woensdag 1 april 2020

Corona - Antoon Van den Braembussche

+

De tijd heeft ons ingehaald.

Ongehoord.
Onzichtbaar.

In neerdwarrelende mist.
Ziekmakende verstuiving.

Corona.
Pneumonia.

Martervlucht voor besmetting.
Hamstergebaar van nooit geziene
Verontrusting.

Onderhuidse angst.

+

“Het ergste moet nog komen”,
zo spreekt de viroloog.

En wij turen,
wij turen wezenloos
naar exponentiële curves.

In onze huizen,
onze cocons vol smetvrees.

Ons oog verdwijnt in de bloedstraal,
het taboe van de aanraking.
De wereldwijde stilstand.
Het mondmasker van het ongeziene.

+

In overvolle ziekenzalen
in luidkeelse bedden
tast de dood in het rond.

Ongenadig.
Longnabij.

De zwaksten dolen.
Terwijl de dagen wegebben
in eenzaamheid.

Want wie ooit eenzaam was
verglijdt snel in ongenaakbaar zwijgen.

Versteend als het virus.
Ongeneeslijk.

+

Corona.
Utopia.

De lucht zuivert zich
in de slagaders van de stad.

Nog nooit was het digitale zozeer
een plek van mededogen.

Nog nooit heerste
in straten en pleinen zozeer
de stilte en het onuitsprekelijke.

Alsof de stilstand ons meer dan ooit
iets onvergetelijks leert:

de herademing in het ogenblik.


© Antoon Van den Braembussche


#DichtersinCoronatijden  #Coronagedicht


Meer gedichten van #DichtersinCoronatijden vind je op de Coronagedichten-site ('Verzamelplaats van gedichten in tijden van Corona').

Geen opmerkingen: