Jef Boden over de Ukraïnse dichteres Lessia Ukrainka (1871-1913)
![]() |
Portret van Lessia Ukrainka - door Ivan Troesj |
Een lied wil
ik zijn – Lessia Ukrainka
Hoop
Geluk en
vrijheid hebben me verlaten,
Een enkele
hoop is me slechts gelaten:
Laat het
mooie Oekraïne me nog eenmaal halen,
Laat over
het land mijn verlangende ogen dwalen,
Laat mijn
blik het blauw boven de Dnjepr bewonderen
-
Om
er te leven, te sterven, me te verwonderen
-,
Mijn
verlangen naar de grafheuvels, de steppen,
Bij het vuur
die oude droom herscheppen.
Geluk en
vrijheid hebben me verlaten,
Een enkele
hoop is me slechts gelaten.
Zo actueel,
zo herkenbaar, drie jaar na de Russische invasie, reeds 10 jaar na het
eigenlijke begin van de oorlog op de Krim en in de Donbas.
Denk je onmiddellijk
aan de miljoenen vluchtelingen en de oorlogsterreur die de burgerbevolking
systematisch overvalt? Toch is dit gedicht haast 150 jaar oud en geschreven
door de toen achtjarige Larysa Kosatsj. Is haar latere werk ondertussen in heel
wat talen verschenen, het is intriest dat vele oorlogen en miljoenen doden die
verzen onverminderd actueel houden.
Het
officiële debuut van Larysa Kosatsj kwam er op dertienjarige leeftijd, in 1884,
met de publicatie van een gedicht in het tijdschrift Zorja, De Ster. Dat was de eerste keer dat ze haar pseudoniem
Lessia Ukrainka gebruikte. In het tsaristische Rusland waren publicaties in de
Oekraïense taal verboden. Daarom werden ze in Oostenrijk-Hongarije gedrukt en
dan naar Kyiv gesmokkeld. In 1893 verscheen dan haar eerste bundel Na krylach pisen, Op de vleugels van
liederen. Er volgden nog twee bundels en het leverde haar automatisch een
blijvend tsaristisch politietoezicht op.
Het
publicatieverbod was slechts een van de elementen in een eeuwenlange, vandaag
nog steeds voortwoekerende strijd tegen de Oekraïense taal en cultuur. In 1863
verbood tsaar Alexander II met het Valuev Decreet publicaties in het
“klein-russisch” zoals men in Moskou het Oekraïens omschreef. Dat decreet
vermeldde dat “een afzonderlijke klein-russische taal nooit heeft bestaan, niet
bestaat en nooit zal bestaan. Het accent dat het gemene volk daar hanteert is
niet meer dan door het Pools besmette Russisch”. Ondanks een extra verbod in
1876 bleef men schrijven en publiceren. Na de tsaren volgde Stalin die in de
jaren 30 verantwoordelijk was voor de “geëxecuteerde renaissance” van de Oekraïense
literatuur. Vandaag wordt die despoot in het Kremlin als lichtend voorbeeld
afgeschilderd en zijn auteurs, uitgevers, bibliotheken eersterangs
oorlogsdoelen.
In een land
waar taal en cultuur onderdrukt worden kan je dergelijke gedichten verwachten. Van
een prille tiener? Toeval was het zeker niet. Larysa Kosatsj werd geboren in
een cultuurrijke omgeving. Haar vader was jurist en ambtenaar. Haar moeder
schreef kinderboeken. Thuis werd er Oekraïens gesproken. En dan was er nog de invloed van haar oom
Mykhailo Drahomanov. Hij was een eminente figuur binnen het Oekraïense leven,
professor in Kyiv en later in Sofia nadat hij door de Ems Oukaze in 1876 het
land had moeten verlaten. En in 1879 werd haar tante Olena Kosatsj gearresteerd
en naar Siberië gedeporteerd omdat ze aan een aanslag zou deelgenomen hebben. Die
gebeurtenis leidde naar het gedicht Nadija,
Hoop.
