Hoor je, vraagt hij, hoe een tak onder mijn gewicht breekt?
Ik kus wijn van zijn lippen omdat ik geen antwoord wil geven.
Hij schrijft mijn naam op een muur, tot de regen het krijt wegveegt.
Rolt over gras als een deegroller over deeg.
We vermaken ons zonder verstoppertje te spelen,
nemen dit uur mee als een warme steen.
Zonder elkaar aan te kijken breken we uit een pantser,
stappen verder met het late licht in de rug tot waar een uitzicht ons treft
en laten onszelf achter.
1 opmerking:
Een verademing na het lezen van al dat 'geweld' van de Gedichtenwedstrijd. Een gedicht met begin, midden en zacht uitdeinend einde. Een tekst en beelden die raken.
Groet
Eric Vdwgd.
Een reactie posten