Ik kan niet naar een vrouwenbeen
kijken of het schopt me in mijn
kruis
Daar waar de engelen en de saters
wonen, daar in het huis des heren
woel ik de nachten om, op zoek
naar dromen
Ik kan niet in de lege spiegels kijken
of zij maken zich van kant. Alle
gradaties van zwart, zo is
het zwart omrande van hun ogen
dat in de nachten blijft of zij
verdwijnen in de richting waarin
ik wijs. In het gillende licht
van de morgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten