Als dus de muilezels in de middag
tussen het water in de vallei staan,
hun bonte rugdoek nog op,
gebonden op enkele meters van elkaar,
dan staren ze naar wat is
tussen de grond en hun baal,
wat zij zien zien wij niet
terwijl in hun rug frivool de geitjes
vallen naar elkaar, waarom groeten
in Imlil de ezels de stoeiende geitjes niet?
© Sacha Blé
Noot:
Op maandag 17/12/2018 werden nabij het Marokkaanse bergdorpje Imlil de brutaal, gruwelijk vermoorde lichamen teruggevonden van de 24-jarige Deense rugzaktoeriste Louisa Vesterager Jespersen en de 28-jarige Noorse Maren Ueland.
Dichter Sacha Blé debuteerde in 2003 bij Uitgeverij Lannoo met de bundel 'Afwezigheid'. Eén van de eerste gedichten van die bundel is bovenstaand gedicht 'Geitjes in Imlil', waarin Sacha Blé de ongrijpbare sfeer in Imlil te pakken probeerde te krijgen. Een gedicht dat nu, vijftien jaar later, gelezen kan worden als een in memoriam!
maandag 31 december 2018
Marcus Cumberlege overleden
R.I.P. Marcus Cumberlege!
Aanvullend bericht:
Wie dat wil kan samen met familie en vrienden afscheid nemen van Marcus op zaterdag 5/1/2019 om 11:00 u in Magdalenakerk, Stalijzerstraat, Brugge.
Aanvullend bericht:
Wie dat wil kan samen met familie en vrienden afscheid nemen van Marcus op zaterdag 5/1/2019 om 11:00 u in Magdalenakerk, Stalijzerstraat, Brugge.
zondag 30 december 2018
Je gezicht - Sacha Blé
Je gezicht –
ik beschrijf het met de wereld
die ik ken: de ree
Vasalis, berin Yourcenar,
de fee Szymborska,
Van Hee de volle maan.
Je had niets met poëzie.
Liever iets nuchters én sentimenteels,
de après-ski in La Bresse,
het Nieuwjaarsconcert uit Wenen,
de vogels op de oude kustlijn,
Knokke, de Champagnestreek in maartse zon.
Helder
had je het alles, als kippenstront.
Tot je dood ging.
Vroeger, merkelijk, dan de zon.
© Sacha Blé
ik beschrijf het met de wereld
die ik ken: de ree
Vasalis, berin Yourcenar,
de fee Szymborska,
Van Hee de volle maan.
Je had niets met poëzie.
Liever iets nuchters én sentimenteels,
de après-ski in La Bresse,
het Nieuwjaarsconcert uit Wenen,
de vogels op de oude kustlijn,
Knokke, de Champagnestreek in maartse zon.
Helder
had je het alles, als kippenstront.
Tot je dood ging.
Vroeger, merkelijk, dan de zon.
© Sacha Blé
woensdag 26 december 2018
Duinen - Joris Denoo
Sanctuary aan zee
6. Duinen
licht ons op laat ons staan
vervoeg ons tot een honderdvoud
neem ons op de korrel
maar verklap dit eiland niet
verbuig ons onder brekend licht
sta ons toe u nader te bepalen
verdwaal met voorbedachten rade
maar bewaar wat wij verbergen
waad met langzame gebaren
door dit meervoud van een weelde
grijp ons aan heb ons liggen
bestijg onze rimpelflanken
omschrijf dan dit verwende nest
met een zilte regenboog van woorden
en vertel vooral de mensen niet
van deze schroeiplek zonder weerga
© Joris Denoo
Uit de cyclus "Sanctuary aan zee", gepubliceerd
op 'De Schaal van Digther'.
De cyclus "Sanctuary aan zee", een minicollectie reisgedichten (waarvan enkele ook als Flard verschenen) bestaat uit:
1. Zeeschap (Vr 21/12/2018)
2. Helmgras (Za 22/12/2018)
3. Eredienst (Zo 23/12/2018)
4. Dronkenschap (Ma 24/12/2018)
5. Dijk in de winter (Di 25/12/2018)
6. Duinen (Woe 26/12/2018)
6. Duinen
licht ons op laat ons staan
vervoeg ons tot een honderdvoud
neem ons op de korrel
maar verklap dit eiland niet
verbuig ons onder brekend licht
sta ons toe u nader te bepalen
verdwaal met voorbedachten rade
maar bewaar wat wij verbergen
waad met langzame gebaren
door dit meervoud van een weelde
grijp ons aan heb ons liggen
bestijg onze rimpelflanken
omschrijf dan dit verwende nest
met een zilte regenboog van woorden
en vertel vooral de mensen niet
van deze schroeiplek zonder weerga
© Joris Denoo
Uit de cyclus "Sanctuary aan zee", gepubliceerd
op 'De Schaal van Digther'.
De cyclus "Sanctuary aan zee", een minicollectie reisgedichten (waarvan enkele ook als Flard verschenen) bestaat uit:
1. Zeeschap (Vr 21/12/2018)
2. Helmgras (Za 22/12/2018)
3. Eredienst (Zo 23/12/2018)
4. Dronkenschap (Ma 24/12/2018)
5. Dijk in de winter (Di 25/12/2018)
6. Duinen (Woe 26/12/2018)
dinsdag 25 december 2018
Dijk in de winter - Joris Denoo
Sanctuary aan zee
5. Dijk in de winter
ginds was een herfst de mode wou het
mocht versace nog in leven zijn
dan zagen bomen er nu anders uit
en brueghel zou barmhartig zijn
stenen waaien niet en regen stremt
als luie lava wecken van wind
en vlinders prikken om niet te vergeten
hoe onstuimig alles ooit was
nu glasstilte en beweging gestold
leven onzichtbaar geworden en
glashelder doorzicht het wrede
van bewaren een laatste kramp
de afrekening met de strepen erdoor
het gesperde toen is het eeuwige nu
de stille weckroep van pompei
waaiend glas en marmeren gefladder
© Joris Denoo
Uit de cyclus "Sanctuary aan zee", gepubliceerd
op 'De Schaal van Digther'.
De cyclus "Sanctuary aan zee", een minicollectie reisgedichten (waarvan enkele ook als Flard verschenen) bestaat uit:
1. Zeeschap (Vr 21/12/2018)
2. Helmgras (Za 22/12/2018)
3. Eredienst (Zo 23/12/2018)
4. Dronkenschap (Ma 24/12/2018)
5. Dijk in de winter (Di 25/12/2018)
6. Duinen (Woe 26/12/2018)
5. Dijk in de winter
ginds was een herfst de mode wou het
mocht versace nog in leven zijn
dan zagen bomen er nu anders uit
en brueghel zou barmhartig zijn
stenen waaien niet en regen stremt
als luie lava wecken van wind
en vlinders prikken om niet te vergeten
hoe onstuimig alles ooit was
nu glasstilte en beweging gestold
leven onzichtbaar geworden en
glashelder doorzicht het wrede
van bewaren een laatste kramp
de afrekening met de strepen erdoor
het gesperde toen is het eeuwige nu
de stille weckroep van pompei
waaiend glas en marmeren gefladder
© Joris Denoo
Uit de cyclus "Sanctuary aan zee", gepubliceerd
op 'De Schaal van Digther'.
De cyclus "Sanctuary aan zee", een minicollectie reisgedichten (waarvan enkele ook als Flard verschenen) bestaat uit:
1. Zeeschap (Vr 21/12/2018)
2. Helmgras (Za 22/12/2018)
3. Eredienst (Zo 23/12/2018)
4. Dronkenschap (Ma 24/12/2018)
5. Dijk in de winter (Di 25/12/2018)
6. Duinen (Woe 26/12/2018)
maandag 24 december 2018
Dronkenschap - Joris Denoo
Sanctuary aan zee
4. Dronkenschap
stilte breekt in volle hevigheid los
als op een bolle akker in de zestiende eeuw
een meeuw glijdt in een luchtplooi weg
tijd stippelt haar ongenadig uit
het elementaire bestaan op deze aarde
doordesemen met iets van een hogere orde
gesuizel van een zuidenwind en inzicht
in het licht van vossenrode somberte
ik klik verklik in de doka van mijn hoofd
er is de donkerte van wijn het bad waaruit
fluwelen beelden komen die ook branden
laat me langzaam waden tegen scherpte in
deze zee beleven
© Joris Denoo
Uit de cyclus "Sanctuary aan zee", gepubliceerd
op 'De Schaal van Digther'.
De cyclus "Sanctuary aan zee", een minicollectie reisgedichten (waarvan enkele ook als Flard verschenen) bestaat uit:
1. Zeeschap (Vr 21/12/2018)
2. Helmgras (Za 22/12/2018)
3. Eredienst (Zo 23/12/2018)
4. Dronkenschap (Ma 24/12/2018)
5. Dijk in de winter (Di 25/12/2018)
6. Duinen (Woe 26/12/2018)
4. Dronkenschap
stilte breekt in volle hevigheid los
als op een bolle akker in de zestiende eeuw
een meeuw glijdt in een luchtplooi weg
tijd stippelt haar ongenadig uit
het elementaire bestaan op deze aarde
doordesemen met iets van een hogere orde
gesuizel van een zuidenwind en inzicht
in het licht van vossenrode somberte
ik klik verklik in de doka van mijn hoofd
er is de donkerte van wijn het bad waaruit
fluwelen beelden komen die ook branden
laat me langzaam waden tegen scherpte in
deze zee beleven
© Joris Denoo
Uit de cyclus "Sanctuary aan zee", gepubliceerd
op 'De Schaal van Digther'.
De cyclus "Sanctuary aan zee", een minicollectie reisgedichten (waarvan enkele ook als Flard verschenen) bestaat uit:
1. Zeeschap (Vr 21/12/2018)
2. Helmgras (Za 22/12/2018)
3. Eredienst (Zo 23/12/2018)
4. Dronkenschap (Ma 24/12/2018)
5. Dijk in de winter (Di 25/12/2018)
6. Duinen (Woe 26/12/2018)
zondag 23 december 2018
Eredienst - Joris Denoo
Sanctuary aan zee
3. Eredienst
tegen strakke blauwte bovenal
bidt een zwever
met gespreide vleugels
in de diepte die daaruit ontstaat
zing ik zomer
als gewijde opera
in de kathedraal van wind
en luchten huis ik als een duif
zo thuis zo hoog zo heilig
aan de verte huilt een hond
die in de winter woont
wees gezegend meeuwen
© Joris Denoo
Uit de cyclus "Sanctuary aan zee", gepubliceerd
op 'De Schaal van Digther'.
De cyclus "Sanctuary aan zee", een minicollectie reisgedichten (waarvan enkele ook als Flard verschenen) bestaat uit:
1. Zeeschap (Vr 21/12/2018)
2. Helmgras (Za 22/12/2018)
3. Eredienst (Zo 23/12/2018)
4. Dronkenschap (Ma 24/12/2018)
5. Dijk in de winter (Di 25/12/2018)
6. Duinen (Woe 26/12/2018)
3. Eredienst
tegen strakke blauwte bovenal
bidt een zwever
met gespreide vleugels
in de diepte die daaruit ontstaat
zing ik zomer
als gewijde opera
in de kathedraal van wind
en luchten huis ik als een duif
zo thuis zo hoog zo heilig
aan de verte huilt een hond
die in de winter woont
wees gezegend meeuwen
© Joris Denoo
Uit de cyclus "Sanctuary aan zee", gepubliceerd
op 'De Schaal van Digther'.
De cyclus "Sanctuary aan zee", een minicollectie reisgedichten (waarvan enkele ook als Flard verschenen) bestaat uit:
1. Zeeschap (Vr 21/12/2018)
2. Helmgras (Za 22/12/2018)
3. Eredienst (Zo 23/12/2018)
4. Dronkenschap (Ma 24/12/2018)
5. Dijk in de winter (Di 25/12/2018)
6. Duinen (Woe 26/12/2018)
zaterdag 22 december 2018
Helmgras - Joris Denoo
Sanctuary aan zee
2. Helmgras
pijlen die geworteld in het donker
luchtigheid klemvast verpakken
soms het gelispel van belezen wind
spraakgebrekkig als het weer leenroerig wordt
zo spiegel ik mezelf en mijn gemis
aan wat mijn wortel altijd wist
dat vele stengels wel een struik bepalen
maar bij ontstentenis niet echt ontbreken
en dichter bij vergeten van wat was
krijgt een oud verhaal zijn verse glans
wit en onbeschreven wordt onbeschrijfelijk
groen in het geblader tussen regels
© Joris Denoo
Uit de cyclus "Sanctuary aan zee", gepubliceerd
op 'De Schaal van Digther'.
De cyclus "Sanctuary aan zee", een minicollectie reisgedichten (waarvan enkele ook als Flard verschenen) bestaat uit:
1. Zeeschap (Vr 21/12/2018)
2. Helmgras (Za 22/12/2018)
3. Eredienst (Zo 23/12/2018)
4. Dronkenschap (Ma 24/12/2018)
5. Dijk in de winter (Di 25/12/2018)
6. Duinen (Woe 26/12/2018)
2. Helmgras
pijlen die geworteld in het donker
luchtigheid klemvast verpakken
soms het gelispel van belezen wind
spraakgebrekkig als het weer leenroerig wordt
zo spiegel ik mezelf en mijn gemis
aan wat mijn wortel altijd wist
dat vele stengels wel een struik bepalen
maar bij ontstentenis niet echt ontbreken
en dichter bij vergeten van wat was
krijgt een oud verhaal zijn verse glans
wit en onbeschreven wordt onbeschrijfelijk
groen in het geblader tussen regels
© Joris Denoo
Uit de cyclus "Sanctuary aan zee", gepubliceerd
op 'De Schaal van Digther'.
De cyclus "Sanctuary aan zee", een minicollectie reisgedichten (waarvan enkele ook als Flard verschenen) bestaat uit:
1. Zeeschap (Vr 21/12/2018)
2. Helmgras (Za 22/12/2018)
3. Eredienst (Zo 23/12/2018)
4. Dronkenschap (Ma 24/12/2018)
5. Dijk in de winter (Di 25/12/2018)
6. Duinen (Woe 26/12/2018)
vrijdag 21 december 2018
Zeeschap - Joris Denoo
Sanctuary aan zee
1. Zeeschap
laat het hierboven bol van leegte staan
dit onlandschap waar ik naar verlang
laat het leeg van volheid zijn
en waterpas en wolken graag
niets mag dit verder nog ontsieren
hoogstens kap ik nog een luchtreis
uit mijn dromen weg voor later en diep
daaronder kam ik wieren tegendraads
ik heb een blind date met de tijd
het zien is onderhevig het oog schiet
hier te kort geen vergrootglas atlas
kunnen schier dit eiland aan
aarde blauwe plek in het heelal
en zo de zee te zien
© Joris Denoo
Uit de cyclus "Sanctuary aan zee", gepubliceerd
op 'De Schaal van Digther'.
De cyclus "Sanctuary aan zee", een minicollectie reisgedichten (waarvan enkele ook als Flard verschenen) bestaat uit:
1. Zeeschap (Vr 21/12/2018)
2. Helmgras (Za 22/12/2018)
3. Eredienst (Zo 23/12/2018)
4. Dronkenschap (Ma 24/12/2018)
5. Dijk in de winter (Di 25/12/2018)
6. Duinen (Woe 26/12/2018)
1. Zeeschap
laat het hierboven bol van leegte staan
dit onlandschap waar ik naar verlang
laat het leeg van volheid zijn
en waterpas en wolken graag
niets mag dit verder nog ontsieren
hoogstens kap ik nog een luchtreis
uit mijn dromen weg voor later en diep
daaronder kam ik wieren tegendraads
ik heb een blind date met de tijd
het zien is onderhevig het oog schiet
hier te kort geen vergrootglas atlas
kunnen schier dit eiland aan
aarde blauwe plek in het heelal
en zo de zee te zien
© Joris Denoo
Uit de cyclus "Sanctuary aan zee", gepubliceerd
op 'De Schaal van Digther'.
De cyclus "Sanctuary aan zee", een minicollectie reisgedichten (waarvan enkele ook als Flard verschenen) bestaat uit:
1. Zeeschap (Vr 21/12/2018)
2. Helmgras (Za 22/12/2018)
3. Eredienst (Zo 23/12/2018)
4. Dronkenschap (Ma 24/12/2018)
5. Dijk in de winter (Di 25/12/2018)
6. Duinen (Woe 26/12/2018)
Sanctuary aan zee - Joris Denoo
Joris Denoo - Foto Bert Bevers |
De komende dagen publiceert 'De Schaal van Digther' de cyclus "Sanctuary aan zee" van Joris Denoo. De literaire dienststaat en de werkkracht van Joris Denoo blijft imponeren. Zijn recentste publicatie, de roman Upperdog verscheen bij de sympathieke Uitgeverij Bibliodroom n.a.v. zijn 65° verjaardag.
Denoo schreef intussen 108 boeken en boekjes en bijna 1000 columns. Zijn werk werd bekroond met een aantal literaire prijzen. Schrijven is leven en leven is schrijven, wat meer dan ooit blijkt uit deze biotrilogie van mens, dorp en tijd.
De cyclus "Sanctuary aan zee", een minicollectie reisgedichten (waarvan enkele ook als Flard verschenen) bestaat uit:
1. Zeeschap (Vr 21/12/2018)
2. Helmgras (Za 22/12/2018)
3. Eredienst (Zo 23/12/2018)
4. Dronkenschap (Ma 24/12/2018)
5. Dijk in de winter (Di 25/12/2018)
6. Duinen (Woe 26/12/2018)
Extern:
HLN-Joris Denoo viert 65° verjaardag met trilogie 'Upperdog'
Joris Denoo
https://jorisdenoo.wordpress.com
https://vreselijkeverhalen.wordpress.com
http://blog.seniorennet.be/geraldine_roslare
https://vreselijkeverhalen.wordpress.com
http://blog.seniorennet.be/geraldine_roslare
http://romaneskeboeken.jouwweb.nl
http://plankenkoorts.jouwweb.nl
http://blog.seniorennet.be/donderdag_007_4
http://plankenkoorts.jouwweb.nl
http://blog.seniorennet.be/donderdag_007_4
zondag 16 december 2018
Puinportret - Steven Van de Putte
(november ’18) Puinportret
Bij Letters for Home, (III) in Memory
Zij herinneren zich niet de kinderen,
het leven nog voor zich, versteend
schuilend in hun moederschoot,
in de ban van huilende nachtuilen,
het laatste sprookje dat moeder prevelde
over Handley Pages hoog boven Petegem,
hoe een ronkende Hercules zijn klauwen
zette in kelders van herfst en honger.
Zij herinneren zich niet hoe Franse bataljons
vochten om een station zonder sporen.
Aan de Knok de schokbuis van bloed door
huizen, de vlammen om klamme handen
van ster en stof, een snapshot van een god
in kleine ogen. Zij herinneren zich niets
van gebalde vuisten in moeders’ dijen.
Zij zijn killer selfies van te snel herwonnen geluk.
© Steven Van de Putte
Dit is een van de drie gedichten bij het muziekstuk ‘Letters for home’ van Peter Meecham. Het werd voor de eerste keer op 9 en 10 november 2018 opgevoerd in Deinze olv Kenny Van Heuverzwijn tijdens het totaalspektakel WanHOOP.
Steven Van de Putte schreef samen met Luc C. Martens en Eddy Vaernewyck een passend gedicht bij elk onderdeel.
Bij Letters for Home, (III) in Memory
Zij herinneren zich niet de kinderen,
het leven nog voor zich, versteend
schuilend in hun moederschoot,
in de ban van huilende nachtuilen,
het laatste sprookje dat moeder prevelde
over Handley Pages hoog boven Petegem,
hoe een ronkende Hercules zijn klauwen
zette in kelders van herfst en honger.
Zij herinneren zich niet hoe Franse bataljons
vochten om een station zonder sporen.
Aan de Knok de schokbuis van bloed door
huizen, de vlammen om klamme handen
van ster en stof, een snapshot van een god
in kleine ogen. Zij herinneren zich niets
van gebalde vuisten in moeders’ dijen.
Zij zijn killer selfies van te snel herwonnen geluk.
© Steven Van de Putte
Dit is een van de drie gedichten bij het muziekstuk ‘Letters for home’ van Peter Meecham. Het werd voor de eerste keer op 9 en 10 november 2018 opgevoerd in Deinze olv Kenny Van Heuverzwijn tijdens het totaalspektakel WanHOOP.
Steven Van de Putte schreef samen met Luc C. Martens en Eddy Vaernewyck een passend gedicht bij elk onderdeel.
zaterdag 15 december 2018
Nachtelijke aanval - Eddy Vaernewyck
Bij Letters for Home, (II) The Trench
Gitzwart de nacht en oorverdovend stil.
Enkel een klaagzang van gakkende ganzen
doorbreekt de vrede van het ogenblik.
Tot plots, hoog boven de loopgraven,
een orkest van ratelend mortiergeschut.
Nachtmerrie van kletterend ijzer en
schreeuwend vlees. Ratten razend over
verscheurde plunjes en losgeslagen laarzen.
Ledematen tot op het bot ontvleesd.
Oorlogswoede die pas langzaam
uitdooft in de luwte van de ochtend.
In niemandsland, onder aarzelend
zonlicht, tiert welig de papaver
alsof de hel hier niet bestaat.
© Eddy Vaernewyck
Dit is een van de drie gedichten bij het muziekstuk ‘Letters for home’ van Peter Meecham. Het werd voor de eerste keer op 9 en 10 november 2018 opgevoerd in Deinze olv Kenny Van Heuverzwijn tijdens het totaalspektakel WanHOOP.
Eddy Vaernewyck schreef samen met Luc C. Martens en Steven Van de Putte een passend gedicht bij elk onderdeel.
Gitzwart de nacht en oorverdovend stil.
Enkel een klaagzang van gakkende ganzen
doorbreekt de vrede van het ogenblik.
Tot plots, hoog boven de loopgraven,
een orkest van ratelend mortiergeschut.
Nachtmerrie van kletterend ijzer en
schreeuwend vlees. Ratten razend over
verscheurde plunjes en losgeslagen laarzen.
Ledematen tot op het bot ontvleesd.
Oorlogswoede die pas langzaam
uitdooft in de luwte van de ochtend.
In niemandsland, onder aarzelend
zonlicht, tiert welig de papaver
alsof de hel hier niet bestaat.
© Eddy Vaernewyck
Dit is een van de drie gedichten bij het muziekstuk ‘Letters for home’ van Peter Meecham. Het werd voor de eerste keer op 9 en 10 november 2018 opgevoerd in Deinze olv Kenny Van Heuverzwijn tijdens het totaalspektakel WanHOOP.
Eddy Vaernewyck schreef samen met Luc C. Martens en Steven Van de Putte een passend gedicht bij elk onderdeel.
vrijdag 14 december 2018
Afscheid - Luc C. Martens
Bij Letters for Home, (I) The bittersweet lovesong
onder het blauwe hoedje staart ze
onzeker en bang. haar grote liefde
drukt koperen knopen in haar wang.
vandaag werd hij een nummer
in haar oren de kleine woorden.
handen losgelaten, armen gestrekt,
ijlt hij de straat uit. op haar netvlies
brandt zijn jeugdig gaaf gezicht
in elk blauw uur poetst hij zijn naam,
voelt hij haar warmte. onder zijn helm
ruikt hij aan honderd brieven,
kust haar op de postzegelranden
© Luc C. Martens
Dit is een van de drie gedichten bij het muziekstuk ‘Letters for home’ van Peter Meecham. Het werd voor de eerste keer op 9 en 10 november 2018 opgevoerd in Deinze olv Kenny Van Heuverzwijn tijdens het totaalspektakel WanHOOP.
Luc C. Martens schreef samen met Eddy Vaernewyck en Steven Van de Putte een passend gedicht bij elk onderdeel. De gedichten van Eddy Vaernewyck en Steven Van de Putte worden morgen en overmorgen hier op de Schaal van Digther gepubliceerd.
onder het blauwe hoedje staart ze
onzeker en bang. haar grote liefde
drukt koperen knopen in haar wang.
vandaag werd hij een nummer
in haar oren de kleine woorden.
handen losgelaten, armen gestrekt,
ijlt hij de straat uit. op haar netvlies
brandt zijn jeugdig gaaf gezicht
in elk blauw uur poetst hij zijn naam,
voelt hij haar warmte. onder zijn helm
ruikt hij aan honderd brieven,
kust haar op de postzegelranden
© Luc C. Martens
Dit is een van de drie gedichten bij het muziekstuk ‘Letters for home’ van Peter Meecham. Het werd voor de eerste keer op 9 en 10 november 2018 opgevoerd in Deinze olv Kenny Van Heuverzwijn tijdens het totaalspektakel WanHOOP.
Luc C. Martens schreef samen met Eddy Vaernewyck en Steven Van de Putte een passend gedicht bij elk onderdeel. De gedichten van Eddy Vaernewyck en Steven Van de Putte worden morgen en overmorgen hier op de Schaal van Digther gepubliceerd.
zaterdag 8 december 2018
De stille zomer - Frans Deschoemaeker
Pimpelmezen die zich baden in het door een roestige putto boven het hoofd geheven waterbekkentje, op een hoge sokkel, in een perspectief van lindenkruinen. Hun woest gespetter in fel tegenlicht. In het wijd openstaande raam van de tuinkamer waar de prikkelende pittigheid van de vroege ochtend de studieuze geur ontmoet van boeken, pennen, inkten, verven, Italiaanse koffie uit het zilverkleurig kannetje.
Een atmosfeer in woorden tot tastbaarheid dwingen. Proberen met smaak te schrijven; over de gladde buik van een terracottakruik, de nerven in het hout, het korstmos op oude Bourgondische witsteen, de pontificale gang van de kat (die met grote minachting die mezen gadeslaat), over hoe een rookpluim zich verhoudt tot een beboste heuvelkam bij avondlijk strijklicht, ergens in oktober in de Elzas, ergens in de herinnering, en al de daaruit voortvloeiende bewegingen van ’t gemoed.
Hoe zeemleer aanvoelt, en hertogelijk brokaat, hoe koel de in de diepte van een colonnade wegijlende tegelvloer wel is, hoe de opkomende zon een borstkuras ontsteekt; dat wisten onze schilders haarfijn en zinnelijk te vatten in verf. Waarom zou het niet in inkt te vatten zijn?
Proberen met smaak te schrijven. Zo schrijven dat uit dat schrijven het plezier in het schrijven spreekt. Schrijven als levenskunst, als uiting van liefde voor het leven. De opdracht van de schrijver is niet grote voorvallen te vertellen, maar kleine interessant te maken, schreef Schopenhauer. Onder interessant versta ik graag: intens, geladen (gelaagd) en sensueel. Niets is, dat er niet om vraagt indringend, op zinnelijke wijze beschreven te worden, en zodoende begrepen te worden, aanwezigheid te verwerven. De geur van benzinestations in de zomernacht, langs alle autostrada’s naar het zuiden, verdient het zijn eindbestemming te vinden op de pagina’s van een mooi boek.
© Frans Deschoemaeker
Uit: De waterlelies van Montparnasse, een werk in gestadige voortgang.
Een atmosfeer in woorden tot tastbaarheid dwingen. Proberen met smaak te schrijven; over de gladde buik van een terracottakruik, de nerven in het hout, het korstmos op oude Bourgondische witsteen, de pontificale gang van de kat (die met grote minachting die mezen gadeslaat), over hoe een rookpluim zich verhoudt tot een beboste heuvelkam bij avondlijk strijklicht, ergens in oktober in de Elzas, ergens in de herinnering, en al de daaruit voortvloeiende bewegingen van ’t gemoed.
Hoe zeemleer aanvoelt, en hertogelijk brokaat, hoe koel de in de diepte van een colonnade wegijlende tegelvloer wel is, hoe de opkomende zon een borstkuras ontsteekt; dat wisten onze schilders haarfijn en zinnelijk te vatten in verf. Waarom zou het niet in inkt te vatten zijn?
Proberen met smaak te schrijven. Zo schrijven dat uit dat schrijven het plezier in het schrijven spreekt. Schrijven als levenskunst, als uiting van liefde voor het leven. De opdracht van de schrijver is niet grote voorvallen te vertellen, maar kleine interessant te maken, schreef Schopenhauer. Onder interessant versta ik graag: intens, geladen (gelaagd) en sensueel. Niets is, dat er niet om vraagt indringend, op zinnelijke wijze beschreven te worden, en zodoende begrepen te worden, aanwezigheid te verwerven. De geur van benzinestations in de zomernacht, langs alle autostrada’s naar het zuiden, verdient het zijn eindbestemming te vinden op de pagina’s van een mooi boek.
© Frans Deschoemaeker
Uit: De waterlelies van Montparnasse, een werk in gestadige voortgang.
vrijdag 7 december 2018
Na de voorstelling - Jaarwerk MMXVIII
Vlnr Renaat Ramon, Kurt Van Eeghem, Hendrik Carette |
Foto genomen op zondag 25/11/2018 na de voorstelling van "Jaarwerk MMXVIII" en de uitreiking in Beernem van de VWS-prijs aan Kristien Dieltiens.
zondag 2 december 2018
Over Tijdrijder van Peter Theunynck
Recensie: Frank Decerf
Met Tijdrijder, zijn achtste bundel, schenkt Peter Theunynck ons vooral intimistische poëzie. De bundel is opgedragen aan de ouders van de dichter. In de cyclus Tegen de tijd lezen we schijnbaar banale verzen, maar bij een nauwkeurige lezing ontdekt de lezer een subtiele gelaagdheid. We treffen geëngageerde boodschappen en anti-oorlogsgedichten aan. Gelukkig jaar is daar een voorbeeld van. Ode aan de ing vorm getuigt dan weer van intelligente humor.
In Wintertijd concentreert Theunynck zich vooral op de vergankelijkheid van het ouder worden. De dichter probeert de aftakeling een halt toe te roepen. In veel van de gedichten zorgt de herhaling voor een passende cadans. Korte zinnen houden de vorm strak.
Sluitingstijd is de derde cyclus van de bundel. In deze cyclus oefent de dichter zich om zich op de dood en het sterven voor te bereiden. Dit in een poging om het onomkeerbare af te wenden. De aankomende dreiging wordt in kaart gebracht. Theunynck gebruikt erg originele metaforen. Sterke beelden kenmerken de hele bundel. Beelden als… als de winter figuurzaagt in je lijf… of … de dorst had zijn oase gevonden. De act van het zingen is voor de dichter de beste remedie om het onheil de pas af te snijden. In het zingen neemt de dichter afstand van de ondergang. Zingen is een manier om het ongeluk af te houden: De dans is een tulp op hoge hakken… In Altijd spreekt de dichter zijn bewondering uit voor een hele resem figuren zoals Rik Wouters, Paul Verlaine, Ashraf, Remco Campert en nog vele anderen. Aspecten die hun leven bijzonder maakten en hen onderscheidden van de rest vinden in deze reeks hun vorm. De lezer, gewone sterveling, ontdekt andere facetten en leert de personages beter kennen.
GELUKKIG JAAR
Jonge jongens vuren de dans uit de tent.
Nu is de gewapende man aan het feest.
Achter de Eufraat droppen ze dakloze huizen
en vlammen om bloed te verwarmen.
Grondtroepen schrapen de hielen.
Het is enkel nog wachten op stevige zakken.
De mensen zijn moe. Ze mogen nog langer werken.
Sparen voor betere jachtbommenwerpers.
Nog nooit zoveel lichtjes. Nog nooit zoveel post.
Iedereen aan de joystick, maar waar is de vreugde?
In een uithoek een pandabeer op de schoot
van een meisje, moederend als een Maria.
De bundel sluit af met de cyclus Gestolde Tijd. Deze gedichten ontstonden na het lezen van “A history of the world in 100 objects” van N Mac Gregor. Theunynck kruipt hier in de huid van de archeoloog die veronderstellingen in persoonlijke wetten giet. Gestolde Tijd wordt een poëtische reis doorheen onze beschaving. Een persoonlijke interpretatie van de evolutie der dingen via invalshoeken en inzichten die zowel creativiteit als intelligentie bewijzen. Deze cyclus doet de lezer meermaals glimlachen.
In Tijdrijder zit veel compassie en dat maakt voor mij van Theunynck een heel humaan dichter; een auteur om naar op te kijken. Hij slijpt zijn arsenaal aan woorden tot een verfijnde en aparte taalmozaïek.
© Frank Decerf
Tijdrijder, Peter Theunynck, 2018,Wereldbibliotheek Amsterdam, ISBN 9 789028 427617
woensdag 28 november 2018
Ode aan de vrije geest - VWS-prijs voor Kristien Dieltiens
Zondag laatst werd in 'Het Beernem van al onze plaatsen', Jaarwerk MMXVIII het vierde jaarboek van de VWS voorgesteld. In een gemoedelijke en af en toe ontroerende voorstelling werd de publicatie van het nieuwe jaarboek ook dit jaar weer gekoppeld aan de uitreiking van de VWS-prijs. Deze prijs bekroont een literator uit de Provincie West-Vlaanderen of een schrijver die er zijn roots heeft. De prijs kan zowel een erkenning zijn voor het gehele werk van een auteur of voor een aantal werken. Dit jaar ging de eer naar de Beernemse auteur Kristien Dieltiens. En terecht! De weg die auteur en plastisch kunstenaar Dieltiens intussen heeft afgelegd oogt ronduit imposant.
Jet Marchau die in "Ode aan de vrije geest", haar bijdrage aan het jaarboek, op een
intense manier ingaat op het werk van de auteur lichtte ook zondag de positie van Dieltiens in het Vlaamse literaire landschap even toe en praatte de voormiddag aan elkaar. Schepen van cultuur Gijs Degrande (NVA) bracht in zijn welkomstwoord een beeld van zijn gemeente door de jaren heen. Hij stond, vertrekkend vanuit de Vlaamse ontvoogdingsstrijd, stil bij de figuren van de Oedelemse schrijvers Norbert Edgard Fonteyne en Marcel Matthijs, om ten slotte de laureaat en dorpsgenote Kristien Dieltiens te bedanken voor haar literaire prestaties. Als lezer en boekenworm vertelde hij het publiek dat hij zich dankzij haar werk vaak weer een achtjarige ridder voelt. Zijn speech kan hier via dit open Facebook-bericht nagelezen worden.
Daarop verduidelijkte Koen d'Haene de werking van de VWS ("Vereniging van West-Vlaamse schrijvers) en nam meteen ook een fikse duik in "Jaarwerk MMXVIII", het nieuwe en alweer vierde jaarboek van de vereniging. Het boek bevat bijdragen over ondermeer Maud Vanhauwaert (door Alain Delmotte), Kristien Dieltiens, Fernand Bonneure, Marcel Matthijs (door Paul Rigolle), T(h)omas Blondeau, Colard Mansion en Rita Ghesquière.
Voor Kurt Van Eeghem die voor het jaarboek een mooie gastbijdrage over zijn jeugd in Heist-aan-zee leverde, waren de welkomstwoorden van Gijs Degrande het vertrekpunt om op zijn beurt een aantal badinerende gedachten op te hangen aan de culturele en sociale toestand in het Vlaanderen van vandaag. Hij raakte meer dan eens een gevoelige snaar. De zelfvoldaanheid en het dédain waarmee de rijke Vlaming ("met SUV op de oprit") tegenwoordig zijn geschiedenis en de armoede van de vroege jaren 1900 vergeet, noemde hij een typisch "nouveau-riche-attitude". Ook het feit dat de Vlaming tegenwoordig moeiteloos voorbijgaat aan het feit dat wij in oorsprong - zoals het geval in de Groote Oorlog toen wij maar wat graag in Nederland werden opgevangen - allen vluchtelingen zijn, werd door hem badinerend en niet zonder ironie over de hekel gehaald.
Een bevlogen en geheel en al geïmproviseerde toespraak was het, zoals alleen Kurt Van Eeghem die kan houden. Ook hij heeft een lange weg afgelegd sinds hij als tengere jongen met een mandje vol papieren bloemen over het strand van Heist-aan-zee liep. Na de uitreiking van de VWS-prijs, alweer een heel mooi abstract marmertje van de hand van Renaat Ramon en het zeer persoonlijke dankwoord van Kristien Dieltiens volgde nog een ontroerend moment toen de auteur 'Spelende kinderen' (een beeld uit de Spaanse burgeroorlog), een schilderij van haar, mocht uitreiken aan de winnaar van de actie 'Maithili en het onderzoek naar DIPG', een zeer zeldzame vorm van hersenstamkanker die voorkomt bij kinderen.
Tot slot bood het gemeentebestuur van Beernem-Oedelem de aanwezigen in de fonkelnieuwe Beernemse Bib een gezellige receptie aan.
Tijdens de voorstelling van het jaarboek en de prijsuitreiking zorgde Focus-Wtv voor beelden die hieronder bekeken kunnen worden. Waarvoor dank.
"JAARWERK MMXVIII" is een uitgave van Scriptomanen en kan aldaar of op het secretariaaat van de VWS worden verkregen!
De volledige inhoudstafel kan via deze Schaal van Digther-link worden nagekeken.
(Paul Rigolle)
Jet Marchau die in "Ode aan de vrije geest", haar bijdrage aan het jaarboek, op een
Jet Marchau |
Kurt Van Eeghem |
Daarop verduidelijkte Koen d'Haene de werking van de VWS ("Vereniging van West-Vlaamse schrijvers) en nam meteen ook een fikse duik in "Jaarwerk MMXVIII", het nieuwe en alweer vierde jaarboek van de vereniging. Het boek bevat bijdragen over ondermeer Maud Vanhauwaert (door Alain Delmotte), Kristien Dieltiens, Fernand Bonneure, Marcel Matthijs (door Paul Rigolle), T(h)omas Blondeau, Colard Mansion en Rita Ghesquière.
Voor Kurt Van Eeghem die voor het jaarboek een mooie gastbijdrage over zijn jeugd in Heist-aan-zee leverde, waren de welkomstwoorden van Gijs Degrande het vertrekpunt om op zijn beurt een aantal badinerende gedachten op te hangen aan de culturele en sociale toestand in het Vlaanderen van vandaag. Hij raakte meer dan eens een gevoelige snaar. De zelfvoldaanheid en het dédain waarmee de rijke Vlaming ("met SUV op de oprit") tegenwoordig zijn geschiedenis en de armoede van de vroege jaren 1900 vergeet, noemde hij een typisch "nouveau-riche-attitude". Ook het feit dat de Vlaming tegenwoordig moeiteloos voorbijgaat aan het feit dat wij in oorsprong - zoals het geval in de Groote Oorlog toen wij maar wat graag in Nederland werden opgevangen - allen vluchtelingen zijn, werd door hem badinerend en niet zonder ironie over de hekel gehaald.
Jooris Van Hulle, Renaat Ramon en Kristien Dieltiens |
Tot slot bood het gemeentebestuur van Beernem-Oedelem de aanwezigen in de fonkelnieuwe Beernemse Bib een gezellige receptie aan.
Tijdens de voorstelling van het jaarboek en de prijsuitreiking zorgde Focus-Wtv voor beelden die hieronder bekeken kunnen worden. Waarvoor dank.
"JAARWERK MMXVIII" is een uitgave van Scriptomanen en kan aldaar of op het secretariaaat van de VWS worden verkregen!
De volledige inhoudstafel kan via deze Schaal van Digther-link worden nagekeken.
(Paul Rigolle)
dinsdag 27 november 2018
Klop klop knip knip
Literaire Living-Editie 2018, het verslag.
Zaterdag laatst hebben we in Ardooie in het Theater De Schaduw opnieuw een excellente editie van
"Literaire Living" meegemaakt. Mogen meemaken! Tsead Bruinja, de Friese en even klankrijke nazaat van Tsjêbbe Hettinga, beet de spits af. Hij deed dat afwisselend in het Fries en in het Nederlands. Het Fries klinkt zowaar een beetje als het West-Vlaams, zei dichter en geestelijke vader van "de Living" Reinout Verbeke in zijn inleiding. En ja hoor voor de gelegenheid ruilde Tsead een konijnenren in een van zijn gedichten meteen in voor het West-Vlaamse "keunekot". (konijnenhok). Als je't ons vraagt na zijn mooie lezing: straf dichter, die Tsead Bruinja!
Na hem kwam Christophe Vekeman, nog steeds één van dé woelwaters van de Vlaamse literatuur. Hij was in Ardooie
alweer zijn bovenstebeste eigenste zelf. Zoals we hem al jaren leerden kennen: Rozengooier, kapitein, teksttornado... Vekeman zorgde wel bij sommige aanwezigen, zoals ook deze jongen er een was, voor een lichte vloek in de Wezekapel toen ie in de hiërarchie van de Kunsten de roman helemaal bovenaan plaatste. Nog boven de poëzie! En boven de muziek en het plastische... Ach, ook een Man van het Woord heeft volmondig recht op minstens één dwaling per dag. Of per nacht. Zeker als ie Christophe Vekeman heet!
Na Christophe Vekeman werd de poëzieprijs "Dichter uit de Schaduw" uitgereikt. Die gaat bij elke editie gepaard met deze poëtische hoogmis. Twee van de vier laureaten waren aanwezig. Hein Van der Schoot die helemaal vanuit het Noorden was gekomen werd tweede. Bert Deben (uit te spreken als 'deeben') was de laureaat. Beiden lazen een aantal van hun geprimeerde gedichten. Een aantal van die gedichten (o.a. "Na het vrijen steek ik een gedicht op" van Bert Deben) kenden we al omdat ze al eerder waren gepubliceerd maar eerdere publicatie was vooraf in het reglement ook niet als bezwaar aangestipt. De jury bestond net als vorig jaar uit Reinout Verbeke, Rino Feys, Benedikte Crombez, Liselotte Vercaigne, Paul Rigolle en Edward Hoornaert.
Na de pauze kwam Carmien Michels de Wezekapel zowat - Klop Klop Knip Knip - in lichterlaaie zetten.
De Indie-dreampopband Portland zette in afgeslankte versie, tussen de lezingen door, de Wezekapel in een Hemelse rode gloed. Portland bestond voor de gelegenheid uit Jente Pironet (stem en gitaar) en Sarah Pepels (stem entoetsen). Een band waarvan we in geen geval al het laatste hebben gehoord.
De avond werd keurig in goeie banen geleid door dichter mét nevenwerking Reinout Verbeke en Benedikte Crombez die om beurten de inleiding van de dichters en achteraf de interviews in "de livingzetel" voor hun rekening namen. Zo heel veel revelerends kwam er niet echt aan het licht. Een warme gemoedelijke babbel met de dichters was meer dan voldoende. Hét revelerende op deze poëzieavond was de poëzie zelf. En zo hoort het ook! Literaire Living Editie 2018 bood ons vier, wat zeg ik, zes interessante stemmen die zaterdag bleven naklinken tot laat in de Ardooise nacht.
Op naar Editie 10 !!!
Voor verslag: Paul Rigolle
Extern:
Thuissite Tsead Bruinja
Christophe Vekeman bij Cobra
Bert Deben-blogspot
Blogbericht Literaire Living Bert Deben
Thuissite Carmien Michels
Mark Van Tongele
Theater De Schaduw
Literaire Living bij De Schaal van Digther
Portland
Zaterdag laatst hebben we in Ardooie in het Theater De Schaduw opnieuw een excellente editie van
"Literaire Living" meegemaakt. Mogen meemaken! Tsead Bruinja, de Friese en even klankrijke nazaat van Tsjêbbe Hettinga, beet de spits af. Hij deed dat afwisselend in het Fries en in het Nederlands. Het Fries klinkt zowaar een beetje als het West-Vlaams, zei dichter en geestelijke vader van "de Living" Reinout Verbeke in zijn inleiding. En ja hoor voor de gelegenheid ruilde Tsead een konijnenren in een van zijn gedichten meteen in voor het West-Vlaamse "keunekot". (konijnenhok). Als je't ons vraagt na zijn mooie lezing: straf dichter, die Tsead Bruinja!
Na hem kwam Christophe Vekeman, nog steeds één van dé woelwaters van de Vlaamse literatuur. Hij was in Ardooie
alweer zijn bovenstebeste eigenste zelf. Zoals we hem al jaren leerden kennen: Rozengooier, kapitein, teksttornado... Vekeman zorgde wel bij sommige aanwezigen, zoals ook deze jongen er een was, voor een lichte vloek in de Wezekapel toen ie in de hiërarchie van de Kunsten de roman helemaal bovenaan plaatste. Nog boven de poëzie! En boven de muziek en het plastische... Ach, ook een Man van het Woord heeft volmondig recht op minstens één dwaling per dag. Of per nacht. Zeker als ie Christophe Vekeman heet!
Na Christophe Vekeman werd de poëzieprijs "Dichter uit de Schaduw" uitgereikt. Die gaat bij elke editie gepaard met deze poëtische hoogmis. Twee van de vier laureaten waren aanwezig. Hein Van der Schoot die helemaal vanuit het Noorden was gekomen werd tweede. Bert Deben (uit te spreken als 'deeben') was de laureaat. Beiden lazen een aantal van hun geprimeerde gedichten. Een aantal van die gedichten (o.a. "Na het vrijen steek ik een gedicht op" van Bert Deben) kenden we al omdat ze al eerder waren gepubliceerd maar eerdere publicatie was vooraf in het reglement ook niet als bezwaar aangestipt. De jury bestond net als vorig jaar uit Reinout Verbeke, Rino Feys, Benedikte Crombez, Liselotte Vercaigne, Paul Rigolle en Edward Hoornaert.
Na de pauze kwam Carmien Michels de Wezekapel zowat - Klop Klop Knip Knip - in lichterlaaie zetten.
Tot onze scha en schande, moeten we toegeven, dat dit het eerste
optreden was dat we van haar zagen. En wat voor een! Spontaan én
geëngageerd! Intens en vibrerend! Poëzie van en voor de hele wereld! We
kunnen het statement van Stefan Hertmans alleen maar bijtreden waar ie ergens over deze dichter schreef: "Een vrouwelijke Johnny Cash, krachtig, diep persoonlijk en met een politiek engagement dat je niet vaak hoort."
Het poëtisch slotakkoord was weggelegd voor de taal-rijke en bruisende dichter die Mark van Tongele is. Het werden een héle reeks slotakkoorden! Ooit gold van Tongele als een geheimtip voor de Nederlandstalige poëzie. Die tijd is met de ruime publicatie van zijn veelvuldig en meerstemmig oeuvre allang voorbij. Ook zijn laatste bundel 'De loeiende tier' werd verleden jaar met warmte én veel égards ontvangen. Helemaal terecht. "De wereld een vouwzetel die zalig zit", staat er in een van zijn teksten. Van Tongele las op deze editie van Literaire Living, zoekend en scharrelend tussen zijn vele gedichten, met overtuiging en kracht. Poëzie met uitroeptekens die tekeer gaat als een storm voor de kust van Oostende! Jaja... Het plaatje klopt volledig.
Oostende is ook de plaats waar van Tongele regelmatig resideert. Maar ook Bretagne trekt aan hem. Zijn reizen en verblijf aldaar , zo vertrouwde hij ons achteraf toe, vormt de materie voor een nieuw poëtisch proza-boek dat op komst zou moeten zijn. Na het hele mooie "Op hoop van zonnezegen" uit 2010 is dit alvast alweer iets om als van Tongele-adept en lezer zéér naar uit te kijken. De Indie-dreampopband Portland zette in afgeslankte versie, tussen de lezingen door, de Wezekapel in een Hemelse rode gloed. Portland bestond voor de gelegenheid uit Jente Pironet (stem en gitaar) en Sarah Pepels (stem entoetsen). Een band waarvan we in geen geval al het laatste hebben gehoord.
De avond werd keurig in goeie banen geleid door dichter mét nevenwerking Reinout Verbeke en Benedikte Crombez die om beurten de inleiding van de dichters en achteraf de interviews in "de livingzetel" voor hun rekening namen. Zo heel veel revelerends kwam er niet echt aan het licht. Een warme gemoedelijke babbel met de dichters was meer dan voldoende. Hét revelerende op deze poëzieavond was de poëzie zelf. En zo hoort het ook! Literaire Living Editie 2018 bood ons vier, wat zeg ik, zes interessante stemmen die zaterdag bleven naklinken tot laat in de Ardooise nacht.
Op naar Editie 10 !!!
Voor verslag: Paul Rigolle
Extern:
Thuissite Tsead Bruinja
Christophe Vekeman bij Cobra
Bert Deben-blogspot
Blogbericht Literaire Living Bert Deben
Thuissite Carmien Michels
Mark Van Tongele
Theater De Schaduw
Literaire Living bij De Schaal van Digther
Portland
dinsdag 20 november 2018
De Vallei - Nummer 39
Op zeer geregelde tijden komt 'De Vallei', het literair e-tijdschrift waarin François Vermeulen al sinds ettelijke jaren meer dan zijn ziel stopt, in pdf-vorm de mailboxen binnenvallen. Sinds Proximus gestopt is met de skynetblogs wordt 'De Vallei' nu gepubliceerd en toegankelijk gemaakt via het wordpress-platform en wel op dit adres: https://devallei.wordpress.com
Het nummer 39 dat recent is verschenen bevat bijdragen (poëzie - proza - beeldend werk) van zeer uiteenlopende medewerkers als Françoise Dragon, Hilde Janssens, Greet Verstraete, Hugo Verstraeten, Frank Roger, Leen Raats, Katja Feremans, Fa Quix, Solli Asemani, Ans De Bremme, Mike Jansen, Adriaan van Garde, Maarten Embrechts, Gerda De Preter, Eric Vandenwyngaerde, Geert Jan Beeckman, Bert Struyvé, Philippe Cailliau, Norbert De Meyer, Monique Mertens.
De samenstelling berustte dit keer bij Monika Macken en François Vermeulen
"De Vallei blijft een heel aardig én leesbaar ding!"
(P.R.)
De Vallei
De Vallei nr.39, jaargang 8 (in pdf)
maandag 19 november 2018
Vluchtelingen - Alain Delmotte
Bij het werk van Martine Platteau
Say this city has ten million souls
Some are living in mansions, some are living in holes,
Yet there’s no place for us, my dear, yet there’s no place for us.
… Came to a public meeting; the speaker got up and said:
“If we let them in, they will steal our daily bread”
He was talking of you and me, my dear, he was talking of you and me.
W.H. Auden (Ten songs 1. – March 1939)
Stel, deze stad telt tien miljoen zielen,
er leven er in paleizen, er leven er in holen
toch is er geen plaats voor ons, liefste, toch is er gaan plaats voor ons.
… Ik kwam op een meeting en de spreker besloot:
“Als we die erin laten stelen ze ons brood” –
Hij sprak over jou en mij, liefste, hij sprak over jou en mij.
(Vertaling Michel van der Plas)
1.
Hoe dichterbij ze komen, hoe meer we ons van hen verwijderen.
Hoe meer ze oog in oog met ons komen te staan, hoe meer we ons van hen
afwenden - tand om tand.
2.
In hun ogen lees je hoe ze aan uitwijzingen gewoon zijn geraakt. In de onze lees je hoe we ze verjagen.
Hun gelatenheid is hun verweer als ze ons in de ogen kijken.
3.
Van waar ze komen hebben ze alles verloren om hier nog meer te verliezen.
Wij ontvangen ze niet. Wij vangen ze op. En schuiven ze af.
Wij herkennen in hen niet wat we zelf hadden kunnen zijn. Wij durven niet.
4.
Ze stellen geen vragen, ze zoeken antwoorden.
Dat die antwoorden er niet zijn, daarover stellen ze zich ook geen vragen.
5.
Omdat ze van overzee komen, van over de bergen, van over de grenzen, van over onze denkwijzen en tafelmanieren houden we ze zoveel mogelijk voor anoniem, voor onbestaande.
Identiteit houden we voor ons alleen. En waarom zouden we iets van hun taal moeten begrijpen. De onze voldoet ons: er zijn geen andere talen. Wij zwijgen.
6.
We hebben niet eens één van onze verloederde buitenwijken voor hen over.
Niet één stationshal.
Niet eens wat sanitair.
Eten? Als wij het toelaten.
7.
Omdat wat hen is en zal overkomen boven hun hoofden gebeurt, houden ze hun hoofden leeg – op al waar ze naar verlangen na, op al wat wij niet willen dat ze verlangen na.
Stap na stap, stuk voor stuk zijn hun schoenafdrukken ons tot misstappen.
Wij houden voor hen ons slechte geweten klaar. Ze zullen het voelen.
8.
Vooral hun kinderen zijn er in onze statistieken te veel aan.
Ze zijn schaduwen zonder rotswand. Rotswanden zonder schaduwen.
9.
Ze krijgen ons niet: wij krijgen ze daarentegen wel klein. Wij zijn daar al goed mee bezig.
© Alain Delmotte
Dit gedicht van Alain Delmotte werd geschreven bij een schilderij van Martine Platteau.
Extern
Website Martine Platteau
Say this city has ten million souls
Some are living in mansions, some are living in holes,
Yet there’s no place for us, my dear, yet there’s no place for us.
… Came to a public meeting; the speaker got up and said:
“If we let them in, they will steal our daily bread”
He was talking of you and me, my dear, he was talking of you and me.
W.H. Auden (Ten songs 1. – March 1939)
Stel, deze stad telt tien miljoen zielen,
er leven er in paleizen, er leven er in holen
toch is er geen plaats voor ons, liefste, toch is er gaan plaats voor ons.
… Ik kwam op een meeting en de spreker besloot:
“Als we die erin laten stelen ze ons brood” –
Hij sprak over jou en mij, liefste, hij sprak over jou en mij.
(Vertaling Michel van der Plas)
1.
Hoe dichterbij ze komen, hoe meer we ons van hen verwijderen.
Hoe meer ze oog in oog met ons komen te staan, hoe meer we ons van hen
afwenden - tand om tand.
2.
In hun ogen lees je hoe ze aan uitwijzingen gewoon zijn geraakt. In de onze lees je hoe we ze verjagen.
Hun gelatenheid is hun verweer als ze ons in de ogen kijken.
3.
Van waar ze komen hebben ze alles verloren om hier nog meer te verliezen.
Wij ontvangen ze niet. Wij vangen ze op. En schuiven ze af.
Wij herkennen in hen niet wat we zelf hadden kunnen zijn. Wij durven niet.
4.
Ze stellen geen vragen, ze zoeken antwoorden.
Dat die antwoorden er niet zijn, daarover stellen ze zich ook geen vragen.
5.
Omdat ze van overzee komen, van over de bergen, van over de grenzen, van over onze denkwijzen en tafelmanieren houden we ze zoveel mogelijk voor anoniem, voor onbestaande.
Identiteit houden we voor ons alleen. En waarom zouden we iets van hun taal moeten begrijpen. De onze voldoet ons: er zijn geen andere talen. Wij zwijgen.
6.
We hebben niet eens één van onze verloederde buitenwijken voor hen over.
Niet één stationshal.
Niet eens wat sanitair.
Eten? Als wij het toelaten.
7.
Omdat wat hen is en zal overkomen boven hun hoofden gebeurt, houden ze hun hoofden leeg – op al waar ze naar verlangen na, op al wat wij niet willen dat ze verlangen na.
Stap na stap, stuk voor stuk zijn hun schoenafdrukken ons tot misstappen.
Wij houden voor hen ons slechte geweten klaar. Ze zullen het voelen.
8.
Vooral hun kinderen zijn er in onze statistieken te veel aan.
Ze zijn schaduwen zonder rotswand. Rotswanden zonder schaduwen.
9.
Ze krijgen ons niet: wij krijgen ze daarentegen wel klein. Wij zijn daar al goed mee bezig.
© Alain Delmotte
Dit gedicht van Alain Delmotte werd geschreven bij een schilderij van Martine Platteau.
Extern
Website Martine Platteau
zondag 18 november 2018
Jaarwerk MMXVIII-De voorstelling
Tot en met het jaar 2014 was De VWS (Vereniging voor West-Vlaamse Schrijvers) de uitgever van de bekende VWS-cahiers. Zes keer per jaar verscheen er in de periode 1966 - 2014 (of niet minder dan 49 jaargangen lang, goed voor 283 cahiers) een monografie die gewijd was aan een West-Vlaamse schrijver of een schrijver die er zijn roots had. Voorts publiceerde de VWS o.m. een zesdelig auteurslexicon.
Nadat de Provincie West-Vlaanderen eind 2014 zonder veel pardon de subsidiekraan dicht schroefde ging de Vereniging over tot een jaarlijkse uitgave van een Jaarboek. Zo verschenen in 2015, 2017 en 2017 de jaarwerken MMXV, MMXVI en MMXVII. De nieuwste editie van het jaarboek "Jaarwerk MMXVIII" over 2017-2018 wordt op zondag 25 november 2018 vanaf 10u30 voorgesteld in de Bibliotheek van Beernem. De keuze van de locatie berust in geen geval op toeval! De jaarlijkse Literaire Prijs van de VWS gaat dit jaar immers naar de in Beernem wonende schrijfster (én artistieke duizendpoot) Kriestien Dieltiens. Eerdere laureaten waren Walter Haesaert, Willy Spillebeen en Luuk Gruwez.
Kristien Dieltiens is geboren in 1954 en woont al vele jaren in Beernem. Ze volgde een kunstzinnige opleiding en stond jarenlang voor de klas. Sinds 2008 is ze voltijds auteur en illustrator.
Ze publiceerde tientallen kinder- en jeugdboeken die vaak werden vertaald en bekroond. Haar verhalen getuigen van een grote betrokkenheid en aanvaarding van de leefwereld van de jongeren.
In 2017 schreef ze haar eerste roman voor volwassenen. ‘Kortgeknipt’ is het verhaal van Baskische kinderen die tijdens de Spaanse burgeroorlog door hun ouders naar veiliger oorden, waaronder ook België, werden verscheept. Ook haar vijftigste boek Kelderkind gooide bij heel veel lezers hoge ogen.
Het programma op 25 november 2018 ziet er als volgt uit:
Verwelkoming door Gijs Degrande, schepen van cultuur van Beernem
Toelichting bij het VWS-jaarboek door Koen D'haene, eindredacteur VWS
Gelegenheidstoespraak door Kurt Van Eeghem
Uitreiking VWS-prijs aan Kristien Dieltiens door Jooris van Hulle, voorzitter VWS
Kristien Dieltiens die ook een zeer verdienstelijk schilder is, neemt het woord en reikt haar schilderij 'Spelende kinderen' uit aan de winnaar van de actie 'Maithili en het onderzoek naar DIPG'
Receptie, aangeboden door het Gemeentebestuur van Beernem.
Vrije toegang mits je vooraf inschrijft via mail aan VWS-secretaris Jan Bonneure (janbonneure@skynet.be) of via de Bibliotheek. Iedereen welkom!
In het vierde jaarboek, met alweer een heel mooie cover van de hand van WWS-bestuurslid Renaat Ramon, nemen we met de VWS ondermeer afscheid van VWS-voorzitter Fernand Bonneure, die eind 2017 op 94-jarige leeftijd overleed. Jet Marchau schetst het rijke en gevarieerde oeuvre van de laureaat van de VWS-prijs Kristien Dieltiens. In een erg persoonlijke terugblik staat gastauteur Kurt Van Eeghem stil bij zijn West-Vlaamse schooltijd in Heist aan Zee. Ook de andere bijdragen in ‘Jaarwerk MMXVIII’, onder meer over de dichteres Maud Vanhauwaert en de veel te vroeg overleden Thomas Blondeau, bieden een indringende blik op een jaar literatuur in WestVlaanderen.
De VWS is blij te kunnen melden dat na het noodgedwongen verdwijnen van de VWS-cahiers het motto blijft gelden: De VWS bouwt onverdroten verder aan de Bibliotheek van de West-Vlaamse letteren.
De volledige inhoudstafel van 'Jaarwerk MMXVIII', opnieuw een uitgave van uitgeverij de Scriptomanen, staat hier na te lezen.
Extern:
Site VWS
VWS op Facebook
Jaarwerk MMXVIII bij Uitgeverij Scriptomanen
Jaarwerk MMXVIII-De inhoud
WEST-VLAAMSE
AUTEURS 2017-2018
Abonneren op:
Posts (Atom)