dinsdag 18 augustus 2020

De steiger - Albert Hagenaars

A.N.

Aan dat ondeelbare moment,
op dat plankier op het meer,
mocht geen verlangen vooraf gaan,

geen nabij verleden, geen wachtende vrouw
thuis met kleerscheuren.

Het tropisch zuigen van nacht en water,
het gonzen, het jagend roepen, alles viel weg

behalve ongeloof in gedeelde zucht.
We werden lippen, één woelend bijtende mond
die spijt verspleet.

Wat nog niet plaatsvond gebeurde
weer. Toeval, verondersteld en aanvaard,
bleek een razend kloppend lot.

Terug. Jaren verloren, tijd gewonnen.
Over molm en drab liep ik het licht

in en steeg. En keerde. En volbracht.


 

© Albert Hagenaars


Uit de cyclus ‘Bekoring’ in de nieuwe bundel in wording ‘Pelgrimsgrond’ van Albert Hagenaars die in 2021 zal verschijnen bij uitgeverij ‘In de Knipscheer’.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

maandag 17 augustus 2020

Op de vlucht - Albert Hagenaars

T.T.

Met bijna al de anderen
gered uit de Vietnamese zee,
alle reden nog meer te verzinnen

voor de man aan wie je op een dijk
eindelijk toegaf; weerstand
van handen op vingers op borsten,
tastend tussen oost en west en west.

De overval als enig houvast.

Ze namen alles
behalve het lege leven
dat op stinkende netten achterbleef.

Vergeefs geduld.

Zijn taal drong in jouw hogere
en lagere tonen toen je vruchteloos

probeerde. Hij liet
los. Geen groter verlies. Te laat

werden ze vol en hard. Te hard.


 

© Albert Hagenaars


Uit de cyclus ‘Bekoring’ in de nieuwe bundel in wording ‘Pelgrimsgrond’ van Albert Hagenaars die in 2021 zal verschijnen bij uitgeverij ‘In de Knipscheer’.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

zondag 16 augustus 2020

De zijderoute - Albert Hagenaars

L.M.

Je ogen zogen zich blauw, zagen
onder deze zoveelste laatste man
de ondoorgrondelijke luchten
van Kazachstan, een adelaar,

drijvend op hoogst mogelijk bereik.

Je vouwde de kaart open,
streek scheuren glad, verruilde steppen
voor polders, liefdes voor liefde.

Hij bleef hetzelfde antwoord schuldig.

Zijde ontrolde over een pad van gruis.
Stoppels staken in de huid, stof stoof op.

Verblind voelde hij alleen je monden
op mijn mond, borst en buik vernappen

in de kale kamer met dat ene bonte kleed,
meegebracht in een karavaan

van meisjesdromen.


 

© Albert Hagenaars


Uit de cyclus ‘Bekoring’ in de nieuwe bundel in wording ‘Pelgrimsgrond’ van Albert Hagenaars die in 2021 zal verschijnen bij uitgeverij ‘In de Knipscheer’.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

zaterdag 15 augustus 2020

Twee maanden - Albert Hagenaars

D.G.


Ervaring genoeg, zij wel,
wat volstond voor onvergetelijk
vergeten handelingen in een autowrak.

Zij plots vermist, hij ondervraagd
als een kind als dader.

Even nog leefden ze samen door.

Acht weken, weggezogen
in een verre stad, woekerden
tientallen jaren voort in het hoofd

van de man die steeds scherper moest
toezien hoe het door rubber handen

achteloos, beetje bij beetje,

op aluminium werd gedeponeerd,
in plastic gewikkeld, met soortgelijk afval

afgevoerd en verbrand.

 

© Albert Hagenaars


Uit de cyclus ‘Bekoring’ in de nieuwe bundel in wording ‘Pelgrimsgrond’ van Albert Hagenaars die in 2021 zal verschijnen bij uitgeverij ‘In de Knipscheer’.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

vrijdag 7 augustus 2020

Eeuwig roersel - Hendrik Carette

Aan de grazige weiden van het koele waterland
hertaalde de vernuftige Bruggeling Simon Stevin
de Latijnse term perpetuum mobile
in zijn helder Nederduits als eeuwig roersel.

In het jaar 1602 reed zijn houten zeilwagen
op het zand van een strand in het bevrijde noorden
met aan het roer de kordate prins Maurits
de latere moordenaar van Johan van Oldenbarnevelt.

De hoge zeilen klapperden in de voorjaarswind
en de voortgang van dit zwaar beladen landschip
vond plaats in het streng ingedijkt polderland
aan de grazige weiden van het koele waterland.


© Hendrik Carette


maandag 3 augustus 2020

Duif - Jan van meenen

Ze klieft niet als een zwaluw, kamikazend met wentelende messen,
zit liever vredig in haar veren,met dichtvallende ogen
in dat vertrouwd vermoeid gevoel.

Als een duif klapwiekt is het tegen het vallen, een beetje naïef duikend .
Niks van precisie.

Nog net niet gegrepen door een autosnoet, verzilverde grille, nog net
geen bloed en veren, nog net niet voor mijn ogen in het asfalt gewalst.

Een duif is een duif is een duif.


© Jan van meenen






zondag 2 augustus 2020

Ademteug - Jan van meenen

Diepe ademteug. De bomen bewegen hun vingers,
strekken hun tenen,reiken hoger, ogen trotser.
Struiken gaan zich te buiten aan lente.
merels slaan aan.

Lakens wuiven in een windje van niks, genieten
zo zichtbaar van licht; het is ze van harte gegund.

We vangen golven uit de ruimte,
de lieflijkste gedachten komen uit de ramen gezweefd,
hoofdpijn verdwijnt, alles wordt lichter, veel lichter.


© Jan van meenen






zaterdag 1 augustus 2020

Stuwing - Jan van meenen


Stuwing. Vreugde van vleugels. Vislicht.
Schittering van schubben

Niets is wat het lijkt.

Eenmaal aan de hemel gekleefd
wordt vliegen uiteindelijk liggen,
stilstand vredig zijn gang laten gaan.

Ondanks dit alles, zindert het licht,
windt beneden een vogel zich op.


© Jan van meenen