(dagboekgedicht voor Gedichtendag)
Nauwelijks een gerucht was hoorbaar die dag.
Jij las, roerloos in de schaduw. Ik keek om
naar woorden die ik nooit zelf verzinnen kon.
De oorlog van Het einde van de Wereld.
Eb en Vloed. De Eenzaamheid der mannen.
Niets klonk op. Geen woord kwam over onze lippen.
Maar we hadden het over vulkanen, slapend
in de zomer. En hoe geen hand nog rukte aan
de kettingen van Dit Bestaan. Over dit soort
dingen hadden we het. Zonder woorden.
Rest mij in het hoofd daarvan enkel nog
de foto die ik zoveel later in mijn handen hou:
Als verzwegen, even stilhoudend richting tuin.
Ik breng jou koffie, moet glimlachen plots
om zoveel duidelijkheid: Het licht is het licht.
En groen het gras waarop jouw lichaam
nooit gelijk zal zijn aan het mijne.
Niets is hoorbaar. Mateloos trillen de bladen
in hun heimwee naar het boek.
© Paul Rigolle
Uit: ‘Het tomeloze totaal van de dag’
(typoscript in wording)
donderdag 31 januari 2019
dinsdag 29 januari 2019
Meer dan menens
Komende donderdag 31/1/2019 start met Gedichtendag alweer een flinkgevulde Poëzieweek. Op de Poëzieweek-site vind je daar alles over. Uiteraard laat ook de redactie van 'de Schaal van Digther' zich daarbij hier en daar niet onbetuigd.
Hieronder een Facebook-bericht van Alain Delmotte waaruit nog 's blijkt dat de poëzie hem "meer dan menens" blijft. Alain leest op Gedichtendag in Oudenaarde en op zondag 3 februari 2019 leest hij tijdens "Poëzie en orgel bij Bruegel" om 16:00 uur in de Gentse Sint-Stefanuskerk drie gedichten rond het gegeven Breugel. Ook zijn geliefde mede-compagnon-de-route Herlinda Vekemans, eveneens Digther-redactielid, leest tijdens dit concert poëzie samen met naast Alain ook Mark Van Tongele en Peter Theunynck. Organist is Paul De Maeyer.
Ook op Gedichtendag leest onze Digtherlijke stem uit Oostende Frank Decerf tijdens "Negen genegen dichters" poëzie in de Antwerpse Hopsack. Vergezellen hem daar op het podium:
Fatena Al Ghorra, Ruth Lasters, Anne Meerbergen, Leen Pil, Bert Bevers, Frans August Brocatus en René Hooyberghs. Presentatie is in handen Roger Nupie, piano is er van Marc Clement.
Digther-adept Paul Rigolle, van zijn kant, recent nog te gast op Toast-Literair op de Vuurtorenwijk in Oostende, leidt op zaterdag 23 februari 2019 om 20:00 u. in de Harelbeekse Bib 'De zee is een zij' de nieuwe bundel van Jan Van Meenen in. Uit die bundel vind je hier in de komende weken een kleine voorpublicatie.
Hugo Verstraeten, man van het allereerste Digther-uur kondigt met 'Grimlach' eindelijk en na lange tijd nog 's een nieuwe dichtbundel aan. Het wordt, alleen daarom al, een lente om naar uit te kijken!
Extern:
Poëzieweek
Gedichtendag in Oudenaarde met Alain Delmotte
Poëzie en orgel bij Bruegel
Poëzie en orgel bij Bruegel-Facebook-bericht
Voorstelling 'De Zee is een zij' van Jan Van Meenen
Negen genegen dichters in Den Hopsack
DE POËZIEWEEK - Alain Delmotte
De klimaatveranderingen, de eco-drama’s die op ons afkomen zijn belangrijker (want verontrustend) dan de poëzie. Da’s zeker. Maar voor mij is poëzie op sommige dagen van extreem levensbelang. Poëzie is mij menens! Dus de poëzieweek mag er ook zijn en de kritiek erop neem ik erbij.
Ik had de voorbije weken de handen vol met twee komende activiteiten die ik hier al aankondigde.
Ik heb een lezing in Oudenaarde op donderdag 31/01. Ik lees er acht, niet eerder gepubliceerde gedichten voor. Onder meer mijn ‘LEERDICHT OVER HET WOORD ‘MEREL’ EN DE MEREL ZELF’ waarvan ik een paar fragmenten al eerder op facebook vrijgaf. Het gedicht lijkt af en ik zal het in een mooie vormgeving voor een peulschil te koop aanbieden. Zoals ik dat vaak doe. Daarna plaats ik het integraal op facebook.
Ik neem op zondag 3/02 deel aan hun het orgelconcert rond het gegeven Bruegel. Ik lees er drie gedichten voor. Van de ‘Misanthroop’ (bij een werk van Bruegel) liet ik al iets horen. Verder breng ik een ‘LEERDICHT OVER ERGENS BINNENKOMEN’. Alsook een wat herwerkte en uitgebreide versie van ‘POSTUUM -Warhoofds notities vanuit de hel’, een tekst die eerder in ‘Warhoofds gekkenwerk’ verscheen. De andere dichters zijn: Herlinda Vekemans (mij zeer vertrouwd en genegen), Peter Theunynck en Mark Van Tongele.
De wereld zal er bij die twee lezingen niet beter van worden. Maar misschien voor de toehoorders voor een paar minuten leefbaarder.
Poëzie en orgel bij Bruegel.
Hieronder een Facebook-bericht van Alain Delmotte waaruit nog 's blijkt dat de poëzie hem "meer dan menens" blijft. Alain leest op Gedichtendag in Oudenaarde en op zondag 3 februari 2019 leest hij tijdens "Poëzie en orgel bij Bruegel" om 16:00 uur in de Gentse Sint-Stefanuskerk drie gedichten rond het gegeven Breugel. Ook zijn geliefde mede-compagnon-de-route Herlinda Vekemans, eveneens Digther-redactielid, leest tijdens dit concert poëzie samen met naast Alain ook Mark Van Tongele en Peter Theunynck. Organist is Paul De Maeyer.
Ook op Gedichtendag leest onze Digtherlijke stem uit Oostende Frank Decerf tijdens "Negen genegen dichters" poëzie in de Antwerpse Hopsack. Vergezellen hem daar op het podium:
Fatena Al Ghorra, Ruth Lasters, Anne Meerbergen, Leen Pil, Bert Bevers, Frans August Brocatus en René Hooyberghs. Presentatie is in handen Roger Nupie, piano is er van Marc Clement.
Digther-adept Paul Rigolle, van zijn kant, recent nog te gast op Toast-Literair op de Vuurtorenwijk in Oostende, leidt op zaterdag 23 februari 2019 om 20:00 u. in de Harelbeekse Bib 'De zee is een zij' de nieuwe bundel van Jan Van Meenen in. Uit die bundel vind je hier in de komende weken een kleine voorpublicatie.
Hugo Verstraeten, man van het allereerste Digther-uur kondigt met 'Grimlach' eindelijk en na lange tijd nog 's een nieuwe dichtbundel aan. Het wordt, alleen daarom al, een lente om naar uit te kijken!
Extern:
Poëzieweek
Gedichtendag in Oudenaarde met Alain Delmotte
Poëzie en orgel bij Bruegel
Poëzie en orgel bij Bruegel-Facebook-bericht
Voorstelling 'De Zee is een zij' van Jan Van Meenen
Negen genegen dichters in Den Hopsack
DE POËZIEWEEK - Alain Delmotte
De klimaatveranderingen, de eco-drama’s die op ons afkomen zijn belangrijker (want verontrustend) dan de poëzie. Da’s zeker. Maar voor mij is poëzie op sommige dagen van extreem levensbelang. Poëzie is mij menens! Dus de poëzieweek mag er ook zijn en de kritiek erop neem ik erbij.
Ik had de voorbije weken de handen vol met twee komende activiteiten die ik hier al aankondigde.
Ik heb een lezing in Oudenaarde op donderdag 31/01. Ik lees er acht, niet eerder gepubliceerde gedichten voor. Onder meer mijn ‘LEERDICHT OVER HET WOORD ‘MEREL’ EN DE MEREL ZELF’ waarvan ik een paar fragmenten al eerder op facebook vrijgaf. Het gedicht lijkt af en ik zal het in een mooie vormgeving voor een peulschil te koop aanbieden. Zoals ik dat vaak doe. Daarna plaats ik het integraal op facebook.
Ik neem op zondag 3/02 deel aan hun het orgelconcert rond het gegeven Bruegel. Ik lees er drie gedichten voor. Van de ‘Misanthroop’ (bij een werk van Bruegel) liet ik al iets horen. Verder breng ik een ‘LEERDICHT OVER ERGENS BINNENKOMEN’. Alsook een wat herwerkte en uitgebreide versie van ‘POSTUUM -Warhoofds notities vanuit de hel’, een tekst die eerder in ‘Warhoofds gekkenwerk’ verscheen. De andere dichters zijn: Herlinda Vekemans (mij zeer vertrouwd en genegen), Peter Theunynck en Mark Van Tongele.
De wereld zal er bij die twee lezingen niet beter van worden. Maar misschien voor de toehoorders voor een paar minuten leefbaarder.
Poëzie en orgel bij Bruegel.
maandag 28 januari 2019
Korte studie van gemis - Martin Carrette
Op vandaag is het alweer exact drie jaar geleden dat Martin Carrette (Deinze, 13.02.1951 - Deinze, 28.01.2016), de fijne 'Boswordingsdichter' uit Deinze, na een niet eens zo heel lange ziekte overleed.
Als herinnering aan een vaardig dichter die ook nog op rijpere leeftijd aan volle ontbolstering toe was, maar wel al helemaal bezield door zijn heel eigen stem, plaatsen we hier vandaag graag een van zijn gedichten. Uit zijn allerlaatste bundel "Dubbel Spel":
korte studie van gemis
de tiende al, winter nog en ongemeen koud, men zegt
het is de wind, het is de wind. honderden zwarte
vogels schreeuwen zich naar een slaapplaats.
een donkere hoes valt luid over de bomen.
in de kamer hangt een klank, een paarse echo, als
waterlelies van monet. staat het razen in zijn hoofd,
rond als een tafel, slaat een metronoom de maat
der dingen, de deur los in de hengsels,
scharniert de liefde. en toch, het is alleen de wind
maar, zegt men. de wind, alleen de wind maar,
als adem, eerste lemma van het leven, van begin
naar einde, van zaad tot aarde, as. averechts alfabet.
wat dwingt de lippen tot een vraag? alleen de wind?
moet hij dan helemaal naar giverny?
© Martin Carrette
.../...
Martin Carrette; 'Dubbel Spel'; 170 pagina's; Uitgeverij De Scriptomanen: 2016; ISBN 978-94-6266-163-9; 22,50 €.
Extern:
Martin Carrette op Literair Gent
Martin Carrette op De Schaal van Digther
Website Martin Carrette
Martin Carrette (rechts) - Hier met Digtherredacteur Paul Rigolle |
Weg van mij - Philip Hoorne
wind die rukt rammelt en fluit
getik van regen op de luifel
echo’s in een helverlichte kamer
al wat mij nerveus maakt is aanwezig
het is niets persoonlijks
ik moet het gewoon gewoon worden
hiertoe ben ik voorbestemd
sensitief geboren sensitief gebleven
luidruchtige jongens zijn gelukkige jongens
ze knallen crashen en stompen
in een leven dat niet het mijne is
hush hush de zware stappen van mijn vader
hush hush de nog zwaardere uithaal van mijn moeder
ik kijk onder het deken
recht in een diep zwart gat
daar ergens bevinden zich mijn voeten
voeten zijn gemaakt om te rennen
© Philip Hoorne
uit: Het dikke meisje en de ziener - 2019
Extern:
‘Het dikke meisje en de ziener’ bij Uitgeverij In de Knipscheer
Voorstelling bundel bij CC Het Spoor
De voorstelling als event op Facebook
Weblog Philip Hoorne
De voorstelling bij De Schaal van Digther
getik van regen op de luifel
echo’s in een helverlichte kamer
al wat mij nerveus maakt is aanwezig
het is niets persoonlijks
ik moet het gewoon gewoon worden
hiertoe ben ik voorbestemd
sensitief geboren sensitief gebleven
luidruchtige jongens zijn gelukkige jongens
ze knallen crashen en stompen
in een leven dat niet het mijne is
hush hush de zware stappen van mijn vader
hush hush de nog zwaardere uithaal van mijn moeder
ik kijk onder het deken
recht in een diep zwart gat
daar ergens bevinden zich mijn voeten
voeten zijn gemaakt om te rennen
© Philip Hoorne
uit: Het dikke meisje en de ziener - 2019
Extern:
‘Het dikke meisje en de ziener’ bij Uitgeverij In de Knipscheer
Voorstelling bundel bij CC Het Spoor
De voorstelling als event op Facebook
Weblog Philip Hoorne
De voorstelling bij De Schaal van Digther
zondag 27 januari 2019
49 - E.E. Cummings
in de affodillentijd(die weten
dat groeien doel is van het leven)
waarom vergeten, hoe nog weten
in de seringentijd die proclameren
dat dromen is van waken ‘t streven
waarheid nog weten (schijn vergeten)
in rozentijd (zij die laten weten
dat paradijs nu en hier mag heten)
indien vergeten,ja blijven weten
in allezoetedingentijd voorbij de
dingen die ‘t brein kan begrijpen
zoeken nog weten (vinden vergeten)
en in een toekomstig zijnsmysterie
(als tijd ons van tijd zal bevrijden)
mij vergeten, mij blijven weten
© E.E. Cummings
© Vertaling: Willy Spillebeen
Voorpublicatie uit: “E. E. Cummings, Horizontale zaken, 69 gedichten over liefde, onliefde en lust + Belgium”, vertaald en uitgeleid door Willy Spillebeen (uitgeverij P, Leuven, 2019).
49
in time of daffodils(who know
the goal of living is to grow)
forgetting why,remember how
in time of lilacs who proclaim
the aim of waking is to dream,
remember so(forgetting seem)
in time of roses(who amaze
our now and here with paradise)
forgetting if,remember yes
in time of all sweet things beyond
whatever mind may comprehend,
remember seek(forgetting find)
and in a mystery to be
(when time from time shall set us free)
forgetting me,remember me
© E. E. Cummings
‘Horizontale zaken wordt op 2 februari 2019 voorgesteld in Menen, de thuisstad van Willy Spillebeen. Op hetzelfde ogenblik wordt ook ‘Microkosmos’ een nieuwe bundel met eigen poëzie van Willy Spillebeen toegelicht die eveneens door Uitgeverij P wordt gepubliceerd.
Meer info:
Bericht ivm de voorstelling bij Digther
'Microkosmos' en 'Horizontale zaken' bij Uitgeverij P
Wikipediapagina Willy Spillebeen
dat groeien doel is van het leven)
waarom vergeten, hoe nog weten
in de seringentijd die proclameren
dat dromen is van waken ‘t streven
waarheid nog weten (schijn vergeten)
in rozentijd (zij die laten weten
dat paradijs nu en hier mag heten)
indien vergeten,ja blijven weten
in allezoetedingentijd voorbij de
dingen die ‘t brein kan begrijpen
zoeken nog weten (vinden vergeten)
en in een toekomstig zijnsmysterie
(als tijd ons van tijd zal bevrijden)
mij vergeten, mij blijven weten
© E.E. Cummings
© Vertaling: Willy Spillebeen
Voorpublicatie uit: “E. E. Cummings, Horizontale zaken, 69 gedichten over liefde, onliefde en lust + Belgium”, vertaald en uitgeleid door Willy Spillebeen (uitgeverij P, Leuven, 2019).
49
in time of daffodils(who know
the goal of living is to grow)
forgetting why,remember how
in time of lilacs who proclaim
the aim of waking is to dream,
remember so(forgetting seem)
in time of roses(who amaze
our now and here with paradise)
forgetting if,remember yes
in time of all sweet things beyond
whatever mind may comprehend,
remember seek(forgetting find)
and in a mystery to be
(when time from time shall set us free)
forgetting me,remember me
© E. E. Cummings
‘Horizontale zaken wordt op 2 februari 2019 voorgesteld in Menen, de thuisstad van Willy Spillebeen. Op hetzelfde ogenblik wordt ook ‘Microkosmos’ een nieuwe bundel met eigen poëzie van Willy Spillebeen toegelicht die eveneens door Uitgeverij P wordt gepubliceerd.
Meer info:
Bericht ivm de voorstelling bij Digther
'Microkosmos' en 'Horizontale zaken' bij Uitgeverij P
Wikipediapagina Willy Spillebeen
zaterdag 26 januari 2019
48 - E.E. Cummings
nu hebben alle vingers van deze boom(liefste)
handen,en alle handen hebben mensen;en
meer is elk apart persoon(mijn liefste)
levend dan elke wereld kan verstaan
en nu ben jij en ik ben nu en wij vormen
een mysterie dat nooit weer zal ontstaan
een mirakel dat voorheen nooit heeft bestaan–
en lichtend moet dit ons nu naar hen komen
ons dan zal een duisternis zijn tijdens welke
vingers zonder handen zijn;en ik heb geen
jij;en alle bomen zijn(enige meer dan elke
bladerloos) hun stilte in altijdige sneeuw
- maar vrees nooit (mijn eigene,mijn mooie
mijn bloeiende) want ook dan is het tot
© E.E. Cummings
© Vertaling: Willy Spillebeen
Voorpublicatie uit: “E. E. Cummings, Horizontale zaken, 69 gedichten over liefde, onliefde en lust + Belgium”, vertaald en uitgeleid door Willy Spillebeen (uitgeverij P, Leuven, 2019).
48
now all the fingers of this tree(darling)have
hands,and all the hands have people;and
more each particular person is(my love)
alive than every world can understand
and now you are and i am now and we're
a mystery which will never happen again,
a miracle which has never happened before--
and shining this our now must come to then
our then shall be some darkness during which
fingers are without hands;and i have no
you:and all trees are(any more than each
leafless)its silent in forevering snow
--but never fear(my own,my beautiful
my blossoming)for also then's until
© E. E. Cummings
‘Horizontale zaken wordt op 2 februari 2019 voorgesteld in Menen, de thuisstad van Willy Spillebeen. Op hetzelfde ogenblik wordt ook ‘Microkosmos’ een nieuwe bundel met eigen poëzie van Willy Spillebeen toegelicht die eveneens door Uitgeverij P wordt gepubliceerd.
Meer info:
Bericht ivm de voorstelling bij Digther
'Microkosmos' en 'Horizontale zaken' bij Uitgeverij P
Wikipediapagina Willy Spillebeen
handen,en alle handen hebben mensen;en
meer is elk apart persoon(mijn liefste)
levend dan elke wereld kan verstaan
en nu ben jij en ik ben nu en wij vormen
een mysterie dat nooit weer zal ontstaan
een mirakel dat voorheen nooit heeft bestaan–
en lichtend moet dit ons nu naar hen komen
ons dan zal een duisternis zijn tijdens welke
vingers zonder handen zijn;en ik heb geen
jij;en alle bomen zijn(enige meer dan elke
bladerloos) hun stilte in altijdige sneeuw
- maar vrees nooit (mijn eigene,mijn mooie
mijn bloeiende) want ook dan is het tot
© E.E. Cummings
© Vertaling: Willy Spillebeen
Voorpublicatie uit: “E. E. Cummings, Horizontale zaken, 69 gedichten over liefde, onliefde en lust + Belgium”, vertaald en uitgeleid door Willy Spillebeen (uitgeverij P, Leuven, 2019).
48
now all the fingers of this tree(darling)have
hands,and all the hands have people;and
more each particular person is(my love)
alive than every world can understand
and now you are and i am now and we're
a mystery which will never happen again,
a miracle which has never happened before--
and shining this our now must come to then
our then shall be some darkness during which
fingers are without hands;and i have no
you:and all trees are(any more than each
leafless)its silent in forevering snow
--but never fear(my own,my beautiful
my blossoming)for also then's until
© E. E. Cummings
‘Horizontale zaken wordt op 2 februari 2019 voorgesteld in Menen, de thuisstad van Willy Spillebeen. Op hetzelfde ogenblik wordt ook ‘Microkosmos’ een nieuwe bundel met eigen poëzie van Willy Spillebeen toegelicht die eveneens door Uitgeverij P wordt gepubliceerd.
Meer info:
Bericht ivm de voorstelling bij Digther
'Microkosmos' en 'Horizontale zaken' bij Uitgeverij P
Wikipediapagina Willy Spillebeen
vrijdag 25 januari 2019
45 - E.E.Cummings
liefde is dikkerder dan vergeten
dunnerder dan blijven weten
zeldzamer dan een golf nat is
talrijker dan wat niet je dat is
zij is het meest dwaas en manig
en minder zal ze onzijn
dan de hele zee die danig
dieper dan de zee kan zijn
liefde is minder altijd dan winnen
minder nooit dan ze levend is
minder groter dan het minst beginnen
minder kleiner dan vergiffenis
zij is het meest gezond en zonnig
en meer kan zij niet sterven
dan de hele hemel die alleen nog
hoger is dan de hemel zelve
© E.E. Cummings
© Vertaling: Willy Spillebeen
Voorpublicatie uit: “E. E. Cummings, Horizontale zaken, 69 gedichten over liefde, onliefde en lust + Belgium”, vertaald en uitgeleid door Willy Spillebeen (uitgeverij P, Leuven, 2019).
45
love is more thicker than forget
more thinner than recall
more seldom than a wave is wet
more frequent than to fail
it is most mad and moonly
and less it shall unbe
than all the sea which only
is deeper than the sea
love is less always than to win
less never than alive
less bigger than the least begin
less littler than forgive
it is most sane and sunly
and more it cannot die
than all the sky which only
is higher than the sky
© E. E. Cummings
‘Horizontale zaken wordt op 2 februari 2019 voorgesteld in Menen, de thuisstad van Willy Spillebeen. Op hetzelfde ogenblik wordt ook ‘Microkosmos’ een nieuwe bundel met eigen poëzie van Willy Spillebeen toegelicht die eveneens door Uitgeverij P wordt gepubliceerd.
Meer info:
Bericht ivm de voorstelling bij Digther
'Microkosmos' en 'Horizontale zaken' bij Uitgeverij P
Wikipediapagina Willy Spillebeen
Fabel - Willy Spillebeen
Bij valavond laten de vissers naar inktvis
in de zee van Yatsushiro
hun doden te water in lekke bootjes
met op de voorplecht een lantaarn
en als de lichtjes ver weg uitdoven
geloven zij dat hun dierbaren
grote vissen worden die zwemmen
in de zee van Yatsushiro
en dat de vibraties van de golven
signalen zijn van hun verlangen.
Maar sinds een moderne fabriek
haar gif in het water spuwt
drijven grote dode vissen
met gezwollen buik op de golven.
Journalisten die de milieuramp aanklagen
verdragen niet dat de ware ramp
voor de vissers naar inktvis de dood
van de grote vissen is.
© Willy Spillebeen
Voorpublicatie uit de bundel ‘Microkosmos’ die op 2 februari 2019 wordt voorgesteld in Menen, de thuisstad van Willy Spillebeen. De bundel is een uitgave van Uitgeverij P. Op hetzelfde ogenblik wordt ook ‘Horizontale zaken’ van de Amerikaanse dichter Edward Estlin Cummings voorgesteld. Deze bundel bevat 69 liefdesgedichten + 1 in vertaling van Willy Spillebeen.
Meer info:
Bericht ivm de voorstelling bij Digther
'Microkosmos' en 'Horizontale zaken' bij Uitgeverij P
Wikipediapagina Willy Spillebeen
in de zee van Yatsushiro
hun doden te water in lekke bootjes
met op de voorplecht een lantaarn
en als de lichtjes ver weg uitdoven
geloven zij dat hun dierbaren
grote vissen worden die zwemmen
in de zee van Yatsushiro
en dat de vibraties van de golven
signalen zijn van hun verlangen.
Maar sinds een moderne fabriek
haar gif in het water spuwt
drijven grote dode vissen
met gezwollen buik op de golven.
Journalisten die de milieuramp aanklagen
verdragen niet dat de ware ramp
voor de vissers naar inktvis de dood
van de grote vissen is.
© Willy Spillebeen
Voorpublicatie uit de bundel ‘Microkosmos’ die op 2 februari 2019 wordt voorgesteld in Menen, de thuisstad van Willy Spillebeen. De bundel is een uitgave van Uitgeverij P. Op hetzelfde ogenblik wordt ook ‘Horizontale zaken’ van de Amerikaanse dichter Edward Estlin Cummings voorgesteld. Deze bundel bevat 69 liefdesgedichten + 1 in vertaling van Willy Spillebeen.
Meer info:
Bericht ivm de voorstelling bij Digther
'Microkosmos' en 'Horizontale zaken' bij Uitgeverij P
Wikipediapagina Willy Spillebeen
donderdag 24 januari 2019
Paarden - Willy Spillebeen
‘Tu m’as donné ta boue et j’en ai fait de l’or.’
(Charles Baudelaire)
Met hun teugelloze paarden
een wit een zwart een vaal een rood
brachten de ruiters van de Openbaring
godsdienst en oorlog honger en dood.
Soms worden paarden die vredig
de vlakte begraasden plots wild:
ze briesen steigeren en galopperen
alsof ze weg willen uit zichzelf.
De alchemist die de steen der wijzen
met ‘de eerste materie’, een gouden drol,
wou scheppen in ‘de paardenbuik’
zoals hij de alambiek noemde,
leek vergeten te zijn dat de wijze godin
eeuwen geleden om de stuwkracht
van de paarden te bedaren
de ruiters teugels heeft gegeven.
Of voorzag hij dat eeuwen later
een dichter met elke pennentrek
de smerigheid te lijf zou gaan
en schoonheid scheppen met drek?
© Willy Spillebeen
Voorpublicatie uit de bundel ‘Microkosmos’ die op 2 februari 2019 wordt voorgesteld in Menen, de thuisstad van Willy Spillebeen. De bundel is een uitgave van Uitgeverij P. Op hetzelfde ogenblik wordt ook ‘Horizontale zaken’ van de Amerikaanse dichter Edward Estlin Cummings voorgesteld. Deze bundel bevat 69 liefdesgedichten + 1 in vertaling van Willy Spillebeen.
Meer info:
Bericht ivm de voorstelling bij Digther
'Microkosmos' en 'Horizontale zaken' bij Uitgeverij P
Wikipediapagina Willy Spillebeen
woensdag 23 januari 2019
Toverij dimt het licht tot strijk - Philip Hoorne
of je diep kan slapen in een hoogslaper
niemand rukt zich de darmen uit het lijf
van het lachen
in regensluiers zie ik ruwe strepen
snel snel bijeen gepenseeld
rottend fruit
en een mozaïek van zieke geesten die saffraan
laten rijmen op baviaan megalomaan
heb ik wat van jou aan
geen idee wat voor kleur ultramarijn is
iets als marineblauw misschien maar niet hetzelfde
anders zou ultramarijn gewoon marineblauw heten toch?
alsof alle marines ter wereld dezelfde uniformen dragen
alsof de bedenker van het woord pisgeel niet wist
hoeveel schakeringen urine kan hebben
zuurstokrode wangetjes
babbel knabbel behaagziek konijn met pruimen
dat is tenminste duidelijk
je op het droge aan een reddingsboei vastklampen
is redelijk ridicuul
doe het niet
bedenk iets anders
© Philip Hoorne
uit: Het dikke meisje en de ziener - 2019
Extern:
‘Het dikke meisje en de ziener’ bij Uitgeverij In de Knipscheer
Voorstelling bundel bij CC Het Spoor
De voorstelling als event op Facebook
Weblog Philip Hoorne
De voorstelling bij De Schaal van Digther
niemand rukt zich de darmen uit het lijf
van het lachen
in regensluiers zie ik ruwe strepen
snel snel bijeen gepenseeld
rottend fruit
en een mozaïek van zieke geesten die saffraan
laten rijmen op baviaan megalomaan
heb ik wat van jou aan
geen idee wat voor kleur ultramarijn is
iets als marineblauw misschien maar niet hetzelfde
anders zou ultramarijn gewoon marineblauw heten toch?
alsof alle marines ter wereld dezelfde uniformen dragen
alsof de bedenker van het woord pisgeel niet wist
hoeveel schakeringen urine kan hebben
zuurstokrode wangetjes
babbel knabbel behaagziek konijn met pruimen
dat is tenminste duidelijk
je op het droge aan een reddingsboei vastklampen
is redelijk ridicuul
doe het niet
bedenk iets anders
© Philip Hoorne
uit: Het dikke meisje en de ziener - 2019
Extern:
‘Het dikke meisje en de ziener’ bij Uitgeverij In de Knipscheer
Voorstelling bundel bij CC Het Spoor
De voorstelling als event op Facebook
Weblog Philip Hoorne
De voorstelling bij De Schaal van Digther
Lijster - Willy Spillebeen
Het jongetje vond hem onder
de sneeuwende kersenboom.
Bloesemblaadjes bedekten
het bruingele zwartgevlekte
buikje. Wind blies de veertjes
tot op het borstbeen open.
Het jongetje geloofde
dat het borstje bewoog
het half open bekje zich sloot
de vaalblauwe kraal van het oog
gitzwart werd en de vleugels
zich spreidden voor de opvlucht.
Hij legde hem op een bed
van kersenbloesemblaadjes.
‘Zo kan hij niet opvliegen!
Hij ligt daar als een gisant
op een praalgraf van wit marmer
met twee verkrampte pootjes.’
Het jongetje draaide hem om
op zijn buikje. Hij viel om.
‘Gooi maar in de vuilnisbak
hij is zonet doodgegaan.
’ Het jongetje rende ontzet
naar de kraan. ‘Wat doe je toch?’
‘Ik was de dood van mijn handen.’
© Willy Spillebeen
Voorpublicatie uit de bundel ‘Microkosmos’ die op 2 februari 2019 wordt voorgesteld in Menen, de thuisstad van Willy Spillebeen. De bundel is een uitgave van Uitgeverij P. Op hetzelfde ogenblik wordt ook ‘Horizontale zaken’ van de Amerikaanse dichter Edward Estlin Cummings voorgesteld. Deze bundel bevat 69 liefdesgedichten + 1 in vertaling van Willy Spillebeen.
Meer info:
Bericht ivm de voorstelling bij Digther
'Microkosmos' en 'Horizontale zaken' bij Uitgeverij P
Wikipediapagina Willy Spillebeen
dinsdag 22 januari 2019
Microkosmos en Horizontale zaken, nieuwe publicaties van Willy Spillebeen
Auteur, vertaler en dichter Willy Spillebeen (°Westrozebeke, 30/12/1932) blijft ten
eeuwigen dage alert en fit, én vooral schrijvend, in de wereld staan. Op zaterdag 2 februari 2019, in volle poëzieweek, worden in zijn thuisstad Menen niet minder dan twee nieuwe publicaties van hem voorgesteld.
‘Microkosmos’ is een nieuwe dichtbundel van Spillebeen, die in 2016 de VWS-prijs kreeg en pas, op 30 december, zijn 86° verjaardag vierde. De tweede bundel die wordt voorgesteld is 'Horizontale zaken', een ruime verzameling met werk van de grote Amerikaanse modernistische dichter Edward Estlin Cummings. Deze bundel bevat in vertaling van Willy Spillebeen niet minder dan 69 liefdesgedichten plus 1.
Beide boeken verschijnen bij Uitgeverij P. Vanaf morgen en in de komende dagen publiceert ‘de Schaal van Digther’ als voorpublicatie uit de beide bundels drie gedichten. Kijk er gerust naar uit!
Programma
Zaterdag 2 februari 2019 om 19u30
CC De Steiger, Waalvest 1 in Menen
o Kleinzoon Jeroen Spillebeen, leraar Woord SAMW Menen, presenteert het geheel.
o Griet Vanryckegem, schepen van cultuur, verwelkomt.
o Literatuurcriticus Jooris Van Hulle praat met Willy Spillebeen over beide publicaties.
o Reinaert Albrecht, pianist, en Ami Muto, violiste, brengen musicale intermezzi.
o Willy Spillebeen leest gedichten uit beide bundels.
o Uitgever Leo Peeraer overhandigt de eerste exemplaren.
o Receptie.
Gratis toegang.
Inschrijven? Mail het aantal aanwezigen en eventuele voorbestelling van het boek aan contact@uitgeverijp.be.
(P.R.)
Extern:
Bericht ivm de voorstelling bij Digther
'Microkosmos' en 'Horizontale zaken' bij Uitgeverij P
Wikipediapagina Willy Spillebeen
Willy Spillebeen & Leo Peeraer |
‘Microkosmos’ is een nieuwe dichtbundel van Spillebeen, die in 2016 de VWS-prijs kreeg en pas, op 30 december, zijn 86° verjaardag vierde. De tweede bundel die wordt voorgesteld is 'Horizontale zaken', een ruime verzameling met werk van de grote Amerikaanse modernistische dichter Edward Estlin Cummings. Deze bundel bevat in vertaling van Willy Spillebeen niet minder dan 69 liefdesgedichten plus 1.
Beide boeken verschijnen bij Uitgeverij P. Vanaf morgen en in de komende dagen publiceert ‘de Schaal van Digther’ als voorpublicatie uit de beide bundels drie gedichten. Kijk er gerust naar uit!
Programma
Zaterdag 2 februari 2019 om 19u30
CC De Steiger, Waalvest 1 in Menen
o Kleinzoon Jeroen Spillebeen, leraar Woord SAMW Menen, presenteert het geheel.
o Griet Vanryckegem, schepen van cultuur, verwelkomt.
o Literatuurcriticus Jooris Van Hulle praat met Willy Spillebeen over beide publicaties.
o Reinaert Albrecht, pianist, en Ami Muto, violiste, brengen musicale intermezzi.
o Willy Spillebeen leest gedichten uit beide bundels.
o Uitgever Leo Peeraer overhandigt de eerste exemplaren.
o Receptie.
Gratis toegang.
Inschrijven? Mail het aantal aanwezigen en eventuele voorbestelling van het boek aan contact@uitgeverijp.be.
(P.R.)
Extern:
Bericht ivm de voorstelling bij Digther
'Microkosmos' en 'Horizontale zaken' bij Uitgeverij P
Wikipediapagina Willy Spillebeen
woensdag 16 januari 2019
Abba Gold Europe - Philip Hoorne
May we all have our hopes, our will to try
If we don’t we might as well lay down and die
If we don’t we might as well lay down and die
(ABBA)
een man weent het hele abba gold europe concert lang
niet omdat björn niet op björn gelijkt
maar omdat hij van het sentimentele soort is
zijn leven wel en niet een waterloo werd
maar erger
iets ertussenin
en omdat hij de echte agnetha
nooit in levende lijve heeft gezien
daarvoor is het niet te laat
hij zou zomaar naar zweden kunnen reizen
maar hij doet het niet
overweegt niet eens de vrouw te zoeken
die niet meer bestaat
die ongetwijfeld fier bitter en berustend terugblikt
op haar poppetjesjaren
wereldwijd geëvoceerd door lookalikes
die maar wat gelukkig zijn aan een eigen identiteit
te mogen verzaken
oorwurmen oogwurmen
altijd anders en toch hetzelfde
wie beweert dat het leven meer is dan dit
heeft weinig weet van de zinloosheid ervan
als iemand vraagt hoe hij het liefst wil sterven
dan antwoordt hij in zijn slaap
neuriënd
© Philip Hoorne
uit: Het dikke meisje en de ziener - 2019
Extern:
‘Het dikke meisje en de ziener’ bij Uitgeverij In de Knipscheer
Voorstelling bundel bij CC Het Spoor
De voorstelling als event op Facebook
Weblog Philip Hoorne
De voorstelling bij De Schaal van Digther
Het dikke meisje en de ziener- Philip Hoorne
Van Philip Hoorne verschijnt op vrijdag 1 februari 2019 de nieuwe dichtbundel “Het
De nieuwe bundel, de zevende alweer van deze bedrijvige en niet te stuiten dichter is de eerste die verschijnt bij uitgeverij ‘In de Knipscheer’, de nieuwe uitgever van Hoorne.
De dichter Philip Hoorne voorstellen is al een tijdje niet meer aan de orde. Zijn eigenzinnige en grimmig-goedgeluimde gedichten zijn immers zo goed als alleen maar te vatten met de omschrijving “Hoorniaans”.
Het programma:
Toelichting: Jooris Van Hulle
Muzikale intermezzi: Janica Lammens (cello)
Philip Hoorne leest voor.
Overhandiging van het eerste exemplaar door de uitgever.
Opening van een kleine tentoonstelling met fotografisch werk van Philip Hoorne
De Schaal van Digther publiceert de komende weken bij wijze van voorpublicatie drie gedichten uit de bundel:
Abba Gold Europe (Woe 16/1/2018)
Toverij dimt het licht tot strijk (Woe 23/1/2018)
Weg van mij (Ma 28/1/2018)
De presentatie van Het dikke meisje en de ziener gaat gepaard met de tentoonstelling van enkele recente foto’s van Philip Hoorne, die ondertussen ook een opgeleid fotograaf geworden is. Een bijkomende reden om op 1 februari 2019 e.k. – de derde dag van de Vierdaagse van het woord - in de Harelbeekse Bib, perfect uitgerust mét een aandachtig luisterend oor, een kijkje te komen nemen. De tentoonstelling zelf loopt tot en met 28 februari 2019.
Extern:
‘Het dikke meisje en de ziener’ bij Uitgeverij In de Knipscheer
Voorstelling bundel bij CC Het Spoor
De voorstelling als event op Facebook
Weblog Philip Hoorne
zaterdag 12 januari 2019
De 'Touch' van een 'Touche-à-tout' - Alain Delmotte
Over het plastisch werk van Martine Platteau
Op 6 januari 2019 opende Alain Delmotte de tentoonstelling van Martine Platteau, ‘Heel den hannekensnest’ een ‘in-situ’ installatie nog te bezichtigen tot 10 maart 2019 in Muze'um L te Roeselare.
Eerder publiceerden we op de Schaal, medio november 2018, het gedicht ‘Vluchtelingen’ dat Alain schreef naar aanleiding van een werk van Platteau. Hieronder leest u de openingstekst bij de tentoonstelling.
---§---
Wie voor het eerst met het atelier van Martine Platteau kennismaakt, zal niet meteen de indruk hebben dat je een artistieke werkplaats binnenstapt: haar atelier lijkt immers meer op een magazijn. Of is het een zolder?
Allerlei materialen en objecten, van kleurpotloden tot versleten schoenen, liggen er her en der verspreid. In een hoek liggen op elkaar gestapelde stukken stof die je even in een naaiatelier doen wanen. Wis en waarachtig: een echt hannekesnest. Rommel die ongeordend en lukraak bij elkaar werd vergaard - lijkt het. Maar het is een werf vol work in progress.
Want rommel is het niet: het betreft allemaal materialen, spullen waar de kunstenaar mee
aan de slag gaat. Ze ontneemt die materialen hun functionele contexten en schept er nieuwe contexten uit en voor. Ze doet dat met opmerkelijke gretigheid en geestdrift. En die gretigheid put ze uit haar aangeboren nieuwsgierigheid, die op haar beurt te danken is aan haar capaciteit tot verwondering. En verwondering impliceert een onbevooroordeelde houding ten aanzien van dingen, mensen, gebeurtenissen. Rommel en materialen.
Van collages tot driedimensionaal werk. Van smeed- en laswerk tot simpelweg een paar woorden: ze past alles in haar creaties in, ze vult het met haar creaties aan. Van eerder klassiek aandoend, ambachtelijk grafisch werk tot conceptuele hersensspinsels: daartussen ligt een breed scala aan verschillende uitgangspunten en technieken. Diversiteit is gewoon het kenmerk van Platteau’s werk en werkwijze. Het is haar handtekening, het is haar zijn. Haar mentale manier om in beweging te blijven.
De gretige en enthousiaste “touch van Martine Platteau betreft de touch van een touche à tout. Haar recept is, zoals gezegd, haar vermogen tot een continue verwondering: we hebben te maken met iemand die voortdurend wil bijleren, nooit wil ophouden met exploreren, die met grote sensibiliteit, inzicht en wilskracht zal blijven experimenteren. Iemand die over het muurtje van de generaties kijkt. Die niets wil missen van wat er om haar heen gebeurt. Iemand die om wat om haar heen gebeurt met man en macht in haar creaties geïntegreerd wil zien. Die haar omgeving tot creatie wil maken om het zo voor banaliteit te behoeden. Oude schoenen bijvoorbeeld zijn geen ‘chaussures mortes’. Ze zijn verre van banaal en versleten: ze vertellen de verhalen van wie ze droegen. Frisse verhalen kieper je niet zomaar weg. Dat doe je enkel met oude schoenen.
Omdat ze haar directe omgeving niet van haar afschuift, kunnen we Martine Platteau dus bezwaarlijk als een buitenstaander beschouwen – al worden in de volksmond kunstenaars vaak onterecht als buitenstaanders omschreven: deze tentoonstelling bewijst hoe groot haar gevoelsmatige, maatschappelijke betrokkenheid is. Haar verbondenheid.
De bijna barokke, emancipatorisch gerichte diversiteit aan materialen en techniciteit die ik hier aanstip is de bron van haar specifieke beeldtaal. Die verrijkt ze met particuliere componenten. Het particuliere breidt ze tot eigenzinnige symbolen en/of metaforen uit. Dingen die we als toeschouwer niet meteen vatten, die we wel zinnelijk en gevoelsmatig kunnen benaderen en interpreteren. Het particuliere vernauwt niet, maar verbreedt zich tot een speelruimte die uitnodigt tot participatie. Bij sommige van haar werken kan iedereen zelfs een bijdrage leveren.
Elementen uit haar directe omgeving zijn haar dus tot inspiratie, worden haar tot vocabularium. Die beeldtaal en taal bieden haar ruimte tot improviseren – het toeval kan ze hiermee een kans geven. Ze wenst haarzelf voortdurend te verrassen en verrast daarmee de toeschouwer.
Opvallend is dat dit alles met grote hartelijkheid tot stand komt. Een hartelijkheid die hand in hand gaat met menselijkheid en medemenselijkheid. Dat klinkt misschien wat naïef of sentimenteel. Maar ze trapt niet in die vallen. Ze is lucide. Ze weet zich ‘kwetsbaar’: en dat is nu net wat in de kern menselijkheid betekent. Een mens is fundamenteel kwetsbaar want sterfelijk.
Voor die kwetsbaarheid neemt de kunstenaar het op. Wat we in haar tentoonstelling te zien krijgen is kwetsbaar, broos, breekbaar. Die open uitgesproken kwetsbaarheid is de kracht van haar werk. Art – air – heart. Zo klinkt haar adagium. Kunst is zuurstof, kunst is hartslag, kunst is licht.
Hoe vreemd ook: maar binnen heel den hannekesnest van deze tentoonstelling sluipt een subtiele ordening. Een rode draad - die blauw uitvalt. Het blauw overkoepelt, domineert
het gebeuren hier, legt letterlijk bruggen. Welke dichter zei ook weer dat blauw de enige universele kleur was? Het blauw dat de wereld overspant, het blauw dat we de hemel noemen. Het zwerk en wat het te bieden heeft aan licht. Iedereen draagt het blauw in zich – want dat blauw kan voor het verlangen staan. En wie het blauw kwijt wil, laat zijn menselijkheid op de klippen lopen. Wat kan een mens zonder blauw? Wat vangt een mens zonder lucht aan? Wat vangt hij met al dat blauw licht in de lucht aan? Zoals gezegd is het wat om haar heen gebeurt dat haar werk de vorm geeft – of dat haar vormen doet zoeken. Ook de actualiteit. De maatschappelijke hannekesnest. Ze doet dat met opvallende geëngageerdheid en grote authenticiteit. Uiteraard heeft haar werk iets speels: hier en daar ontwaren we zelfs zoiets als humor. Maar het is niet vrijblijvend. Platteau houdt de voeten op de grond. Haar aanklacht is duidelijk: against the greed.
Voeten op de grond. Dit is hier letterlijk te nemen. Op heel wat werken komt het motief van de voetafdruk terug. Hiermee evoceert ze de vluchtelingenproblematiek. Vluchtelingen zijn geen personages. Het zijn individuen met ieder in zich: het blauw dat naar iets harmonieus doet verlangen. Naar een eigen huis van het Zijn. De manier waarop vluchtelingen (transmigranten, migranten, vreemdelingen, allochtonen, straatvechters, profiteurs en weet ik veel wat voor etiketten ze aangekleefd krijgen) door verschillende media zo ‘in beeld en in ideologisch vooroordeel’ worden gebracht dat ze helemaal anoniem lijken. Dat ze er niet toe doen. Dat ze geen recht meer lijken te hebben op een naam, enkel op een huidskleur of een religie, enkel op een dossier en op een weinig benijdenswaardig plaatsje in een roekeloos berekende statistiek.
Ze kwamen aan op lek lopende schuiten, spoelden aan op de stranden van een wereld met een lek lopende moraliteit – waarmee veel van hun verlangen wordt ontkracht. Maar niet helemaal. Een vraag die we ons zouden kunnen stellen: behoort verlangen tot de rechten van de mens?
De kunstenaar maakt zich daar heel terecht boos over maar wordt nooit boosaardig. Geen spoor van cynisme, geen spoor van zwaarmoedigheid. Ze is te subtiel om brutaal te kunnen zijn. Te kwetsbaar. Ze blijft de wereld en het werelds gebeuren verwelkomen. Ze blijft gastvrij haar hand uitsteken. Ze onthaalt.
Het werk van Martine Platteau vraagt niet om veel theorema’s en grote woorden. Ze is eerder iemand van de daad. Waarmee ik niet wil zeggen dat het reflexieve of het methodische haar vreemd is. Nee, vergeet niet dat ze voortdurend bij wil leren! Ze reflecteert in een beginstadium maar eenmaal deze episode voorbij volgt ze vanuit dat reflexieve haar intuïtieve weg. En het intuïtieve is misschien wel voor de toeschouwers die we zijn de juiste theorie en methodiek om dit werk te benaderen. Er wordt van ons enkel wat empathie vereist. Op die manier worden wij, toeschouwers, onmisbare deelnemers. Meer is kunst niet. Veel meer dan dit kan kunst niet.
© Alain Delmotte
Extern
Website Martine Platteau
Muze'um L Licht en Landschap, Bergstraat 23, Zilverberg, 8800 Roeselare
‘Heel den hannekensnest’ een ‘in-situ’ installatie van Martine Platteau is nog te bekijken tot 10 maart 2019.
Vluchtelingen, een gedicht van Alain Delmotte
Op 6 januari 2019 opende Alain Delmotte de tentoonstelling van Martine Platteau, ‘Heel den hannekensnest’ een ‘in-situ’ installatie nog te bezichtigen tot 10 maart 2019 in Muze'um L te Roeselare.
Eerder publiceerden we op de Schaal, medio november 2018, het gedicht ‘Vluchtelingen’ dat Alain schreef naar aanleiding van een werk van Platteau. Hieronder leest u de openingstekst bij de tentoonstelling.
---§---
Wie voor het eerst met het atelier van Martine Platteau kennismaakt, zal niet meteen de indruk hebben dat je een artistieke werkplaats binnenstapt: haar atelier lijkt immers meer op een magazijn. Of is het een zolder?
Allerlei materialen en objecten, van kleurpotloden tot versleten schoenen, liggen er her en der verspreid. In een hoek liggen op elkaar gestapelde stukken stof die je even in een naaiatelier doen wanen. Wis en waarachtig: een echt hannekesnest. Rommel die ongeordend en lukraak bij elkaar werd vergaard - lijkt het. Maar het is een werf vol work in progress.
Want rommel is het niet: het betreft allemaal materialen, spullen waar de kunstenaar mee
aan de slag gaat. Ze ontneemt die materialen hun functionele contexten en schept er nieuwe contexten uit en voor. Ze doet dat met opmerkelijke gretigheid en geestdrift. En die gretigheid put ze uit haar aangeboren nieuwsgierigheid, die op haar beurt te danken is aan haar capaciteit tot verwondering. En verwondering impliceert een onbevooroordeelde houding ten aanzien van dingen, mensen, gebeurtenissen. Rommel en materialen.
Van collages tot driedimensionaal werk. Van smeed- en laswerk tot simpelweg een paar woorden: ze past alles in haar creaties in, ze vult het met haar creaties aan. Van eerder klassiek aandoend, ambachtelijk grafisch werk tot conceptuele hersensspinsels: daartussen ligt een breed scala aan verschillende uitgangspunten en technieken. Diversiteit is gewoon het kenmerk van Platteau’s werk en werkwijze. Het is haar handtekening, het is haar zijn. Haar mentale manier om in beweging te blijven.
De gretige en enthousiaste “touch van Martine Platteau betreft de touch van een touche à tout. Haar recept is, zoals gezegd, haar vermogen tot een continue verwondering: we hebben te maken met iemand die voortdurend wil bijleren, nooit wil ophouden met exploreren, die met grote sensibiliteit, inzicht en wilskracht zal blijven experimenteren. Iemand die over het muurtje van de generaties kijkt. Die niets wil missen van wat er om haar heen gebeurt. Iemand die om wat om haar heen gebeurt met man en macht in haar creaties geïntegreerd wil zien. Die haar omgeving tot creatie wil maken om het zo voor banaliteit te behoeden. Oude schoenen bijvoorbeeld zijn geen ‘chaussures mortes’. Ze zijn verre van banaal en versleten: ze vertellen de verhalen van wie ze droegen. Frisse verhalen kieper je niet zomaar weg. Dat doe je enkel met oude schoenen.
Omdat ze haar directe omgeving niet van haar afschuift, kunnen we Martine Platteau dus bezwaarlijk als een buitenstaander beschouwen – al worden in de volksmond kunstenaars vaak onterecht als buitenstaanders omschreven: deze tentoonstelling bewijst hoe groot haar gevoelsmatige, maatschappelijke betrokkenheid is. Haar verbondenheid.
De bijna barokke, emancipatorisch gerichte diversiteit aan materialen en techniciteit die ik hier aanstip is de bron van haar specifieke beeldtaal. Die verrijkt ze met particuliere componenten. Het particuliere breidt ze tot eigenzinnige symbolen en/of metaforen uit. Dingen die we als toeschouwer niet meteen vatten, die we wel zinnelijk en gevoelsmatig kunnen benaderen en interpreteren. Het particuliere vernauwt niet, maar verbreedt zich tot een speelruimte die uitnodigt tot participatie. Bij sommige van haar werken kan iedereen zelfs een bijdrage leveren.
Elementen uit haar directe omgeving zijn haar dus tot inspiratie, worden haar tot vocabularium. Die beeldtaal en taal bieden haar ruimte tot improviseren – het toeval kan ze hiermee een kans geven. Ze wenst haarzelf voortdurend te verrassen en verrast daarmee de toeschouwer.
Opvallend is dat dit alles met grote hartelijkheid tot stand komt. Een hartelijkheid die hand in hand gaat met menselijkheid en medemenselijkheid. Dat klinkt misschien wat naïef of sentimenteel. Maar ze trapt niet in die vallen. Ze is lucide. Ze weet zich ‘kwetsbaar’: en dat is nu net wat in de kern menselijkheid betekent. Een mens is fundamenteel kwetsbaar want sterfelijk.
Voor die kwetsbaarheid neemt de kunstenaar het op. Wat we in haar tentoonstelling te zien krijgen is kwetsbaar, broos, breekbaar. Die open uitgesproken kwetsbaarheid is de kracht van haar werk. Art – air – heart. Zo klinkt haar adagium. Kunst is zuurstof, kunst is hartslag, kunst is licht.
Hoe vreemd ook: maar binnen heel den hannekesnest van deze tentoonstelling sluipt een subtiele ordening. Een rode draad - die blauw uitvalt. Het blauw overkoepelt, domineert
het gebeuren hier, legt letterlijk bruggen. Welke dichter zei ook weer dat blauw de enige universele kleur was? Het blauw dat de wereld overspant, het blauw dat we de hemel noemen. Het zwerk en wat het te bieden heeft aan licht. Iedereen draagt het blauw in zich – want dat blauw kan voor het verlangen staan. En wie het blauw kwijt wil, laat zijn menselijkheid op de klippen lopen. Wat kan een mens zonder blauw? Wat vangt een mens zonder lucht aan? Wat vangt hij met al dat blauw licht in de lucht aan? Zoals gezegd is het wat om haar heen gebeurt dat haar werk de vorm geeft – of dat haar vormen doet zoeken. Ook de actualiteit. De maatschappelijke hannekesnest. Ze doet dat met opvallende geëngageerdheid en grote authenticiteit. Uiteraard heeft haar werk iets speels: hier en daar ontwaren we zelfs zoiets als humor. Maar het is niet vrijblijvend. Platteau houdt de voeten op de grond. Haar aanklacht is duidelijk: against the greed.
Voeten op de grond. Dit is hier letterlijk te nemen. Op heel wat werken komt het motief van de voetafdruk terug. Hiermee evoceert ze de vluchtelingenproblematiek. Vluchtelingen zijn geen personages. Het zijn individuen met ieder in zich: het blauw dat naar iets harmonieus doet verlangen. Naar een eigen huis van het Zijn. De manier waarop vluchtelingen (transmigranten, migranten, vreemdelingen, allochtonen, straatvechters, profiteurs en weet ik veel wat voor etiketten ze aangekleefd krijgen) door verschillende media zo ‘in beeld en in ideologisch vooroordeel’ worden gebracht dat ze helemaal anoniem lijken. Dat ze er niet toe doen. Dat ze geen recht meer lijken te hebben op een naam, enkel op een huidskleur of een religie, enkel op een dossier en op een weinig benijdenswaardig plaatsje in een roekeloos berekende statistiek.
Ze kwamen aan op lek lopende schuiten, spoelden aan op de stranden van een wereld met een lek lopende moraliteit – waarmee veel van hun verlangen wordt ontkracht. Maar niet helemaal. Een vraag die we ons zouden kunnen stellen: behoort verlangen tot de rechten van de mens?
De kunstenaar maakt zich daar heel terecht boos over maar wordt nooit boosaardig. Geen spoor van cynisme, geen spoor van zwaarmoedigheid. Ze is te subtiel om brutaal te kunnen zijn. Te kwetsbaar. Ze blijft de wereld en het werelds gebeuren verwelkomen. Ze blijft gastvrij haar hand uitsteken. Ze onthaalt.
Het werk van Martine Platteau vraagt niet om veel theorema’s en grote woorden. Ze is eerder iemand van de daad. Waarmee ik niet wil zeggen dat het reflexieve of het methodische haar vreemd is. Nee, vergeet niet dat ze voortdurend bij wil leren! Ze reflecteert in een beginstadium maar eenmaal deze episode voorbij volgt ze vanuit dat reflexieve haar intuïtieve weg. En het intuïtieve is misschien wel voor de toeschouwers die we zijn de juiste theorie en methodiek om dit werk te benaderen. Er wordt van ons enkel wat empathie vereist. Op die manier worden wij, toeschouwers, onmisbare deelnemers. Meer is kunst niet. Veel meer dan dit kan kunst niet.
© Alain Delmotte
Extern
Website Martine Platteau
Muze'um L Licht en Landschap, Bergstraat 23, Zilverberg, 8800 Roeselare
‘Heel den hannekensnest’ een ‘in-situ’ installatie van Martine Platteau is nog te bekijken tot 10 maart 2019.
Vluchtelingen, een gedicht van Alain Delmotte
vrijdag 11 januari 2019
Vriendschap – Antoon Van den Braembussche
Luc R.C. Deleu indachtig
In jou ben ik mezelf verloren.
Ooit op een welbepaald ogenblik
en ook enigszins voor altijd.
Je blijft bestendig,
aanwezig in het afwezige
want vriendschap sterft niet.
Geeft enkel de geest.
Geen vluchtige herinnering
want zelfs onvolkomen,
verlicht in het ongewisse,
word jij geboren.
Steeds opnieuw.
Word ik ook steeds opnieuw
in jou begraven.
En hierdoor eerst levend,
levend alleszins.
© Antoon Van den Braembussche
Antoon Van den Braembussche las op 9/1/2019 in Roeselare voorgaand gedicht tijdens de herdenkingsdienst van zijn vriend van het eerste uur Luc R.C. Deleu die recent op 30/12/2018 overleed. Sterkte aan familie en vrienden van Luc Deleu vanwege de Digther-redactie.
In jou ben ik mezelf verloren.
Ooit op een welbepaald ogenblik
en ook enigszins voor altijd.
Je blijft bestendig,
aanwezig in het afwezige
want vriendschap sterft niet.
Geeft enkel de geest.
Geen vluchtige herinnering
want zelfs onvolkomen,
verlicht in het ongewisse,
word jij geboren.
Steeds opnieuw.
Word ik ook steeds opnieuw
in jou begraven.
En hierdoor eerst levend,
levend alleszins.
© Antoon Van den Braembussche
Antoon Van den Braembussche las op 9/1/2019 in Roeselare voorgaand gedicht tijdens de herdenkingsdienst van zijn vriend van het eerste uur Luc R.C. Deleu die recent op 30/12/2018 overleed. Sterkte aan familie en vrienden van Luc Deleu vanwege de Digther-redactie.
donderdag 10 januari 2019
kalmenzone – een tijdschrift en een koppelteken - Romain John Van de Maele
kalmenzone – een tijdschrift en een koppelteken
In april 2013 verscheen het eerste nummer van het literaire tijdschrift kalmenzone. De initiatiefnemer en samensteller van het blad, dat gratis gedownload kan worden op dit adres, was Cornelius van Alsum (1976). Hij woont in Bonn en schrijft gedichten, aforismen, essays en verhalend proza. Voorts is hij actief als vertaler van literaire teksten uit verschillende Europese talen.
De titel van het blad, kalmenzone, verwijst naar de gelijknamige regio ten noorden en ten zuiden van de evenaar. In het Nederlands wordt die regio inter-tropische convergentiezone genoemd, in het Frans zone des calmes équatoriaux of in de taal van de zeelieden le pot au noir. Het gebied wordt gekenmerkt door lage luchtdruk en lichte wisselende winden. De relatieve windstilte wordt echter vaak verstoord door hevig onweer en windstoten uit verschillende richtingen. Het blad wil een forum zijn waarin dichters, vertalers, prozaschrijvers en visuele kunstenaars rustig tot ontplooiing kunnen komen, maar nu en dan moet de rust wijken voor teksten die met een donderslag alle aandacht opeisen. In die zin is het blad een spiegelbeeld van wat in Europa en op andere plaatsen in de wereld leeft. Van in het begin werden immers ook vertaalde teksten opgenomen.
In de herfst van 2018 hebben zes kunstenaars die regelmatig aan het tijdschrift meewerken besloten als groep op de voorgrond te treden: Alexandra Bernhardt (Wenen), Caroline Hartge (Garbsen bei Hannover), Christine Kappe (Hannover), Irene Klaffke (Leiter bei Hannover), Cornelius van Alsum (Bonn) en Romain John van de Maele (Heverlee). De groep streeft er o.a. naar Nederlandstalig werk in Duitsland voor te stellen en omgekeerd Duitse literatuur in Vlaanderen en Nederland aan te bieden. Daarnaast zal ook naar samenwerkingsverbanden met Scandinavische en anderstalige bladen worden gezocht.
In het eerste nummer werden Herman Melville en Francesco Petrarca voorgesteld, auteurs die ook in latere nummers aan bod zijn gekomen. Een jaar later, in april 2014, werd een eerste keer aandacht besteed aan een Nederlandstalige auteur: de uitgever besprak toen Het vijfde zegel van Simon Vestdijk. Andere schrijvers voor wie de loper werd uitgerold, zijn Thomas Wyatt, Philip Sidney en William Shakespeare. In december 2014 richtte ik in Heft 6 het zoeklicht op het werk van Roland Jooris en de Duitse dichter Michael Hillen publiceerde een gedicht over de Antwerpse dierentuin: ‘Tiergarten Antwerpen, Abt. “Eisland”’. In april 2015 (Heft 7) werd het vroege werk van Catharina Boer (Karina Alberts) besproken. Heft 8 verscheen in oktober 2015 en bevatte o.a. werk van Miguel de Unamuno en George Rodenbach (twee sonnetten in een vertaling van Sigune Schnabel). In het themagedeelte over elegieën werden drie gedichten van Maurice Gilliams gepubliceerd.
In Heft 9, dat in april 2016 is verschenen, besprak Gabriele Haefs Ierse nachten van Simon Vestdijk, en voorts vielen de namen van W.B. Yeats en de Noors-Deense schrijver Ludvig Holberg op. Het themagedeelte werd in beslag genomen door Vlaamse schrijvers en Duitse auteurs die aandacht hebben besteed aan Vlaanderen. Cyriel Buysse was vertegenwoordigd met het verhaal Gampelaarken en er werd uitvoerig aandacht besteed aan de historische romans van Louis Paul Boon. Jonis Hartmann leverde de bijdrage ‘Auf Schwebereise in Flandern’, Sigune Schnabel vertaalde een fragment uit Bruges-la-Morte en Michael Hillen publiceerde het gedicht ‘hoogstraat, brügge’. Er verschenen vertalingen van gedichten van Jo Gisekin, Patrick Lateur, Lut de Block, Stefan van den Bremt, Charles Ducal, Richard Foqué, Roger de Neef, Inge Braeckman, Mark Insingel, Peter Holvoet-Hanssen, Jan Lauwereyns, Renaat Ramon, Christina Guirlande, Paul Claes, Eddy van Vliet en Charlotte van den Broeck. De vertalers waren Ludo Verbeeck (†), Maria Csollány, Isabel Hessel, Paul Claes, Susanne Grotti en Romain John van de Maele. Afrondend werd nog een fragment gepubliceerd uit Charles de Costers Uilenspiegelroman. Het oktobernummer 2016 was gewijd aan Cervantes, maar het bevatte ook Van Gogh-gedichten van de Nuenense dichteres Catharina Boer en het gedicht ‘Dulcinea, Dulcinea’ van Inge Braeckman in een vertaling van Ralph Dum.
Heft 11 verscheen in april 2017 en bevatte o.a. twee gedichten uit Brieven aan Plinius van Marleen de Crée, een Duitstalige versie van W.B. Yeats ‘The second coming’, vertaald door Caroline Hartge en werk van Edmund Spenser in een vertaling van Sigune Schnabel. In december 2017 was Maurice Gilliams vertegenwoordigd met een fragment uit Oefentocht in het luchtledige: ‘Georgina’. Evelyn Bernadette Mayr vertaalde poëzie van Michele Najlis, Cornelius van Alsum vertaalde fragmenten uit Leituras populares van de Portugese schrijver Antero de Quental, en Gabriele Haefs vertaalde het kortverhaal ‘The Selkie’ van de in Dublin wonende Schotse schrijfster Melissa Murray. Het juninummer van 2018 bevatte o.a. twee Raveel-gedichten van Jo Gisekin, samen met een afbeelding van de schilderijen die haar hebben geïnspireerd. Weldra verschijnt Heft 14 met daarin o.a. een gedicht van Hannie Rouweler. In Heft 15 (2019) zal uitvoerig aandacht worden besteed aan het werk van Roger Raveel en het poëtisch gesprek van Roland Jooris, Jo Gisekin en Bert Kooijman met het werk van de schilder uit Machelen-aan-de-Leie.
kalmenzone wil o.a. een koppelteken zijn dat werk van voorbij de horizon samenbrengt in goed gestoffeerde nummers die gratis ter beschikking worden gesteld. Het werk van Nederlandstalige auteurs mag daarbij niet ontbreken.
© Romain John van de Maele
Extern:
kalmenzone.de
In april 2013 verscheen het eerste nummer van het literaire tijdschrift kalmenzone. De initiatiefnemer en samensteller van het blad, dat gratis gedownload kan worden op dit adres, was Cornelius van Alsum (1976). Hij woont in Bonn en schrijft gedichten, aforismen, essays en verhalend proza. Voorts is hij actief als vertaler van literaire teksten uit verschillende Europese talen.
De titel van het blad, kalmenzone, verwijst naar de gelijknamige regio ten noorden en ten zuiden van de evenaar. In het Nederlands wordt die regio inter-tropische convergentiezone genoemd, in het Frans zone des calmes équatoriaux of in de taal van de zeelieden le pot au noir. Het gebied wordt gekenmerkt door lage luchtdruk en lichte wisselende winden. De relatieve windstilte wordt echter vaak verstoord door hevig onweer en windstoten uit verschillende richtingen. Het blad wil een forum zijn waarin dichters, vertalers, prozaschrijvers en visuele kunstenaars rustig tot ontplooiing kunnen komen, maar nu en dan moet de rust wijken voor teksten die met een donderslag alle aandacht opeisen. In die zin is het blad een spiegelbeeld van wat in Europa en op andere plaatsen in de wereld leeft. Van in het begin werden immers ook vertaalde teksten opgenomen.
In de herfst van 2018 hebben zes kunstenaars die regelmatig aan het tijdschrift meewerken besloten als groep op de voorgrond te treden: Alexandra Bernhardt (Wenen), Caroline Hartge (Garbsen bei Hannover), Christine Kappe (Hannover), Irene Klaffke (Leiter bei Hannover), Cornelius van Alsum (Bonn) en Romain John van de Maele (Heverlee). De groep streeft er o.a. naar Nederlandstalig werk in Duitsland voor te stellen en omgekeerd Duitse literatuur in Vlaanderen en Nederland aan te bieden. Daarnaast zal ook naar samenwerkingsverbanden met Scandinavische en anderstalige bladen worden gezocht.
In het eerste nummer werden Herman Melville en Francesco Petrarca voorgesteld, auteurs die ook in latere nummers aan bod zijn gekomen. Een jaar later, in april 2014, werd een eerste keer aandacht besteed aan een Nederlandstalige auteur: de uitgever besprak toen Het vijfde zegel van Simon Vestdijk. Andere schrijvers voor wie de loper werd uitgerold, zijn Thomas Wyatt, Philip Sidney en William Shakespeare. In december 2014 richtte ik in Heft 6 het zoeklicht op het werk van Roland Jooris en de Duitse dichter Michael Hillen publiceerde een gedicht over de Antwerpse dierentuin: ‘Tiergarten Antwerpen, Abt. “Eisland”’. In april 2015 (Heft 7) werd het vroege werk van Catharina Boer (Karina Alberts) besproken. Heft 8 verscheen in oktober 2015 en bevatte o.a. werk van Miguel de Unamuno en George Rodenbach (twee sonnetten in een vertaling van Sigune Schnabel). In het themagedeelte over elegieën werden drie gedichten van Maurice Gilliams gepubliceerd.
In Heft 9, dat in april 2016 is verschenen, besprak Gabriele Haefs Ierse nachten van Simon Vestdijk, en voorts vielen de namen van W.B. Yeats en de Noors-Deense schrijver Ludvig Holberg op. Het themagedeelte werd in beslag genomen door Vlaamse schrijvers en Duitse auteurs die aandacht hebben besteed aan Vlaanderen. Cyriel Buysse was vertegenwoordigd met het verhaal Gampelaarken en er werd uitvoerig aandacht besteed aan de historische romans van Louis Paul Boon. Jonis Hartmann leverde de bijdrage ‘Auf Schwebereise in Flandern’, Sigune Schnabel vertaalde een fragment uit Bruges-la-Morte en Michael Hillen publiceerde het gedicht ‘hoogstraat, brügge’. Er verschenen vertalingen van gedichten van Jo Gisekin, Patrick Lateur, Lut de Block, Stefan van den Bremt, Charles Ducal, Richard Foqué, Roger de Neef, Inge Braeckman, Mark Insingel, Peter Holvoet-Hanssen, Jan Lauwereyns, Renaat Ramon, Christina Guirlande, Paul Claes, Eddy van Vliet en Charlotte van den Broeck. De vertalers waren Ludo Verbeeck (†), Maria Csollány, Isabel Hessel, Paul Claes, Susanne Grotti en Romain John van de Maele. Afrondend werd nog een fragment gepubliceerd uit Charles de Costers Uilenspiegelroman. Het oktobernummer 2016 was gewijd aan Cervantes, maar het bevatte ook Van Gogh-gedichten van de Nuenense dichteres Catharina Boer en het gedicht ‘Dulcinea, Dulcinea’ van Inge Braeckman in een vertaling van Ralph Dum.
Heft 11 verscheen in april 2017 en bevatte o.a. twee gedichten uit Brieven aan Plinius van Marleen de Crée, een Duitstalige versie van W.B. Yeats ‘The second coming’, vertaald door Caroline Hartge en werk van Edmund Spenser in een vertaling van Sigune Schnabel. In december 2017 was Maurice Gilliams vertegenwoordigd met een fragment uit Oefentocht in het luchtledige: ‘Georgina’. Evelyn Bernadette Mayr vertaalde poëzie van Michele Najlis, Cornelius van Alsum vertaalde fragmenten uit Leituras populares van de Portugese schrijver Antero de Quental, en Gabriele Haefs vertaalde het kortverhaal ‘The Selkie’ van de in Dublin wonende Schotse schrijfster Melissa Murray. Het juninummer van 2018 bevatte o.a. twee Raveel-gedichten van Jo Gisekin, samen met een afbeelding van de schilderijen die haar hebben geïnspireerd. Weldra verschijnt Heft 14 met daarin o.a. een gedicht van Hannie Rouweler. In Heft 15 (2019) zal uitvoerig aandacht worden besteed aan het werk van Roger Raveel en het poëtisch gesprek van Roland Jooris, Jo Gisekin en Bert Kooijman met het werk van de schilder uit Machelen-aan-de-Leie.
kalmenzone wil o.a. een koppelteken zijn dat werk van voorbij de horizon samenbrengt in goed gestoffeerde nummers die gratis ter beschikking worden gesteld. Het werk van Nederlandstalige auteurs mag daarbij niet ontbreken.
© Romain John van de Maele
Extern:
kalmenzone.de
zondag 6 januari 2019
Dear Marcus - Herman Leenders
I.M. Marcus Cumberlege
ik haast mij om je te zeggen
dat de straten je hard missen
de Garenmarkt en Wollestraat
hebben dichters nodig die spinnen
vuilnisbakken willen jouw
lessenaar en katheder zijn
waar is de straatveger waar de padvinder
met zijn muts van gebreide wolken
wie zal woorden oppikken
beelden zien praten
de keikoppen sussen
wie zal de Reien doorgronden
hen zien dampen en rimpelen
als een oud geworden spiegelbeeld
wie zal de bomen omarmen
luisteren naar hun sappen
de paarden voorbij zien draven
en denken aan zijn begrafenis
wie anders dan jij, Marcus?
© Herman Leenders
Gedicht geschreven bij het afscheid van Marcus Cumberlege
ik haast mij om je te zeggen
dat de straten je hard missen
de Garenmarkt en Wollestraat
hebben dichters nodig die spinnen
vuilnisbakken willen jouw
lessenaar en katheder zijn
waar is de straatveger waar de padvinder
met zijn muts van gebreide wolken
wie zal woorden oppikken
beelden zien praten
de keikoppen sussen
wie zal de Reien doorgronden
hen zien dampen en rimpelen
als een oud geworden spiegelbeeld
wie zal de bomen omarmen
luisteren naar hun sappen
de paarden voorbij zien draven
en denken aan zijn begrafenis
wie anders dan jij, Marcus?
© Herman Leenders
Gedicht geschreven bij het afscheid van Marcus Cumberlege
Afscheid van Marcus Cumberlege
Gisteren, zaterdag 5 januari 2019, namen we tijdens een serene dienst vol mooie getuigenissen afscheid van dichter-bij-én-voor-het-leven Marcus Cumberlege
(23/12/1948 - 30/12/2018). Altijd al een buitenbeentje onder de Brugse dichters, want Engelstalig en inwijkeling, was Marcus als dichter een ware man van de straat. Het geluid van de straat, het volle geluid van Brugge ook, bleef, sinds hij er in het jaar 1972 zijn vrouw Maria ontmoette en er voorgoed kwam wonen, doorklinken in zijn werk. Ook zijn verbondenheid met het Shin-boeddhisme was een voorname inspiratiebron voor zijn poëzie. Zijn talent was het talent om het poëtische in zijn heel directe nabije omgeving te zoeken. En te vinden. Marcus Cumberlege mocht dan wel door de jaren heen zo goed als verknocht geraakt zijn aan Brugge, gisteren was de voertaal van de plechtigheid internationaal. Zoals dat voor een meertalig dichter hoort te zijn. Italiaans, Frans, Engels en Nederlands wisselden elkaar af. Het typeert het grensoverschrijdende karakter van de zachte en innemende figuur die Marcus bij leven was. Brugge mist sinds een aantal dagen een dichter die haar lief was. Zijn nederig dichterschap was niet minder dan een statement. "I am a poet" stond er al die jaren als intro op zijn Facebook-bladzijde. Herman Leenders, net als Marcus, een voormalig Brugs stadsdichter schreef en las als afscheid met "Dear Marcus" een bijzonder treffend in-memoriam-gedicht.
(P.R.)
Extern:
Site over leven en werk Marcus Cumberlege
Afscheid van Marcus |
(P.R.)
Extern:
Site over leven en werk Marcus Cumberlege
dinsdag 1 januari 2019
Zelfportret - Sacha Blé
Zelfportret.
Met Boeddhistische Novice Giel Foubert (°1988)
Ik mis u, hier, uw
ranke hoofd, uw
hoge lenden, naaktheid,
uw lange weg.
Sinds ik u ken, uit de krant,
weet ik meer zeker
dat ik hier niet ben,
niet in dit leven, niet
in een vorig, niet
in een distel, een suikerklont,
een bladblazer, steriel appartement.
Hoezeer reik ik
naar een nu
dat me in mijn diepte herstemt,
een niet-ik dat me open laat
en gretig verkent.
Iets in me zegt, onophoudelijk,
dat ik zoals u was, als ventje van zes,
geweldig braaf kliederend
in de maartse zon
met Oost-Indische verf,
op roze vloeipapier
met paardenbloemen doorvlochten,
toen ik nog bloot ging dus,
ten volle zeker
van mijn ouders en mezelf –
© Sacha Blé
Notitie van Sacha Blé bij dit gedicht : “Met het einde van het jaar in zicht schreef ik dit gedicht. Omdat het 5 jaar geleden is dat Oost-Vlaming Giel Foubert op 15-jarige leeftijd naar India vertrok, toen met de nodige commotie tot gevolg.”
Met Boeddhistische Novice Giel Foubert (°1988)
Ik mis u, hier, uw
ranke hoofd, uw
hoge lenden, naaktheid,
uw lange weg.
Sinds ik u ken, uit de krant,
weet ik meer zeker
dat ik hier niet ben,
niet in dit leven, niet
in een vorig, niet
in een distel, een suikerklont,
een bladblazer, steriel appartement.
Hoezeer reik ik
naar een nu
dat me in mijn diepte herstemt,
een niet-ik dat me open laat
en gretig verkent.
Iets in me zegt, onophoudelijk,
dat ik zoals u was, als ventje van zes,
geweldig braaf kliederend
in de maartse zon
met Oost-Indische verf,
op roze vloeipapier
met paardenbloemen doorvlochten,
toen ik nog bloot ging dus,
ten volle zeker
van mijn ouders en mezelf –
© Sacha Blé
Notitie van Sacha Blé bij dit gedicht : “Met het einde van het jaar in zicht schreef ik dit gedicht. Omdat het 5 jaar geleden is dat Oost-Vlaming Giel Foubert op 15-jarige leeftijd naar India vertrok, toen met de nodige commotie tot gevolg.”
Abonneren op:
Posts (Atom)