maandag 13 mei 2024

Voor de niet tevreden schrijfdocent - Philip Hoorne

Voor de niet tevreden schrijfdocent

harde brokken of smeuïge pulp
dat is de vraag
ik pers er alles uit
weet niet exact wat er komen zal en denk
onwillekeurig terug aan die eerste keer in mijn broek

toen ik lang had gewacht
te lang
om dan tot mijn afgrijzen vast te stellen dat voor mij
in de rij naar het genderneutrale kleine kamertje
acht bejaarde dames stonden met meer praatjes dan drang

pats boem knal deed het ongeleide projectiel
en terwijl de brij in mijn pijpen liep hoorde ik
hoe op het zonneterras mijn vrouw en onze nieuwe beste vrienden
schaterlachten om iets wat lang niet zo memorabel kon wezen
als datgene wat ik zo dadelijk zou verkondigen

feeling blue ik ken het
feeling brown dat ook
je moet schrijven over materie
die de mensen kennen zei de schrijfdocent
een gouden tip die leidde tot dit gedicht

helaas kon het hem niet bekoren
hij noemde het vies vunzig schunnig scabreus smerig en vulgair
wat een rijke taal wat een woordenschat
maar ik publiceer het toch – kust mijn gat!


© Philip Hoorne


Voorpublicatie uit Mens is de naam, de nieuwe dichtbundel van Philip Hoorne.

De bundel wordt op zaterdagnamiddag 1 juni 2024 om 16.00 uur voorgesteld in de Bib in het Park, Vanackerestraat 20 in Wevelgem.

Inschrijven is wenselijk, maar niet noodzakelijk.

Schepen Geert Breughe verwelkomt, redacteur Peter de Rijk leidt in, Koen D’haene (jaargenoot, oud-klasgenoot en romanschrijver) gaat in gesprek met Philip Hoorne, die vervolgens enkele gedichten uit de bundel voorleest. Uitgever Franc Knipscheer overhandigt het eerste exemplaar.
Receptie aangeboden door het gemeentebestuur Wevelgem.

Mens is de naam is de achtste dichtbundel van Philip Hoorne en de tweede bij Uitgeverij In de Knipscheer, na Het dikke meisje en de ziener (2019).

Mens is de naam
Weblog Philip Hoorne
Philip Hoorne op Auteurslezingen

Digther-Blogbericht Mens is de naam van 7/5/2024


Cover 'Mens is de naam'

Philip Hoorne, dichter en fotograaf



zondag 12 mei 2024

Quo vadis - Joost Hontelez

Quo vadis

Wat is het dat je hierlangs drijft,
welk tijdpad heb je uitgevlast en
wat is je routeschema? Heden
is je eerste stap, wat komen gaat

een tweede met teweeggebracht
verleden en al keer je op je schreden
weer, je koers is onherroepelijk,
de tijd die je verdrijft het theorema.

Quo vadis is een alfabet, wie te a ter
wereld komt wacht verderop een
wisse z. Word gaandeweg geletterde,

avonturier, Rimbaud wellicht, plavei
je pad met klinkers en verlicht je tred.
Ergens kom je nergens waar je blijft.


© Joost Hontelez




zaterdag 11 mei 2024

Le Hourdel - Joost Hontelez

Le Hourdel

Miljoenen minuscule speldenprikjes
smelten op mijn miezerjas. Mijn huid.
Beslaan het brillenglas en keren me
in mij, er valt hier veel te zien, voel ik:

zo dobbert zacht een schapenwollen
mist op een wateroppervlak van celadon.
Geen horizon, alleen ontkomen aan. Of
ondergaan, zoals de zeehondensociëteit

aan de overzijde van de baai stipsgewijs
dat doet. Totdat de vloed in zijn
aanlandigheid mij ruggelings landinwaarts

stuwt, de luwte in. Waar droogte is,
behaaglijkheid. Een brede blik. En om
waar ik niet meer ben een onderhuidse spijt.


© Joost Hontelez




vrijdag 10 mei 2024

Cigale - Joost Hontelez

Cigale

Zwengel je membranen aan en zaag.
Door een lucht van stoffig zand en
getaande sprieten gras, geurige
platanendroogte, parasoldenluwte.

Door de lome stroming van de Lot,
de zonnezindering, het onvermurwbare
blauw, de vliezen van mijn trommels,
de leden van mijn ogen. Mijn zweet,

mijn opgetogenheid. Vorm een koor
en zaag gezamenlijk. Overkoepel.
Zaag maar overal in mij, bevestig het

bewustzijn van een doorgewinterd
dromer. Zaag mij een besef: ik ben
het Zuiden in het heetst van de zomer.

© Joost Hontelez




donderdag 9 mei 2024

Wendingen - Philip Hoorne

Wendingen

boris zag zijn schoonvader het bordeel verlaten
net toen hij het betrad
dat leverde in het portaal een ontmoeting op
die als ongemakkelijk kon worden omschreven

eindelijk dacht schoonvader frank
45 jaar getrouwd met magda
zal mijn leven een andere wending nemen
dat dacht ook boris 20 jaar met els
maar behalve dat de twee elkaar meden
wat ze voorheen al deden veranderde er niets

toen frank – niet meer zo bedreven in het weg-
maar wel nog in het geslachtsverkeer – boris vroeg
om voortaan samen naar le ciel éternel te karren
werden ze tot voldoening van hun beider echtgenotes
onafscheidelijke vrienden
niet graag samen thuis
maar verdomd graag samen uit

tot een viswijf boris’ toyota op de
toch niet zo discrete parking zag staan
frank zijn naam veranderde in haas
en deed alsof zijn neus bloedde
wat ze ook echt deed na een onzachte
confrontatie met boris’ rechtervuist

waarna levens finaal
alsnog wendingen namen


© Philip Hoorne


Voorpublicatie uit Mens is de naam, de nieuwe dichtbundel van Philip Hoorne.

De bundel wordt op zaterdagnamiddag 1 juni 2024 om 16.00 uur voorgesteld in de Bib in het Park, Vanackerestraat 20 in Wevelgem.

Inschrijven is wenselijk, maar niet noodzakelijk.

Schepen Geert Breughe verwelkomt, redacteur Peter de Rijk leidt in, Koen D’haene (jaargenoot, oud-klasgenoot en romanschrijver) gaat in gesprek met Philip Hoorne, die vervolgens enkele gedichten uit de bundel voorleest. Uitgever Franc Knipscheer overhandigt het eerste exemplaar.
Receptie aangeboden door het gemeentebestuur Wevelgem.

Mens is de naam is de achtste dichtbundel van Philip Hoorne en de tweede bij Uitgeverij In de Knipscheer, na Het dikke meisje en de ziener (2019).

Mens is de naam
Weblog Philip Hoorne
Philip Hoorne op Auteurslezingen

Digther-Blogbericht Mens is de naam van 7/5/2024


Cover 'Mens is de naam'

Philip Hoorne, dichter en fotograaf


dinsdag 7 mei 2024

'Mens is de naam' van Philip Hoorne



Op zaterdag 1 juni 2024 e.k. stelt Philip Hoorne in zijn woonplaats Wevelgem zijn nieuwste dichtbundel Mens is de naam voor. Het is al zijn achtste dichtbundel en zijn tweede op rij bij Uitgeverij In de Knipscheer.

De Schaal van Digther is verheugd om de komende weken drie gedichten uit de bundel te kunnen publiceren. Waarvoor dank.

Philip Hoorne die als dichter debuteerde in 2002 en die ook stichter en begeleider is van het 'Poëzieatelier Brugge' neemt een volstrekt eigen plaats in in de Vlaamse en de Nederlandstalige poëzie van het moment. Er steekt veel ironie (en af en toe zelfs wat sardonische humor) maar ook veel mededogen in zijn werk. Mededogen met de mens! Dat is wellicht ook wat we met en in ‘Mens is de naam’ mogen en kunnen verwachten. 

Jooris van Hulle schreef over de recente poëzie van Hoorne nog:

Philip Hoorne bruuskeert en charmeert, hij strijkt tegen de haren in, monkelt en glimlacht – of beter: hij grimlacht – om wat mensen ervan bakken in het leven

(Jooris Van Hulle in ‘Poëziekrant’)


Op het programma op 1 juni 2024 – vanaf 16:00 uur in de Bib van Wevelgem:


> Openingswoord door Geert Breughe, schepen van Bibliotheek
> Redacteur Peter de Rijk over ‘Mens is de naam’
> Auteur en oud-klasgenoot Koen D’haene gaat in gesprek met Philip Hoorne
> Philip Hoorne leest enkele gedichten voor
> Receptie aangeboden door het gemeentebestuur

Praktisch:

Zaterdag 1 juni 2024 | 16 uur | Bib in het Park (Vanackerestraat 20, Wevelgem)
Inschrijven of verontschuldigen

Graag vragen we je om je komst tegen ten laatste 26 mei te bevestigen
 via www.wevelgem.be/voorstelling-dichtbundel of telefonisch via 056 43 35 40.

Meer informatie vind je terug op www.wevelgem.be/mensisdenaam

Mens is de naam 
Website Philip Hoorne 
Philip Hoorne op Auteurslezingen

Philip Hoorne op Poëzie Centraal
Uitgeverij In de knipscheer
Bibliotheek Wevelgem





 

zondag 5 mei 2024

A trip down memory lane (1)

Uit het koffertje van gisteren: John Groosman en Renée van Hekken, laureaten van de Stijn Streuvelsprijs voor verhalend proza van debutanten, anno november 1977


 

"De Stijn Streuvelsprijs voor verhalend proza, bestemd voor debutanten, werd in 1977 toegekend aan Dieper dan huiddik (John Groosman) en Het gesloten oor (Renée van Hekken). Is Renée van Hekkens debuut vooral boeiend door de rijk uitgewerkte en diep menselijke tematiek en poëtische zegging, dan munt John Groosmans eerste roman uit door een knap georchestreerde en intelligent opgezette struktuur"

(Bron: Ons Erfdeel 1978)
(Herkomst foto: foto- en krantenarchief Paul Rigolle)

vrijdag 3 mei 2024

Dichters Thuis in Puivelde - Editie 8 - zondag 19 mei 2024

 


Dichters thuis in Puivelde!

Voor de achtste keer al nodigt Frank Pollet op zijn thuisfront Puivelde dichters uit om op verschillende locaties voor te lezen. Ook dit jaar heeft hij een mooi-ogend keurtroepje dichters weten te strikken.

Treden dit jaar op en aan:

In de tuinen: Peter Mangel Schots, Inge Pollet, Shari Van Goethem, Bart Stouten en Sandra Roobaert

In de kerk:  Luuk Gruwez waar er ook muziek is van onze lichtelijk fantastische jazz-diva Chantal Acda (muziek)

Er zijn sessies voorzien om 14, 15 en 16 uur, waarbij het publiek kan doorschuiven van de ene locatie naar de andere en dus van de ene dichter naar de andere. Een zalige formule. Om 17:00 is er daarna een muzikale en poëtische afsluiter in de kerk. Na afloop wordt u een kleine receptie aangeboden.

Dichters Thuis in Puivelde is een organisatie van auteur Frank Pollet, de Bib en CC Sint-Niklaas.

Met medewerking van Cultuurtuin WAAS.

Dichters Thuis in Puivelde

Peter Mangel Schots
Inge Pollet
Shari Van Goethem
Bart Stouten
Sandra Roobaert
Luuk Gruwez
Chantal Acda



 

 

 

donderdag 2 mei 2024

De dichter en zijn mankementen - Hendrik Carette

De dichter en zijn mankementen

Hij lijdt aan het syndroom van Stendhal
(maar vooral wanneer hij weer in Italië is).
Hij lijdt aan megalomanie
(maar vooral wanneer hij weer te midden
van mediocre mensen is).
Hij lijdt aan landerigheid
(maar vooral aan wal en niet op zee).
Hij lijdt aan melancholie
(maar vooral wanneer de avond valt als een steen).
Hij lijdt aan hoogtevrees
(maar vooral wanneer hij in zijn afgrond staart).
Hij lijdt aan liefdesdrang
(maar vooral wanneer hij weer smoorverliefd is).
Hij lijdt aan leeswoede
(maar vooral wanneer hij een goed boek heeft gevonden).  
Hij lijdt aan een erge vorm van escapisme
(maar vooral wanneer hij hier is en hier niet blijven wil).
En hij lijdt aan de ziekte van Oblomov
(vooral wanneer hij bedlegerig is en blijft).  
      

© Hendrik Carette 
Schaarbeek, februari 2024




 


dinsdag 30 april 2024

Een veelzijdige kijk op de menselijke ervaring

Inleiding van Philip Hoorne bij de bundel Onbereikbaar voor commentaar van Wim Vandeleene, die op 28 april 2024 werd voorgesteld in Snuffel Hostel, Brugge

Goeiemiddag waarde poëziegelovigen, we zijn hier vandaag bijeengekomen om de geboorte van de dichtbundel Onbereikbaar voor commentaar van Wim Vandeleene te celebreren en op de wijde wereld los te laten.

Na Duikvlucht is Onbereikbaar voor commentaar de tweede bundel van Wim Vandeleene. De tweede ook bij Uitgeverij De Zeef die gestaag bouwt aan een mooi en degelijk poëziefonds. De werking van Annemie, Charles en Roel verdient alleen maar lof.


Onbereikbaar voor commentaar telt 47 gedichten, ondergebracht in 10 cycli. Een best wel lijvige bundel. De dichter heeft in die cycli geen symmetrie nagestreefd wat betreft het aantal gedichten per cyclus. Door zich te ontdoen van de wurggreep van de symmetrie, hoefde de dichter geen gedichten overboord te gooien of per se wel in de bundel te houden. Ik heb de indruk dat Wim zijn allerbeste gedichten heeft verzameld en thematisch gesorteerd in afdelingen. Goed gezien.

Wim is iemand die openstaat voor feedback en dialoog. Op 12 oktober van vorig stuurde Wim mij een mailtje met negen potentiële titels voor deze bundel. Daar zaten sterke titels tussen. Hij vroeg mijn mening. Uiteindelijk is het een titel geworden die niet in dat lijstje voorkwam.

Onbereikbaar voor commentaar is een flard uit een gedicht. Een titel hoeft niet per se de volledige lading van de bundel te dekken. In dit geval is dat ook moeilijk, want Wim Vandeleene levert een veelzijdig werkstuk af, dat niet in een paar woorden kan gevat worden. Is de titel alleen maar gekozen omdat het een fraaie woordgroep is? Ik kom hier straks op terug.

Ik wandel met u even door de bundel, die u straks thuis rustig kunt savoureren, en houd kort halt bij elke afdeling. De eerste cyclus, ‘Startschot’, telt twee gedichten. ‘Zal je met doorligwonden opstaan uit een zetel’, zo luidt de allereerste regel van het openingsgedicht ‘geen weg terug’. Het gedicht is een retrograde van de geschiedenis van de mensheid. Het nodigt ons uit om de verbondenheid met de natuur en het pure leven te herontdekken. Maar helaas kunnen we niet terug naar wat ooit was. De dichter eindigt met de ontnuchterende retorische vraag ‘zal je toch maar alles bij het nieuwe laten’.

De reeks gedichten met als titel ‘Groeispurt’ biedt een diepgaande verkenning van de complexe relatie tussen ouder en kind, waarbij elke fase van het opgroeien met een scherp oog voor detail en emotie wordt vastgelegd. Het begint bij de peuterjaren. Vervolgens leert het kind wat taal is en deint het gemoed van de vader alle kanten op. In het gedicht ‘Pretpark’ dat u later deze middag zal horen, twijfelt de vader aan het vaderschap.

Ik zal in de rest van mijn betoog af en toe citeren uit de bundel. Ik zal dit niet telkens aankondigen met het woord ‘citaat’. Ik zou mijn arm kunnen omhoog steken als er een citaat aankomt, of even hoesten, of mijn stem wat laten zakken. Misschien moet ik een heel korte pauze inlassen voor en na een citaat. Enfin, u hoort het wel en als u het niet hoort, leest u het straks wel.

De peuter wordt een kleuter, een speels maar soms lastig kind. De vader en het kind worstelen met wisselende emoties en verwachtingen. Vader is vaak uithuizig en moeder, want die is er ook, ‘vertelt de parabel van de verloren vader / over een jager die later thuis komt, met een alibi’. Ondertussen wordt het kind zich bewust van de eigen identiteit.

De derde afdeling heet ‘Een man in de knop’. Elk deel van de bundel opent overigens met een citaat, onder andere een van bioloog Midas Dekkers en een van regisseur Woody Allen, mannen die ik zeer bewonder. Het kind wordt almaar ouder. Het gedicht ‘vroege puber’ zoomt in op de fysieke en emotionele veranderingen die gepaard gaan met het volwassen worden. Het is mijn favoriete gedicht.

Voor mij hoeft een gedicht niet per se als een ajuin gepeld te worden totdat alle lagen en veronderstelde lagen ontbloot worden. Een gedicht over een puber mag gerust alleen maar een gedicht over een puber zijn en niks meer. Maar Wim is ook een klimaatdichter. In het gedicht ‘vroege puber’ staan de woorden ‘driftbuien’, ‘kritiek peil’, ‘code rood’, ‘microklimaat’. ‘Onbereikbaar voor commentaar / haalt hij de schouders op voor een hoger bevel’, lezen we.

Wie onbereikbaar is voor commentaar heeft niet zelden iets te verbergen. Wie weet slaat deze zin op de machthebbers van deze wereld die de urgentie van een klimaatbeleid niet inzien. Dan is het ‘hoger bevel’ de oproep van wetenschappers en experts om er iets aan te doen, een oproep die gedragen wordt door een almaar groter deel van de bevolking. Het zou kunnen. Het is maar een interpretatie.

De late puber wordt opstandig en gaat zijn eigen weg, een vlucht als het ware. Hij ontdekt het andere geslacht en de complexe wereld van liefde en verleiding, van verlangen en onzekerheid.

De vierde cyclus heeft als titel ‘Eigen terrein’. In de man-vrouwrelatie draagt de vrouw de broek: ‘zij velt het vonnis over zijn zonde en bewierookt zijn deugd / wrijft de schade van flaters onder zijn neus’. Een aantal keren bevinden we ons op een feest, maar de man voelt zich onwennig in de massa: ‘hij overziet de feestzaal, zijn mijnenveld / in de hoek zoekt hij steun bij een schaduwplant / met verzamelde moed nadert hij de harde kern’.

Nog steeds op het feest wil hij contact maken met een vrouw, maar ‘hij verwart een wegwerpgebaar met een wenk / wil haar meevoeren naar zijn hol / betreedt haar terrein als een rover met een plan / aan de rand van haar blikveld stoot hij op een koufront / zoekt een sterke houding, oefent een compliment’. Weg van het feest, in het uitstalraam van de speelgoedwinkel ziet hij in zijn reflectie een andere man, een moediger man, iemand die hij amper herkent.

De afdeling ‘Drie verblijven, vijf zintuigen en een vermoeden’ is een fraai gecomponeerde cyclus met niet negen gedichten, wat de titel laat uitschijnen, maar slechts vijf. Het eerste gedicht begint met een poëtische beschrijving van het fysieke lichaam als een ‘kooi van ribben’. Het tweede gedicht verschuift de focus naar de geest, waar gedachten en herinneringen rondhuppelen in de speeltuin van het hoofd. Het derde gedicht verkent het lichaam als een heiligdom dat schroomvallig wordt opgediend en slechts deelbaar is met één enkele gelovige. Het vierde en vijfde gedicht van deze afdeling met als titels ‘zintuigen’ en ‘vermoeden’ horen bij elkaar. Wim zal deze straks voor u voorlezen.

In de cyclus ‘Opmars’ ontglipt de geliefde en keert ze terug. ‘De stroop die ze uitwisselen trekt vliegen aan’. Eens te meer een mooie versregel, want is dit nu positief, die zoete stroop, of zit er een negatieve bijklank aan een stroperige brij? Liefde is een werkwoord om het met een cliché te zeggen. ‘Hij moet aandacht schenken of ze drijft weg / naar andermans moeite, andermans wenken’. Maar hij heeft geluk, hij mag blijven, of zoals de dichter het cynisch formuleert: ‘ze benoemt hem tot nieuwe man / bevoegd voor de logistiek van haar keuken / in haar stulp mag hij glas van plastic scheiden / beschimmelde schillen bij compost voegen’.

Dan is daar weer het feest, een familiefeest met ‘onbehaaglijk gelach’ en ‘zwijgende klankkasten’. Tot overmaat van ramp, of net niet, valt de elektriciteit uit. De familie tast letterlijk en figuurlijk in het donker. Er is een scheiding op til, maar de zoon bindt de partners aan elkaar, letterlijk. Het paar verkeert ‘in broze balans / … / ze regelen de passie met de thermostaat’.

Ineens duikt wederom de brandweer op. Hoezo wederom, kwam die al ter sprake? Jawel, het kind droomde ervan om brandweerman te worden, maar moet nu zelf beroep doen op de spuitgasten. Er is een ‘kortsluiting in het huwelijk’ en ‘de advocaat sleept schade uit de brand’.

Zeven cycli hebben we achter de rug, dat is al heel veel oerdegelijke poëzie, maar het leesplezier is nog niet voorbij. ‘Klaverblad’ gaat over reislust, het onderweg zijn. Het beeld van de langste weg die een mens kan lopen, namelijk van Kaapstad tot Siberië, staat symbool voor de afstand tussen geliefden, want die weg is ook de afstand, niet van hier naar daar, maar van ‘hier naar haar’.

De cyclus ‘Exit’ confronteert ons met het ouder worden. Herinneringen worden opgerakeld of doemen vanzelf op. Het lichaam ‘kraakt’, ‘stuiptrekt’ en ‘kronkelt van krampen’. ‘Het werd niet in de wieg gelegd voor de flikflak / en de brug met ongelijke leggers’, schrijft Wim. Ook de omgeving verandert. ‘Een tapasbar rees uit het puin van een kroeg’ en ‘bij de banketbakker kan hij nu halters heffen’.

Vrolijk was het niet altijd, maar de dichter begeleidt ons naar de uitgang met een positieve boodschap, een recept voor de nieuwe mens: ‘een gewerveld Schepsel om U tegen te zeggen / in de wieg gelegd voor hogere daden’. En die nieuweling krijgt een ‘opdracht voor gisteren’. Die opdracht is een aansporing tot introspectie en verandering in de menselijke houding ten opzichte van de natuur en de medemens. Ons wordt gevraagd om te zorgen voor onze planeet, voor elkaar en voor de dieren. Wie weet is het misschien nog niet te laat.

Ik vat alles nog eens samen. Elke cyclus belicht een nieuw facet van het menselijk bestaan. Van onze prille stapjes over de complexiteit van relaties tot het besef van vergankelijkheid, bieden deze 47 gedichten een veelzijdige kijk op de menselijke ervaring. Wim Vandeleene slaagt erin om een scala aan emoties en thema's te verkennen en hanteert daarbij zowel existentiële overdenkingen als alledaagse observaties. Dit alles maakt van Onbereikbaar voor commentaar een exceptionele dichtbundel.

Nog heel kort iets over de vorm. De gedichten tellen gemiddeld zowat 12 versregels. Zorgvuldig ingelaste witregels verluchten de taal. Weinig hoofdletters, weinig interpunctie. Geen gedoe met complexe lay-out, insprongetjes, uitsprongetjes of andere dingetjes die alleen maar afleiden van waar het echt om gaat, namelijk het zuivere vakmanschap van de dichter.

Als mensen mij vragen wat ik een goed gedicht vind, dan luidt mijn antwoord steevast: ‘Een goed gedicht is voor mij een gedicht waarbij ik na een eerste lezing de aandrang voel om het meteen opnieuw te lezen, en nog eens en nog eens.’ Ik besef dat dit een heel subjectieve visie is. Bij de gedichten van Wim Vandeleene voel ik die drang. Ik probeer die te verklaren. Een anekdotisch parlandogedicht zonder verrassingen, weerhaakjes of beklijvende elementen lees ik één keer, en klaar. Een beetje zoals je een mop leest of kijkt naar een meme. Goed gedaan soms, maar de essentie wordt in één keer prijsgegeven. Een dichtgemetseld, hermetisch gedicht stoot mij dan weer af. Ik zal het met flinke tegenzin tot het einde uitlezen of onderweg afhaken, omdat de dichter mij niet toont waar de inrijpoort zich bevindt. De poëzie van Wim Vandeleene bevindt op een perfecte plek tussen die twee uitersten.

Ik ken Wim als een warhoofd, ik mag dat zeggen, want dat zegt hij ook over zichzelf. Ik ga er dan gemakshalve van uit dat het warrige zich niet alleen manifesteert in het dagelijkse leven, maar ook in de poëzie van een warhoofd. Dat is bij Wim geenszins het geval. Wim weet verduiveld goed hoe hij een sterk gedicht moet maken. Dat merkte ik meermaals op toen Wim nog bij mij in het Poëzieatelier Brugge zat. Hij verraste keer op keer met sterk werk. Het moge duidelijk zijn dat Wim zijn warhoofd afzet als hij zich aan zijn schrijftafel nestelt. Of dat zijn warhoofdigheid de kwaliteit van zijn poëzie ten goede komt, dat kan ook.

Onbereikbaar voor commentaar is een parel aan de kroon van Uitgeverij De Zeef. Gefeliciteerd, Wim. Geniet van deze dag en het succes dat de bundel te beurt zal vallen, want er is geen haar op mijn almaar dunner wordende kruin dat eraan twijfelt dat de reacties en kritieken unaniem positief zullen zijn. En u, geacht publiek, dank ik voor uw aandacht. Geniet van het vervolg, er komt nog heel wat moois op u af.

 

Philip Hoorne

Brugge, 28 april 2024


Wim Vandeleene op DSvD
Weblog van Philip Hoorne

Onbereikbaar voor commentaar bij Uitgeverij de Zeef

Cover 'Onbereikbaar voor Commentaar'

 

Wim Vandeleene tijdens de voorstelling

vrijdag 26 april 2024

Twee gedichten van Mees van der Made

Een tanka, wat anders?

een blad valt omlaag

               in het Vondelpark, de boom

                              blijft staan – wat anders?

een blad vraagt nooit: hou me vast

ik laat los en zeg: dank je


 .../...

 

Hoe de stilte klinkt

dit

dit

dit

dit tikt
                              van tellen tot zestig

van losse letters

van nadruppels op het platte dak


dit

niet dit is de stilte

dit is alleen het leesteken:

niet dit maar net erna

dit                         [de tellen, de letters, druppels]

dit
                              ertussen
dit
                              [wit]
dit
                              shhht
dit
                              shhhht
dit

 

––––––

 

© Mees van der Made

Mees van der Made bij linktr.ee
Thuissite Mees van der Made