vrijdag 14 juli 2023

Het Verzuim - Jaap Ferwerda

Het verzuim

 

Hoekstra kwam binnen, plofte neer in zijn lievelingsstoel en veegde het zweet van zijn voorhoofd.

- Gerrit is dood, zei hij. - Hij was 84 en het is meer dan een jaar geleden dat ik hem voor het laatst bezocht heb.

Hij keek star voor zich uit en zuchtte diep.

- Ja man, zei Van der Veen begripvol. - Het onachterhaalbare.

- Nooit meer goed te maken, zei Hoekstra. - Godverdomme.

- Je doet er inderdaad verstandig aan, zei Van der Veen, - om het in hoger sferen te zoeken. Daar hoort het thuis. Daar ligt de oorzaak, en daar moet je verhaal halen. Indien mogelijk.

- Niet dus, zei Hoekstra.

- Nee, zei Van der Veen.

En zo zaten ze geruime tijd bij elkaar, elk verzonken in gedachten aan de vrienden die ze hadden verzuimd te bezoeken toen het nog kon. Elk met het voornemen dat nooit meer te laten gebeuren.

- Dat zal me niet meer gebeuren, zei Hoekstra.

- Nobele gedachte, zei Van der Veen.

De bel ging. Van der Veen liep naar de deur. Toen hij terugkwam overhandigde hij Hoekstra een pakje.

- De post, lichtte hij toe.

Hoekstra scheurde het pakje open. Het was een boek: Koos van Zomeren, Het Grote Rekelboek.

- Alles wat men over leven en dood dient te weten, zei hij tegen Van der Veen. - Hoogte en diepte van een hondenleven, dus van een mensenleven. Ik heb het ooit gelezen van iemand, maar ik wilde het zelf hebben. Bijna alle vragen worden hierin bevredigend beantwoord. Een grote hoor, die Van Zomeren.

- Het boek kan iemand op het juiste spoor zetten, beaamde Van der Veen. - Die schrijvers hebben er vaak goed over nagedacht, dat zijn geen domme jongens. Ik heb er eentje gekend, die had vele boeken geschreven. Nooit uitgegeven, maar hij had een plankvol manuscripten. Aan het eind van zijn leven heeft hij daar een vreugdevuur van gestookt in de tuin. Uiterst diepzinnig.

Het mobieltje van Hoekstra ging over. Hij keek en zei: - Het is Lia. Nou hoop ik toch niet dat Wieger ook dood is. Een jaar geleden ging het al niet zo goed. Meer dan een jaar.

Hij nam niet op en zei: - Ik durf niet. Het zou zomaar kunnen.

 


© Jaap Ferwerda

Uit ‘Herenleven’ waarin Jaap Ferwerda columns gebundeld heeft over de heren Hoekstra en Van der Veen, 70-ers, vrienden, die elkaar echter nog steeds met u aanspreken, omdat hoffelijkheid een barricade vormt tegen onmin. Zij wonen in verschillende plaatsen, vermoedelijk in Friesland, en zijn vaak bij elkaar op bezoek. Van een liefdesrelatie is geen sprake.


Jaap Ferwerda, gepensioneerd leraar Engels en CKV, getrouwd, twee zoons, vier kleindochters. Heeft gewerkt in Amsterdam, Beverwijk en Leeuwarden en woont sinds een jaar of vijf in Arnhem. Schrijft korte verhalen en gedichten, waarmee hij in schrijfwedstrijden af en toe wat wint. Verhalen en gedichten zijn gepubliceerd in De Tweede Ronde en Tirade (enkele daarvan zijn te lezen op DBNL), Gierik/NVT en Gpunt. In eigen beheer gaf hij twee bundels korte verhalen en een bundel kwatrijnen uit. Stralende voorbeelden zijn Vestdijk, Van Zomeren, Rushdie, Grass, JC Powys, Vroman, Heaney, Rilke, of op andere dagen andere.


 


 

 


 

 

Geen opmerkingen: