dinsdag 22 september 2020

Orgelbouwer - Cornelius van Alsum

Orgelbouwer

Dan verwijdert de assistent de eerste pin.
Compenius pakt zelf de pijpen in.
Ossen gaan vele venijnige mijlen ver op stap:
Als vorsten zich verbonden voelen, gebeurt dat.

En terwijl knechten kisten hieven
Blijft een kamerheer de laatste toetsen gadeslaan:
Het gepeupel zou – wanneer we sliepen
Hij raakt goedgemutst de kwasten van zijn sjerp aan.

Vanuit Wolfenbüttel trekt de groep op
Naar de koning van Denemarken, machtig en rond.
Die woont in een zelf ontworpen slot,
En schept met grote hand tol aan de Sont.

Zijn hofhouding heeft jicht en staart spoken aan.
Heel binnenkort valt iemand in Praag uit een raam.  


© Cornelius van Alsum


© Vertaling Romain John van de Maele


Orgelbauer


Dann löst der Assistent den ersten Zapfen.
Die Pfeifen hüllt Compenius selber ein.
So viele böse Meilen Ochsenstapfen:
Sind Fürsten sich gewogen, muß es sein.

Und während Knechte Kisten hieven,
Bewacht ein Kämmerling die letzten Tasten:
Der Pöbel würde – wenn wir schliefen ...
Und wohlig streicht er seine Schärpenquasten.

Von Wolfenbüttel zieht der Troß
Zum Dänenkönig, mächtig und rund.
Der wohnt im selbstentworfenen Schloß,
Schöpft reichlich aus dem Zoll am Sund.

Sein Hofstaat hat die Gicht und sieht Gespenster.
Sehr bald fällt wer in Prag aus einem Fenster.


Het gedicht werd gepubliceerd in oda – Ort der Augen 2/2017 en in Palmbaum 65 (2017)


Noot van de vertaler:

In de slotkapel van Frederiksborg (Hillerød), ten noordwesten van Kopenhagen, staat een or-gel dat in 1610 door Esaias Compenius (1560-1617) werd gebouwd voor Juli-us von Braunschweig-Lüneburg (1528-1589). Het orgel werd opgesteld in Schloss Hessen nabij Wolfenbüttel. Na de dood van de hertog heeft zijn weduwe, Elisabeth von Braunschweig (1573-1625), het orgel in 1616 aan haar broer, koning Christian IV van Denemarken (1577-1648), geschonken. De Deense koning liet het plaatsen in het slot Frederiksborg. In 1626, na de dood van de hertogin van Braunschweig-Lüneburg, namen de Denen actief deel aan de Dertigjarige Oorlog, ter ondersteuning van Christian von Braunschweig-Wolfenbüttel (1599-1626), die na de dood van zijn vader door zijn oom Christian IV werd opgevoed.

Frederiksborg is gebouwd in de jaren 1600–1620 in Vlaamse renaissancestijl. Aan de bouw en het ontwerp hebben onder anderen Hans van Steenwinckel de Oude en zijn zonen Hans II van Steenwinckel en Laurens II van Steenwinckel deelgenomen (D.F. Slothouwer, Bouwkunst der Nederlandsche renaissance in Denemarken, Amsterdam, P.N. van Kampen & Zoon, 1924, p. 89-119.)

Bij de vertaling van het sonnet werd zoveel mogelijk getracht het oorspronkelijke metrum te benaderen en het structureel belangrijke eindrijm te behouden, maar het was niet mogelijk het oorspronkelijke rijmschema helemaal te volgen. Er hebben klankverschuivingen plaatsgevon-den zonder dat de inhoud geweld werd aangedaan.


© Vertaling Romain John van de Maele

Geen opmerkingen: