vrijdag 29 maart 2013

Jezus spelen - Vier gedichten van Maarten Embrechts




Onze Vader


Ik kan geen onze vader zeggen
Slechts in de schoot van zijn zonen
kunnen mijn zonden sterven

De moeders
hun heilig water
moest me naar andere oevers
brengen

Helaas
ze keerden weer naar huis
en leren mores
in zijn bed

Veel honger heb ik opgeteld
Ik kan alleen de voornaam van de liefde
schrijven

Ik heb nog niet geleefd



Zijn naam

I

Dat ik zijn naam korter schrijf het kan
alleen de fout van moeder of van Maria
zijn Ze hangen aan de muur als heiligen

Met hun water gaan we naar huis Kuis
moeten maagden blijven Zo is het met
moeders Ze vertrouwen amper op zich-

zelf als God even niet in hun zieltje kijkt
Ik ben het kind dat slechts hun daglicht
kent Steels test ik hun schaduwzijde uit


II

Met hun schoenen aan ben ik op weg
Waarom zou ik niet van Jezus houden
De wereld ligt daar veel groter dan zij-

zelf Ik ruik aan hem Zijn lijf geschonden
hangt in al hun kerken uit Hun nacht is
als een open wonde die ik niet begrijp

Waarom zou ik niet van Jezus houden
En als zijzelf een beetje bloeden ikzelf
‘s nachts voor duizend en één zonden



Jezus spelen


Het hangt hier vol
met vlees
dat van Rubens
is het mooist

Zijn lichaam wil ik
Maar niet zijn God

Let maar eens op Alleen in onze kerken hangt
Er verhakkeld vlees Niet in de moskee
of in het huis van Jahwe

Hier alleen spelen ze
voor dokter met een mes

Ze hebben me al uitgekleed
Het was niet veel
Voor boven is een moeder
goed

God is pas lager aan de orde
Hij werkt met kerels die het ijzer smeden

Want
ook al is-ie al morsdood
zijn naam zullen wij schreeuwen



© Maarten Embrechts



Bio-Biblio
Maarten Embrechts (°1946).
Publiceerde sinds 2008 achtereenvolgens in Meander, De Brakke Hond, Het Liegend Konijn, Digther en De Contrabas. In 2010 en 2011 werd hij genomineerd voor de Melopeeprijs. In juli 2012 nam hij deel aan het poëziefestival Dichters in Prinsentuin in Groningen.

donderdag 7 maart 2013

Drie gedichten uit “Tot het bestaat” – Paul Rigolle




Vrede




Sonoor en nodig de zang die zich te pletter
zingt; voortholt, hooglied dat heidens heftig
tekeer moet gaan in alle zinnen. Het haar
dat openvalt, de hals die kantelt naar de beet.
Roder aangezet de lippen waarop vervoering

bloeit en om voltooiing smeekt. Geef
het vorm, geef het namen. Noem het taal
en teken, klauwaapje, beeld dat spoken moet
en schreeuwen: kooi mij, breek mij open,
bekroon mij met de laveloze luister

van mijn lichaam. Vind mij uit. Hervind mij.
Verstrooi mij over de dorpen en de dingen.
Want zijn wil ik. Zijn in alle staten waar
de laatste wilden wonen en volop
vrede vinden met hun eigen handen.


(uit de cyclus 'Hooglied')





Gezelle




Een hoofd dat groter is, heeft de tijd hem
met de hand, in zijn kleed van taal genaaid.
De eeuw die knelt. Met totem en taboe,
met turbo en tactiek, de eeuw heeft hem
leeggeroofd. Pitten op de tong, handen
in het kroos. Misboek, nageldeuntjes,
taal haakt en hinkelt zich een weg.

Een stem die totaal en teugel tomeloos
een wereld die enkel op papier bestaat,
weer tot leven zingt, wie zal zeggen
dat ze niet bestaat.

Lavendel moet je kneuzen om zijn geur.
Er zijn huizen, het gebeurt.


(uit de cyclus 'De Galerij')




Recanati

(Denkend aan Wallace Stevens)


Het maakt een verschil van jaren.
Hier, neergestreken in dit oude oord
dat Recanati heet, bewoon ik het landschap
van voor de regen terwijl thuis
de struiken in mijn kamer groeien.

Het hoofd te bieden aan wat voorafging, Wallace!
Het leven blijft ons voorgaan in wat we zijn
begonnen. De stukken die we hebben
weggenomen, voegen we jaren later opnieuw
aan onze archieven toe tot we denken

iets nieuws te hebben uitgevonden.
Het een draai te geven, tot slot! Een krul
in een geschrift. Vol ontzag te buigen!

Omdat niets voorspelbaar is, wordt alles
waargemaakt in wat er staat geschreven.


(uit de cyclus 'Ver weg in Europa')




Tot het bestaat” is de nieuwste dichtbundel van Paul Rigolle. De bundel werd met Gedichtendag 2013 uitgegeven door uitgeverij De Vries-Brouwers. Dit in nauwe samenwerking met de stad Roeselare, de geboortestad van de dichter. De bundel werd op 30 januari 2013 voorgesteld in de Roeselaarse deelgemeente Rumbeke.


Rubriek: Werk van de Digther-redactie