zondag 23 juni 2013

Taal is maar een model

In het voorwoord van Na de punt (Asterion) citeert Dautzenberg Jorge Luis Borges, die in zijn verhaal Het huis van Asterion de Griekse koning Asterion laat zeggen: “Net als de filosofen denk ik dat niets mededeelbaar is via de schrijfkunst.” ‘We leven in een tijd waarin het beeld bepalend is en in toenemende mate randvoorwaarden stelt aan het geschreven woord’, zegt Dautzenberg. ‘Vergelijk de kranten en tijdschriften van nu met die van pakweg twintig, dertig jaar geleden. Meer foto’s, minder tekst, schreeuwerige koppen en streamers. De opkomst van internet werkt daar natuurlijk aan mee: een bulk aan informatie, je moet in een oogopslag kunnen shiften. Met deze bundel probeer ik buiten de schrijfkunst om een literaire wereld te evoceren. Taal is uiteindelijk ook maar een model.

Vindplaats: "Interview met A.H.J. Dautzenberg: 'Volgens mij heeft poëzie geen grenzen' op Stille Suikers

Website A.H.J. Dautzenberg

(Rubriek: Citaat)

maandag 17 juni 2013

Adagium

Ik huldig het adagium van de net overleden grote poëziecriticus Hans Groenewegen: ‘Als openbaar lezer is de recensent een voorlezer. Dan heeft hij de plicht er voorbeeldig op in te gaan. Poëzie die hem niet bevalt, zou hij niet moeten veroordelen, maar zien als een mogelijkheid om inzicht te krijgen op zijn eigen vooroordelen. Anders verdient zijn kritiek een onvoldoende.’ Bovendien geloof ik in de recensietechniek van Marnix Gijsen. Hij kon een hele bundel slecht vinden, maar dan ingaan op dat ene gedicht dat goed was. De schrijver over poëzie moet enthousiasmeren, niet zijn eigen dada’s naar voren schuiven. Als je dat standpunt huldigt, geloof ik dat het ook in mijn functie mogelijk blijft om poëzie te bespreken.

Carl De Strycker over het recenseren van poëzie in Knack – Boeken – ma 17/6/2013 - 'Poëzie in Vlaanderen is méér dan poëzieverkoop'

Rubriek: Citaat

donderdag 13 juni 2013

Een gedicht is een gedicht

Wat is de definitie van poëzie? Een van de meest pragmatische en best hanteerbare antwoorden op deze vaak gestelde vraag is van de vroegere Amsterdamse hoogleraar Redbad Fokkema. ‘Een gedicht is een gedicht,’ zei hij, ‘als het er uitziet als een gedicht en is uitgegeven in Amsterdam.’ Alle andere definities zijn aanmerkelijk onpraktischer, dat moet gezegd. Meestal komen ze neer op variaties van de opvatting dat poëzie gemarkeerde taal is. Daarmee wordt bedoeld dat het bijzondere taal is, die opzettelijk afwijkt van alledaagse taal. Het is taal die wil opvallen, taal 2.0. Er is iets aan toegevoegd.

Op NRC-Boeken: Waarom Kira Wuck de C. Buddingh’-prijs moet winnen.

Rubriek: Citaat

woensdag 5 juni 2013

55-Fiction - Nog tot 19/6 - Wat jij?