Paradijselijke wortels vroegen geen beloning
om de kruin vol appeltjes te hangen. Dankzij
hoge takken kreeg de Schepper wind te horen,
zag Hij wuifplezier. De laagste takken reikten
naar piepjong gevogelte en uitgefloten zielen,
naar de kortgearmde fruitplukster en al te luie
lekkerbek; hij droomde van een houten ladder
uit de stam waarboven verre vruchten lonkten.
Door zo’n hemels ooft ontstonden klimaapjes,
gezonde tanden, zaadpithandel, bloesemwinst
van gaarden, apfelstrudel, cider, sproeistoffen
en bovenal laagstammigen voor hooggehakte
heksen. Met hun lingerie polijsten zij de schil
en krijsen: wie in appels bijt, krijgt gore schijt.
© Rik Dereeper
Dit gedicht van Rik Dereeper werd bekroond in de poëziewedstrijd
"Poëziepad van A tot Z". Het werd in het kader van het Poëziepad
dat de ouwe spoorwegbedding tussen Avelgem en Zwevegem verbindt,
geplaatst aan het oude station van Sint-Denijs en aldaar onthuld
op zondag 27 september 2020.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten