dinsdag 18 december 2012

Mark Braet-Poëzieprijs-Editie2-Het juryverslag

Voor de tweede editie van de Mark Braet poëzieprijs ontving het Masereelfonds 91 inzendingen. Dit was minder dan de vorige edities. Wellicht was dit te wijten aan de hoge moeilijkheidsgraad. Het opgegeven thema ‘Verontwaardiging en engagement’ deed zich minder vanzelfsprekend voor dan op het eerste gezicht leek. Een thema waarmee en waarbij men allerlei poëtische wegen uit kon. Een zeker risico viel niet uit te sluiten. Er loerde met name een gevaar. Het gevaar van het al te opdringerig expliciete dat ten koste gaat van het subtiel en taalgevoelige impliciete dat goede poëzie meestal kenmerkt.

De eerste reactie van de meeste juryleden bij heel wat van de inzendingen was dat de meeste teksten weliswaar bruisten van verontwaardiging en engagement (wat uiteindelijk als hoopgevend werd ervaren), maar dat slechts weinig inzendingen blijk konden geven van het voor poëzie levensnoodzakelijke impliciete (wat voor sommige juryleden dan weer een teleurstellende vaststelling was). Die ‘weinig inzendingen’ haalden dus wel de eindselectie.

Uit het pakket kozen de juryleden, elk voor zichzelf, tien bijdragen uit. De keuzes werden bij elkaar gevoegd en van daaruit werden naar gemeenschappelijke doorsneden gezocht. Men kwam op die manier en op basis van compromis op zes inzendingen uit. Het waren stuk voor stuk correcte bijdragen die zeker een publicatie zouden verdienen. Maar er kon maar één winnaar zijn.

In termen van ‘lengte en breedte’ was de bijdrage van Maurice Petrarca wellicht de meest opvallende. Het gedicht ‘Wegwaaiende straat’ kenmerkt zich in eerste instantie door de narratieve, zo men wil, expliciete lijn. De taal is direct, zonder franjes. Het gedicht wordt in een rechte lijn uitgesproken: eindpunten worden weggelaten, wat het gedicht een snelle vaart bezorgt - tot er in de slotregels een wrange stilte valt. De tekst getuigt van een sterke adem die het gedicht in de diepte een lyrisch, zo men wil, impliciet karakter bezorgt. Het narratieve laat zich dan als schijnbeweging zien: de eerder elegische ondertoon is alles. Verontwaardiging om verloedering en om wat verloren gaat laat zich onderhuids de schijnbaar achteloze taal aanvoelen. ‘Wat niet door mensenhanden gebeurt, is altijd minder erg’ is een versregel die de juryleden niet zo vlug zullen vergeten. Achter de schuilnaam Maurice Petrarca verschool zich Jan Posman uit Maldegem.

Het gedicht ‘Huis’ is van een heel andere teneur. De juryleden kozen duidelijk voor het voluit impliciete, voor het engagement van en in de taal. Het betreft een compact en af gedicht bestaande uit een vierregelige en twee vijfregelige strofen. Een gedicht geschreven door iemand die zich mentaal aan de rand van een ‘komma’ bevindt. Een puike maar nimmer honkvaste plek. Waar dichters wonen staat nooit iets vast – misschien is dit wel hun maatschappelijke rol: dingen in vraag stellen, dingen zich in vraag laten stellen. In dit geladen gedicht ontwaren we weinig zekerheid: de vaderfiguur wijst naar het ijle en op de achtergrond tekenen zinkende schepen en een doolhof zich af. In de spankracht van deze versregels kristalliseren zich abstract klinkende begrippen als ‘verontwaardiging’, ‘ontreddering’ en ‘vervreemding’ tot een pregnant geheel dat in alle eenvoud wordt verwoord. Maar een eenvoud die niet ten koste gaat van de complexiteit die de hoger vernoemde begrippen mee veronderstellen. Nee, dit gedicht schopt niet meteen de lezer een geweten. Maar de lezer hoort er wel een geschopt geweten in knagen. Philippe Jacobs uit Korbeek-Lo bleek zich achter het pseudoniem ‘Ennis’ te verschuilen.

Ik zei het al: er kan maar één winnaar zijn. Na een twee uur durend secuur overleg van de jury werd als winnaar uitgekozen: het gedicht ‘Huis’ van Philippe Jacobs. Het gedicht van Jan PosmanWegwaaiende straten’ werd een eervolle vermelding gegund en krijgt de prijs van de stad Brugge.

Een tevreden jury feliciteert de laureaten.

(Juryverslag: Alain Delmotte)

De jury bestond uit Koen Stassijns (voorzitter), Paul Rigolle, Alain Delmotte, Lisette Keustermans en Frank De Crits.
Vic De Raeymaecker (secretaris Masereelfonds Brugge) en Bernard Desmet (directeur Masereelfonds) namen deel aan de beraadslaging, zonder beslissingsrecht.
Bernard Desmet nam de notulen van de vergadering, Alain Delmotte stond in voor dit juryverslag.

De winnende gedichten zijn hier na te lezen:

Huis van Philippe Jacobs
Wegwaaiende straten van Jan Posman

Zie ook het verslag op de bladzijden van het Masereelfonds.


Geen opmerkingen: