Soms komt ze naar mijn kamer. Dan wil ik weggaan en toch blijven.
Wij zijn aders met hetzelfde bloed.
Draaiend om haar as, de armen uitgestrekt als een derwisj,
wuift ze me weg alsof ze een vlieg verjaagt..
Ongehavend lijkt ze wel van brons.
Geen bed ligt lekker als haar blik mij kruist en zegt:' ik ben hier niet, ik ben niet in je huis'
Ik kan niet slapen voor ik haar ontmasker.
Zij is het die mij achterliet, haar woorden hangen weerloos in de ruimte.
Ze fluistert dat de dood doorzichtig is en zoeter dan gebrande suiker,
ik weet niet wat echt is.
© Astrid Arns
Uit de duobundel ‘In welke vrouw ik leef’ van Jana en Astrid Arns die op 30/5/2021 in Sint-Amandsberg wordt voorgesteld.
Meer info via deze Facebook-bladzijde en dit Schaal van Digther-bericht
Geen opmerkingen:
Een reactie posten