Aangetroffen gedichten in het straatbeeld
(en overal elders in de wereld) (20)
Alida
De wereld kijkt mij amper aan, wanneer ik in Stijns schaduw
sta. En toch durf ik zijn licht niet in omdat het mij verblindt.
De vraag die ik mij dikwijls stel is niet: hoelang duurt roem
meestal voor zo'n middelgroot genie? Maar wel: wanneer
aait hij nog eens mijn wang, wanneer kust hij het topje
van mijn neus of meer, mijn mooie meneer? Of likt hij
liever aan zijn pen dan aan een kleinigheid van mij?
Er zijn zo van die dagen bij fraai weer dat ik languit onder de
perenboom lig, de peren lang niet rijp, en ik kan zien hoe blauw
het is. Maar zijn blauw bestudeert hij meestal achter glas.
En alle wind die ik goed voel, ziet hij slechts woelen in hoog gras
of in het vlas op zijn bevriende velden. Ziet hij de regen, Stijn blijft prettig droog. Maar mij, o, ziet hij mij? Ik ben Alida en ik heet.
Soms wil ik dat men dat ook weet. Natuurlijk ben ik die van hem.
Zal ik ooit wennen aan de grillen van een vent die nergens
méér verblijft dan in zijn pen?
Soms wil ik dat men dat ook weet. Natuurlijk ben ik die van hem.
Zal ik ooit wennen aan de grillen van een vent die nergens
méér verblijft dan in zijn pen?
Misschien wanneer ik krom van ouderdom? Want neem ik nu een kind van ons op schoot, ik zie slechts hem. En in mijn kop is heel Ingooigem slechts van hem. En zelfs de poppen van de kinderen zijn min of meer van hem. Waren zijn handen maar bij suikerbrood en perentaart gebleven. Maar ja, wanneer mijn kerel er maar over heeft geschreven, blijft ook mijn wereld toch nog even.
Gastresident Lijsternest 17 oktober tot 31 oktober 2016
Dit gedicht van Luuk Gruwez vind je aan de kerk van Ingooigem, het dorp van Stijn Streuvels en het Lijsternest.
Foto Paul Rigolle - dinsdag 27 augustus 2024.
Foto Paul Rigolle - dinsdag 27 augustus 2024.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten