maandag 20 februari 2023

Tussen Zadel en Zand (2/3) - Joris Denoo


Schroeiplek


Niet huilen, maar schrijven,
om wat voorbij is.

Niet later, maar nu,
die tijd in verzen vangen.

De dingen niet dwingen,
maar schikken en zingen.

Niet zeggen: tijd heelt,
maar toeslaan en dichten.

Schrijven is pijn herverdelen,
in achterklap van rijm.

Niet ongeremd, niet ongerijmd,
maar wonend in woorden.

Doodgewoon wonend en wachtend
op licht in het gedicht.

Tijd wijst uit.
Tijd wist weg.



Linkerhart


Zo één te schrijven: als een handschoen
over vingervlugheid, maar traag, traag.
Zeker van de koude daarbuiten
en dat het hier warmer moet blijven.

Zo één te drukken: eerlijk en durend,
ook al sneeuwt het vraagtekens.
Eén voor alle tijden, waar geen maat
op staat, een eeuwige afdrager.

Zo één die past op de leest
van gemoed, gewogen tot op de gram
en net niet te dicht bevonden
door al wie regelmatig leest.

Geef me die hand, dat gedicht.
Het moet als een huid over huiver
schuiven en bevatten wat niemand
kan zeggen of schrijven.

Het moet beklijven.
Een hand op een linkerhart.


Landschap


Laat het hierboven bol van leegte staan,
dit landschap waar ik naar verlang.
Laat het leeg van volheid zijn
en waterpas en wolken graag.

Niets mag dit verder nog ontsieren.
Hoogstens kap ik nog een luchtreis
uit mijn dromen weg voor later en diep
daaronder kam ik grassen tegendraads.

Ik heb een blind date met de tijd.
Het zien is onderhevig; het oog schiet
hier te kort. Geen vergrootglas, atlas
kunnen schier dit eiland aan.

Op deze aarde, deze blauwe plek


Erudiet


Stamboom die geworteld in het donker
luchtigheid in bladstilte verpakt, vertakt.
Soms het gelispel van belezen wind,
spraakgebrekkig als het weer leenroerig wordt.

Zo spiegelt hij zichzelf en zijn gemis
aan wat zijn wortel altijd wist:
dat vele blaren wel een boom bepalen,
maar bij ontstentenis niet echt ontbreken.

En dichter bij vergeten van wat was
krijgt een oud verhaal zijn verse glans.
Wit en onbeschreven wordt onbeschrijfelijk
groen in het geblader tussen regels


 © Joris Denoo

 
Joris Denoo, de man van miljarden flarden en tot voor kort Eerste stadsdichter van Torhout, wordt net als iedereen die van het gezegende en gelukzalige geboortejaar 1953 dateert, dit jaar … zeventig! Je zou het de man niet aangeven. Noch aan zijn lijfelijke conditie noch aan zijn literair werk ontbreekt en ontbeert het hem aan eeuwige gloed. Zijn gedichtencyclus “Tussen Zadel en Zand” (“een summiere bloemlezing uit de recentere poëzie van Joris Denoo – ook ter gelegenheid van zijn 70ste, oud maar niet out”) bestaat uit twaalf gedichten. De Schaal van Digther publiceert de cyclus gedurende 3 dagen in sessies van telkens vier gedichten.

Joris Denoo in Negen Webadressen:

https://novellen.jouwweb.be/
https://jorisdenoo.wordpress.com
https://vreselijkeverhalen.wordpress.com
http://romaneskeboeken.jouwweb.nl
http://plankenkoorts.jouwweb.nl
http://vreselijkeverhalen.jouwweb.be
https://biebjong.jouwweb.be
https://bozebuien.blogspot.com/
http://blog.seniorennet.be/vreselijkeverhalen





Geen opmerkingen: