woensdag 20 oktober 2010

Watermerk - Tien jaar Digther


"Een doorslag van 10 jaar literaire passie"

DIGTHER ontstond als een hersenkronkel van enkele plaatselijke schrijvers en minnaars van de schone letteren, op zoek naar een literair verlengstuk voor hun dromen, angsten en passies. Iedereen moest kunnen lezen, iedereen moest kunnen schrijven,’ klonk het. Het was de bedoeling om beginnend en gevestigd literair talent een forum te geven. Vrij snel ontwikkelde het blad zich tot een tijdschrift met een ruimere dan lokale uitstraling. Het blad raakte ook in Nederland bekend en vanuit die hoek bleven inzendingen en publicaties niet uit.
In Vlaanderen publiceerden bekende dichters zoals Peter Holvoet-Hanssen, Renaat Ramon, Joris Denoo, Alain Delmotte, Herlinda Vekemans en vele anderen in het tijdschrift naast minder bekend talent dat niet uitzonderlijk later zou doorbreken (Frédéric Leroy, Sylvie Marie, Delphine Lecompte…) Na 10 jaar is het tijd om een stand van zaken op te maken. Niet enkel een terugblik, maar eerder een dwarsdoorsnede
van wat poëzie en literatuur kan zijn.

De redactie van DIGTHER organiseert met dit alles voor ogen op 6 november 2010 een wervelend evenement. Speciaal naar aanleiding van de tiende verjaardag wordt tijdens deze literaire avond 'Watermerk' voorgesteld, een bloemlezing uit het beste wat in DIGTHER verscheen.

De stadsbibliotheek van Diksmuide, cc Kruispunt, reclame- & mediabureau Comsa! en DIGTHER slaan de handen in elkaar om een feestelijk en avondvullend programma aan u voor te stellen.
€10 toegang
€8,50 (voor -26/ +60 jaar)
€7,50 (abonnees DIGTHER)
€5,00 (-18 jaar)

Meer info: Comsa en Digther
Info & bestelling bloemlezing 'Watermerk' - www.comsa.be/watermerk
Uitgever Comsa! - Nieuwstraat 15, 8690 Alveringem - 058/289 666 - info@comsa.be


dinsdag 28 september 2010

Het is niet niks!

Even melden, vooraleer we jullie met de onvermijdelijke affiche voor het Digtherfeest en -festivalletje van 6/11/2010 opzadelen, dat de werkzaamheden i.v.m. "Tien jaar Digther" het stadium van de afronding zijn ingetreden. Op 6/11/2010 stellen we met het nodige literaire plezier tevens de mooie bloemlezing Watermerk voor. Het beste uit "Tien jaar Digther", het is niet niks. En dat zal blijken! Momenteel hebben we de selectie van dichters en hun gedichten doorgevoerd. Zij die geselecteerd werden (we noemen ze graag de gelukkigen en hopen van u hetzelfde) krijgen eerlang een bericht. Meer nieuws over Watermerk en de voorstelling van 6/11/2010 volgt!


woensdag 28 juli 2010

Digther - 11/1-2 - Inhoud

Digther 11/1-2 is al een tijdje uit!
Maar dat weten we natuurlijk (al net zo lang).

Niettemin een fikse greep uit de inhoud:
Gedichten van Nicole Van Overstraeten, Frank Pollet, Marco Houtschild, Wim J. Smit, Richard Foqué, Erwin Steyaert, Frouke Arns & Diana Freys.

Dubbelkunstenaars: An Van Dessel, Vincent Billiau, Y.Né, Frans Budé, Lucienne Stassaert, Bert Bevers, Albert Hagenaars & Roger Nupie.

Achille Van Den Branden in "Wie blogt die blijft".

Uit de toevloed: over de poëzie van Gilberte De Leger, Frank De Crits, Joris Iven, Hanne Rouweler.
Proza van Rudi Penne en Réné Van Densen.
Alain Delmotte over Victoria van F. Starik en Frank Decerf over de Tweejaarlijkse poëzieprijs van de Stad Oostende.
Zonder in geen geval de column van Herlinda Vekemans te vergeten!


dinsdag 16 februari 2010

Tien jaar Digther

Digther 10/4” komt er aan! Straks komt het laatste nummer van jaargang 10 inderdaad terecht waar het terecht moet komen. Bij de lezer. Bij jij en ik, mag ik hopen. Het nieuwste editoriaal staat nu al hieronder na te lezen op. Nu & meteen ook al wijzen op een datum. Op zaterdag 6 november 2010 viert Digther zijn tien-jarig bestaan. Plaats van het gebeuren: CC Kruispunt – Diksmuide. Naar aanleiding van dit heuglijke én merkwaardige gegeven verschijnt straks ook een bloemlezing uit het betere werk van een Digther-decennium. Nu al noteren dus: 6/11/2010!

Digther - 10/4 - Editoriaal

Redactioneel

L’ amour c’est donner ce qu’on n’a pas…

Ik voel al de dolkende blikken van Paul Rigolle achter mijn ribben: we zijn weer te laat. Dit nummer is het winternummer van 2009!(!) We plannen bij DIGTHER met seizoenen. Om voorspelbare redenen niet met al te precieze data en deadlines. Planning en deadlines zijn als uitgestippelde wegen op landkaarten: nuttig om te zien waar en hoe ver men verloren is gelopen. Wat echter als we zelfs de seizoenen nauwelijks halen? Excuus Paul, excuus lezer, excuus Truus. Deze jongen verkeert soms bij God en bijgevolg op alle plaatsen waardoor de tijd al eens niet op de stippellijntjes wil blijven.
Afin, laattijdig verschijnen opent tegelijk een aantal mogelijkheden. In een winternummer van 2009 kunnen schrijven over de actualiteit van Saint Amour in 2010 bijvoorbeeld. Over Amor, Eros, Venus, Cupido of mindere goden als Sint Valentijn die op de kanteling van de winter de lente al voelen kriebelen. Over de Liefde, hoofdmuze van dienst bij menige dichter. Soms flirtend met de dood natuurlijk, maar daar willen we het even niet over hebben. Al gelden beide thema’s als onuitputtelijke en altijd weer opnieuw te ontginnen ertslagen voor het literaire bedrijf. Het éne thema omwille van de onbereikbaarheid van haar object, het andere omwille van de onafwendbaarheid ervan.

Geen toeval bijgevolg dat dichters het uitgebreid over de liefde hebben. Onder welke vorm ook ‘belichaamd’, zij betekent altijd wel een bron van ellende. ‘Een
waanzin die men zelf wil’, verklaart Roland Barthes. Wat uit veelvuldig doorvlooien van wetenschappelijke en bijwijlen ook minder wetenschappelijke lectuur na blijft zinderen, is de onmogelijkheid de liefde te definiëren en te installeren als een permanente en bevredigende vorm van menselijke existentie. Niet toevallig duiken Liefde en verliefdheid rijkelijk op in Freuds studiën over hysterie. ‘We verlangen wat we niet willen, we willen wat we niet verlangen’ schrijft Paul Verhaeghe in zijn magistrale ‘Liefde in tijden van eenzaamheid’. De man wordt verliefd op de vrouw die hem weigert, de vrouw wordt verliefd op haar eigen fantasma van de man die zij toch niet kan krijgen. Mensen slaan op de vlucht voor wat al te beschikbaar is.
Probeer na al dat feministische geweld dan al niet de macho uit te hangen: te veel tedere toenadering voor zijn vrouwelijke wederhelft zadelt de man blijkbaar op met erectieproblemen. Zijn partner gaat al vlug op de moederfiguur gelijken en daartegenover staat het oeroude incestverbod. Freud kan het weten. Tegenover een overdosis fallisch-coïtale beschikbaarheid heeft de vrouw dan weer een arsenaal van vluchtroutes klaar: van migraine tot chronische vermoeidheid. Queen Victoria raadde haar dochter aan tijdens de voltrekking van de huwelijksplicht de ogen te sluiten en aan Engeland te denken: ‘Close your eyes and think of England’. Of hoe falen op de duur verdacht veel als ‘fallisch’ gaat klinken. Op de honderd afgesloten huwelijken lopen er 54 vroeg of laat op de klippen. Ik ben na voorgaand vertoog veeleer verwonderd over die andere 46. Het huwelijk blijkt een te zware ketting te zijn om ze met twee te dragen (La Rochefoucauld). Of nog meer opbeurends: ‘Het symptoom van de man is zijn vrouw’ en ‘Voor de vrouw is de man steeds een ravage’ (Lacan). Seksualiteit en erotiek bieden zelden soelaas. Ze zijn in soms niets verhullende handboeken en blaadjes afgegleden tot een vorm van seksuele gymnastiek. Zij slaan geen bruggen over de diepe kloven van leegte waarover wij als eenzame samenspelers moeten.

Merkelijkheid

Nu gaat ze ook nog geeuwen
terwijl ik haar gedachten streel
en zacht als sneeuw op haar
huid moet liggen:

nu valt het gestage (als sneeuw)
Getik tegen de spiegel waaruit
ze opschrikt als door een raam.
O heilig complot der dingen:

we zijn gebeurd verklaard. We
liggen nog nachten zoek als
kleren door elkaar. Bang iets
te onderbreken brengt zij al

misleiding aan. Schaduw rond
haar kijken. Zo legt zij raadsels
voor het grijpen. Haar mond getuite
werkelijkheid. Haar huid nog als

het ware.


Zelfopofferende liefde laat zich niet vinden in de man – vrouwverhouding, maar in de relatie van de moeder tot haar kind. Afgewogen tegenover dit sjabloon van de volmaakte liefde situeert zich elke volgende liefdesrelatie als een tekortschieten. Daarom is de Liefde en vooral ook de verliefdheid eerder zwaarmoedig. Er is maar zelden goede poëzie geschreven over een geslaagd huwelijk. Wel over het failliet van onze amoureuze ondernemingen. Ondertussen blijven we verlangen naar verlangen. Niet zelden is de geliefde daaraan ondergeschikt.
Laat me dit editoriaal evenwel beëindigen met een wat vrolijker noot van Winnicot (Barthes 2002): ‘Dit zou de structuur van het “succesvolle” paar zijn: een kleine dosis verbod, veel spel; het verlangen aanwijzen en het vervolgens alleen laten, zoals die behulpzame inlanders die je graag de weg wijzen, zonder daarbij hardnekkig met je mee te blijven lopen’.

Hugo Verstraeten

VERHAEGHE, P., Liefde in tijden van eenzaamheid. Leuven, Acco, 2005, 207 pp.
BARTHES, R., Uit de taal van een verliefde. Utrecht, uitgeverij Ijzer, 2002, 274 pp.

Digther - 10/3 - Inhoud


Digther – Jaargang 10-2009 – Nummer 3 – Inhoudstafel

Editoriaal. Hugo Verstraeten

Berichten
Aangespoeld met pen en penseel
Expo Charlotte Mutsaers in Oostende. Annelies Vantyghem
Bekendmaking Melopee – Nieuwe poëzieprijs Laarne
gedichten van Charles Ducal en Herman Leenders

Poëzie
Steven Graauwmans
Renaat Ramon
Peter Vermaat
Inge Boulonois

Wie blogt die blijft - Jef Boven

Uit de toevloed
Over nieuw werk van:
Hannie Rouweler & Joris Iven (Open Doek Sluiers)
Frank De Vos (Trek de wind niet van de wieken)
Hannie Rouweler (Nieuwe gedichten)
Joris Iven (Alles bij elkaar)
Paul Cardon (Restanten van een glimlach)
Edith Oeyen (Een naald zonder oog)
Inge Braeckman (Beeltenissen)
Paul Rigolle (Van het hart een steen)
Ina Stabergh (Darwin en ik)

Proza
De Imker en de tapijtenklopper . Delphine Lecompte
Jachtongeluk. Delphine Lecompte
Het koor . Delphine Lecompte

Recensies
Een soort blauw dat geen betekenis heeft – over ‘De dieren in mij’ van Delphine Lecompte (Alain Delmotte)

Rubriek Overschrijven

maandag 15 februari 2010

Digther – 10/3 - Editoriaal

Redactioneel

Darwin hier. Darwin daar. Darwin overal.

Darwin wint. Wellicht omdat hij beter dan God aangepast is aan onze moderne tijd. Darwin overleeft omdat we nog altijd bereid zijn hem te lezen. Er zijn boeken en ideeën die de wereld veranderden: ‘Das Kapital’(Marx), ‘Das Unbehagen in der Kultur’ (Freud), de Bijbel (God). Zij worden van generatie op generatie overgeleverd, ongeveer zoals het recept voor het maken van een goede cake overleeft en wordt doorgegeven. Zo verging het ‘On the Origin of Species’. Het boek verscheen in 1859 en kreeg van de auteur een ruime ondertiteling:

by Means of Natural Selection
or the Preservation of Favoured Races in the Struggle for Life

De publicatie betekende een splijtzwam die het nageslacht opzadelt met believers en non – believers. Creationisten en evolutionairen. Gekken die rekenen op God om hen uit de aarde te verlossen en gekken die rekenen op feiten om hen van God te verlossen. Het schisma loopt door continenten, religies en politieke overtuigingen. Het wordt kiezen tussen een wereld die louter uit God of een die enkel uit feiten bestaat. Of is die keuze vals en bestaat het om niet te kiezen, de werkelijkheid aan zichzelf over te laten? Zoals het een voorzichtig mens past, bestaat mijn antwoord alleen maar uit vragen:

1. Wat of wie is God? Waar is God? Op alle plaatsen?
2. Waarom vond die Onveroorzaakte Veroorzaker het nodig ons te scheppen? Had Hij Niet Aan Zichzelf Genoeg?
3. Wat is een feit? Alles wat het geval is? Bestaat de wereld enkel uit feiten, of is dit enkel gezichtsverduistering, zelfbedrog?
4. Wat zien wij over het hoofd of beter: wat kunnen wij niet zien?
5. A ls zelfs ééncelligen intentioneel zijn en gericht op voortbestaan en als geheel het evolutionaire proces intentioneel is in een hogere orde, waarom heeft evolutie dan zoiets als de menselijke soort voortgebracht (de enige soort die zijn biotoop vernietigt)?
6. A ls het determinisme (als het eindeloze kansspel tussen milieu en genen) ons maakt tot wat we zijn en niet zijn, bestaat er dan geen determinisme dat ons bepaalt tot onbepaaldheid?

Misschien heeft Dirk Draulans vanop zijn nep – Beagle daar een antwoord op. Vragen die ik mij nog stel om dit af te sluiten: welke plaats heeft poëzie in dit evolutionaire plaatje? Is zij het talige substraat van de onverklaarbaarheid van de wereld? Het ‘debiele broertje van de filosofie’? Een late echo van de godendeemstering? Een verdwijnend artefact bij gebrek aan lezers? Blijvend verlangen naar ontroostbaarheid? Is ook literair taalgebruik een uitkomst van aanpassing en natuurlijke selectie? Welke schrijvers blijven, welke taal blijft? De meest aangepaste, de best leesbare, de succesrijkste? Wat als de dichter verdwijnt?

Wie omzwachtelt dan de werkelijkheid met nieuwe verbanden? Wie rapporteert dan over wat we altijd over het hoofd hebben gezien?

Hugo Verstraeten

woensdag 10 februari 2010

Onbegaanbaar, onverstaanbaar



Voordat ooit Zavel woorden was,
de leegte luierend in geeuwend
jaargetijde, aan twee oren doof
een mondvol steen en ijs en heugenis.

De waterstroom waar nooit gelachen
werd, de heide waar geen meisje
kleed en hemd verspeelde, huidig
aantal hongerwolven onbestemd.

De bomen van het het woud alleen bekend
bij wildspoor en in vogelspraak,
de knager, graskauwer en avondzwalker,
diepwortelgraver, notenkrakerschuwestaart.

Naamloos en nergensheen, de eerste dag.

© Peter Vermaat

(Gepubliceerd in Digther – 10/3)