vrijdag 26 oktober 2018

Een bal stuitert de kerkwegel af - Frans Deschoemaeker

Je ziet ze nog, maar minder, en op een dag
moeten ze wel zijn verdwenen, en bijgezet
in de iconografie van het Vlaamse dorpsgezicht;
die tuinmuren van beton, met hun bovenrand
van ronde kartels een vertrouwen wekkende kabbeling
door het azuur van lang voorbije zomers.

Soms wit gekalkt, meestal volgens voorschrift vaal
en korrelig, met geel korstmos bepokt, en altijd
springt een modderige kippenren wel mede
in het oog, een tegelpad, een aarden wegel -
knerpend het geheugen in geschuurd - met sintels en
mosselschelpen aangehard. Geur van oude regens,
roest, kattenpis en kevers.

November hier ten plattelande! De dag
kruipt moeizaam uit de zwarte grond.
Met duizend druppels druipt de waslijn
boven keurig opgemaakte winterbedden.
Spruitkool kleumt in mist, een afdak welft zich
over houtopslag, een bundel uien aan de balk, een oude
kolenkit, o tabernakels van de kindertijd, een fietswiel,
een karretje om de hemel te vervoeren.


© Frans Deschoemaeker

Noot: Dit gedicht werd ook opgenomen in de selectie van
het Kunstenfestival Watou - Editie 2018


Geen opmerkingen: