zaterdag 29 juli 2017
Een dag uit het leven van Herwig V. - Hendrik Carette
Een heiligenleven schrikt mij af.
(Michel Bartosik)
Om de klok van zes stommelt hij naar beneden
in zijn verstelde vrijgezellenkleren
en verlaat zijn volgeladen stolp.
Om de klok van zeven stapt hij
op een rode stadsbus
naar Steenbrugge, naar het kerkhof.
Daar plant hij de eerste bloemen en planten
aan het houten kruisje
in de bevochtigde grafgrond boven Magda V.
Later mompelt hij minzaam
een paar woorden voor een voorbijganger
die naar een naam of een nummer zoekt.
Hij staart bijna ascetisch en versteend
naar een zwarte zwaar ingezonken tombe
met een eeuwige vergunning.
Om de klok van elf eet hij een boterham
met kruimels, drinkt buiten een glas bier
en veegt het schuim van zijn paarse lippen.
Zijn verblijf bij de doden eindigt al met het angelus.
Hij loopt naar de haag, stamelt een woord
van Gezelle en keert terug naar de zwanenstad.
Dan wacht hij op de nacht; haalt
een brief uit Canada uit zijn archief
en herleest een Japanse haiku.
Na de dagsluiting vlijt hij zich neer
op zijn veldbed
waar hij rust vindt en zaligheid.
Hij gelooft in de goedheid van zijn God
en zijn lot en droomt luid van een loofhut
of een prieel dicht bij de kerkhofdreef.
© Hendrik Carette
donderdag 27 juli 2017
Acht tips om met Afwijzing om te gaan - Marc Bruynseraede
Voor Alain Delmotte
1. Wijs af
2. Wijs met stelligheid af
3. Wijs de afwijzer af
4. Wees afgewezen
5. Wees de afgewezen afwijzer
6. Afwijzen ? Afwijzen ? Waar heeft U het over ?
7. Afgewezen worden : daar hebben wij geen boodschap aan
8. Waar afwijzing is, is vuur
© Marc Bruynseraede
1. Wijs af
2. Wijs met stelligheid af
3. Wijs de afwijzer af
4. Wees afgewezen
5. Wees de afgewezen afwijzer
6. Afwijzen ? Afwijzen ? Waar heeft U het over ?
7. Afgewezen worden : daar hebben wij geen boodschap aan
8. Waar afwijzing is, is vuur
© Marc Bruynseraede
dinsdag 11 juli 2017
Na de voorstelling-Wat het voorstelt
Vlnr: Frans Deschoemaeker - Marc Desmet en Willy Spillebeen |
“Na de voorstelling… is er witte wijn”
Voorstelling van “Wat het voorstelt” van Achilles M. Surinx
Boekhandel Theoria Kortrijk – zaterdag 17 juni 2017
Vlnr: Frans Deschoemaeker, Marc Desmet en Willy Spillebeen.
maandag 10 juli 2017
Hemel en Hel - Frans Deschoemaeker
Wordt op oude fresco's het lot van de gelukzaligen die bij het Laatste Oordeel hemelwaarts stijgen doorgaans zoet, conventioneel en stereotiep uitgebeeld, met des te meer verve, verbeeldingskracht en perverse zin voor detail worden de verschrikkingen geëtaleerd die de hel voor de verdoemden in petto heeft. Brian de Palma's killer met de kettingzaag krijgt een verre voorafschaduwing in het duiveltje dat met een soort houtbewerkersboor het geslachtsdeel van een kermende verdoemde bewerkt. Het is, naast vele andere verfijnde folteringen, te zien op het fresco van Taddeo di Bartolo uit 1393 in de kapittelkerk van San Gimignano.
Volgde de vroege renaissancekunstenaar slaafs de kerkelijke ordonnantie dat de muren van het gebedshuis een donderpreek moesten zijn, zodat de gelovige zich huiverend tot God wendde, of vond hij in de bestraffing van het kwaad een onderwerp dat zijn onderbuik prikkelde en zijn verbeelding vleugels gaf? Vond zijn heimelijke genoegen het kwaad te stileren en te esthetiseren hier een geoorloofde uitweg? Liggen de verre wortels van het kunstenaarschap in romantische, modernistische zin, onder de bloemen van het kwaad, lang vóór die bloemen een naam en een boek kregen? Wie de demonische figuren uit het erotisch prentenkabinet van Félicien Rops bekijkt, ziet de baarlijke, gevleugelde duivel van Luca Signorelli uit 1500, die de Hoer van de Apocalyps op zijn rug meevoert door het luchtruim, door de plaat heen schemeren.
Na de tientallen kerken tijdens elke Italiëreis, waarbij Dantes inferno steevast tot leidmotief uitgroeit, met als hoogtepunten de extatische visioenen van Luca Signorelli in de kathedraal van Orvieto en van Michelangelo in de Sixtijnse kapel, weet ik het wel: het moet verdomd saai zijn in de hemel.
© Frans Deschoemaeker
Uit: De waterlelies van Montparnasse, een werk in gestadige voortgang.
Volgde de vroege renaissancekunstenaar slaafs de kerkelijke ordonnantie dat de muren van het gebedshuis een donderpreek moesten zijn, zodat de gelovige zich huiverend tot God wendde, of vond hij in de bestraffing van het kwaad een onderwerp dat zijn onderbuik prikkelde en zijn verbeelding vleugels gaf? Vond zijn heimelijke genoegen het kwaad te stileren en te esthetiseren hier een geoorloofde uitweg? Liggen de verre wortels van het kunstenaarschap in romantische, modernistische zin, onder de bloemen van het kwaad, lang vóór die bloemen een naam en een boek kregen? Wie de demonische figuren uit het erotisch prentenkabinet van Félicien Rops bekijkt, ziet de baarlijke, gevleugelde duivel van Luca Signorelli uit 1500, die de Hoer van de Apocalyps op zijn rug meevoert door het luchtruim, door de plaat heen schemeren.
Na de tientallen kerken tijdens elke Italiëreis, waarbij Dantes inferno steevast tot leidmotief uitgroeit, met als hoogtepunten de extatische visioenen van Luca Signorelli in de kathedraal van Orvieto en van Michelangelo in de Sixtijnse kapel, weet ik het wel: het moet verdomd saai zijn in de hemel.
© Frans Deschoemaeker
Uit: De waterlelies van Montparnasse, een werk in gestadige voortgang.
Abonneren op:
Posts (Atom)