonkend,
aangetrokken speels, omarmen
is een glimlach, ruisend, bruisend,
steeds herscheppend je pracht.
Tijd om toe te kijken. Tij overkomt,
golft vol vertrouwen,
het refrein geruststellend
en machteloos. 
Nooit bedacht dat een vloed
zo overrompelend zou zijn.
Nooit gevreesd, eerder ooit gehoopt,
een woord, een naam,
zo ademloos. 

Geen opmerkingen:
Een reactie posten