Een ander
levensbepalend element was haar ziekte. Op vroege leeftijd werd bij haar
bottuberculose vastgesteld. Het zou een levenslange pijn en zoektocht naar een
heilzame behandeling worden. Daardoor kon ze niet naar school en was
thuisonderwijs noodzakelijk. Het werd
een stevige scholing. Het talenonderwijs omvatte uiteraard de Slavische talen
Oekraïens en Russisch, daarnaast het klassieke Latijn en Grieks, en talen als
Frans, Duits, Engels en Italiaans. Literatuur en aandacht voor piano en tekenen
was vanzelfsprekend. Dat ze later auteurs
als Heine, Byron en Victor Hugo vertaalde is dan niet langer een verrassing.
Eind 19de
en begin 20ste eeuw bloeiden, ondanks allerlei Russische
restricties, de theaters in Kyiv. Er werden voortdurend nieuwe stukken
gecreëerd. Ukrainka’s werken waren net iets anders. Haar “drama’s in verzen”
bevatten niet de actie van de populaire stukken. Zij behandelde in haar werken
eerder filosofische en actuele vragen. Haar personages betraden een arena vol
botsende ideeën. In ruim 20 drama’s kregen klassiekers uit de Europese cultuur,
de bijbel of de oudheid een feministisch perspectief.
Een van haar
beroemdste werken is “Cassandra”, niet toevallig recent in een nieuwe Engelse
vertaling heruitgegeven en in London gecreëerd.
In dit stuk
behandelt ze de strijd om Troje. Vanuit haar kennis van de klassieke talen kende
ze de Trojaanse oorlog uit het werk van Homerus, Aeschylus, Euripides en
Virgilius. Zij benaderde het conflict vanuit Cassandra. Deze Trojaanse prinses
, door Apollo vervloekt zodat haar fatale waarzeggingen door niemand worden geloofd,
is voor haar een vrouw die zich niet langer schikt in de visie dat een vrouw
niet veel meer is dan een lustobject of pronkstuk voor de patserige mannelijke
helden.
Cassandra
kan niet ontsnappen aan de voortdurende onmacht tussen wat ze als toekomstige
waarheid weet en de reacties in haar omgeving waardoor ze in een constant
conflict leeft met haar stadsgenoten. Naar het einde lijkt de breuk totaal
wanneer ze, het zwaard in de hand, de Griek Sinon aan de voet van het houten
offerpaard clementie toont en niet doodt.
Deze vrouw staat inderdaad haaks, niet alleen op de Oud-Griekse, maar eveneens op de Europese machtsopvattingen uit haar tijd. Trek dit door naar vandaag en haar werk blijft probleemloos overeind. Het is niet langer een vraag waarom haar werken als parels aan de literatuur van Oekraïne en de wereldliteratuur hun plaats behouden.
Na haar taal-
en cultuurstrijd, het feminisme, het nationalisme en het gevecht voor waarheid
tegen de valse profeten laten we haar nog een lied zingen.
Op dit
moment zou ik een lied
willen zijn, gelukkig als een kind.
Als een
vlinder die vliedt
of de maan verjaagt, de wind.
Naar de
sterren zou ik varen
klinkende melodieën laten heersen.
Nieuwe
akkoorden openbaren
golven zonder zeil beheersen.
En we zouden
zien, in het gefluister
van mijn dromen, het geheime genot
daarmee.
Helderder
dan sterren in hun luister
krachtiger dan een overwonnen zee.
Lesia Ukrainka:
Cassandra. A dramatic poem, Harvard
University Press, 2024, ISBN 9780674291782
Lessia Ukrainka: L’Espérance, Circé, 2024. ISBN 978-2-84242-518-0
![]() |
Cover Cassandra |
![]() |
Lessia Ukrainka op huidig bankbiljet van 200 hryvnia |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten