Over de wateren (2)
Wie schrijft, schrijv’ in den geest van deze zee of schrijve niet
(H. Marsman, ‘De zee’)
(drie gedichten van Jan-Paul Rosenberg uit de gelijknamige cyclus)(6/6)
In de diepzee
Voorbij de fotische zonering opent zich de nacht.
Ik tuur door de tot glas bevroren tijd naar een herinnering
aan hoe ik op de aarde eens mijn voetspoor maakte
tot een bewegend mozaïek in vochtig zand.
Zo ver verwijderd van het watervlak
ben ik op bodems van de duisternis geland
koester mijn zuurstofbellen in de hand, verdreven
bewandel ik de grondlaag van dit heden, alles
wat ik weet of heb geweten
vloeit veilig boven mij en om mij heen
suist de vertraagde anti-canto van de zee
waaruit ik opsta in een ademloos vergeten.
© Jan-Paul Rosenberg
Griffioenen
De zee een vlies tussen verdronken episoden
binnen de kooien van de hoop blijf ik aan dek
met stappentellers lopen, krab mijn angsten open
deel mijn hut met opgezette dodo’s, freakwaves
doen de cocktails rollen in mijn glas
waarin vergetelheid ontsnapt, als bruidegom
voor het verlangend boegbeeld van de nacht
verhuiven zich de golven tot een schedeldak
waaronder griffioenen dansen
door mijn hersenpan, mijn ogen
schaduwen de maan, in mij ontstaat
een sediment van sterren. En daaruit de dageraad.
© Jan-Paul Rosenberg
Grens
Er bruist een bron in mij, een diepe grond
waarin ik graaf naar wortels van de morgen
de bleke nagloed van de sterren ligt bestorven
op schaduwlippen van de mist die van de schemer slaat.
Golven rollen uit verdampend donker aan
halen met wel honderdduizend kieuwen adem
op de dunne, onbewaakte grens van lucht en water
verzin ik namen voor wat is en voor wat later
van mij overblijft wanneer ik ga
terwijl dit blauw er nog zal zijn: de oceaan
als spiegel van een tijdsgewricht dat hier ligt uitgelicht
en afgemeerd in dit verzilte ogenblik, dit vergezicht.
© Jan-Paul Rosenberg
Over de wateren (1) - op DSvD
Geen opmerkingen:
Een reactie posten