maandag 1 juni 2020

Vijfentwintig redenen om eens een boek van Roobjee te lezen - Hendrik Carette

Wreedaardige personages krijgen gestalte op het doek,
terwijl kwetsbare verliezers door hem gered worden in een boek.

Isolde de Buck
*
Omdat ik graag alom en allerwegen beweer: Pjeroo Roobjee est mon peintre flamand préféré.
*
Omdat bij Roobjee een personage niet ademt, het personage asemt. Het beweegt niet, het bougeert.
*
Omdat de barokke taal van Roobjee uniek is. Het is een succulente sardonische taal vol van semiotische sedimenten uit onze onontgonnen taalmijnen.
*
Omdat hij beslist mijn meest excentrieke tijd- en generatiegenoot is. Niet omdat hij zich excentriek zou gedragen, maar omdat hij zo schrijft en schildert.
*
Omdat hij schrijft als een schilder; elk schilderij is als een kleurrijk verhaal en elke roman is als een panoramisch schilderij van 360 graden.
*
Omdat hij het historisch kasteel en het kasteeldomein van Poeke kent. Trouwens in 1971 maakte hij al een kleurrijk schilderij (olie op doek, 200x200cm) met de sarcastische titel: ‘Ik verlang dat mijn asse ruste aan de oevers van de Poekebeek, te midden der Poekenaren die ik zozeer heb liefgehad’.
*
Omdat hij bevriend was met Hugo Claus. Hoewel de vele lezers en bewonderaars van Claus vermoedelijk zelden ook nog een boek van Roobjee lezen.
*
Omdat Johan Sonneville, mijn eerste uitgever, al in 1973 een boek van Roobjee uitgaf. Onder de toen al zo merkwaardige titel Situaties, Projekten, Privileges en Zedelijke Verplichtingen.
*
Omdat de sardonische lach van deze auteur opstijgt uit al zijn geschriften (zelfs in redevoeringen en pamfletten) en de aandachtige lezer en sprakeloze luisteraar dan eenzaam en verlaten achterblijft in de stilte van de eenzaamheid.
*
Omdat al zijn lezers bij het lezen van zijn soms lange frasen of het luisteren naar zijn niet snel stokkende stem… zijne zeer lieven worden.
*
Omdat wij allen leugenaars zijn, ja ook Roobjee, maar omdat hij de waarheid liegt.
*
Omdat we toch niet almaar, altijd maar, een boek moeten lezen van André Klukhuhn.
*
Omdat het oor ook wat wil. U moet maar eens een pagina van Roobjee luidop lezen. Of in een zaal luisteren naar een door de Meester uitgesproken toespraak.
*
Omdat Dimitri Verhulst het ook wel weet: bij Roobjee raak je als op een roetsjbaan.
*
Omdat zijn taalgekte nog zo gek niet klinkt. Hij verbindt in zijn unieke taal op verrassende wijze het dialect van zijn spreektaal met een ironiserende retorische taal. Kortom, hij is een sprookspreker.
*
Omdat het schrijven van Roobjee een gelukkig schrijven is. Zie hiervoor het essay ‘Het gelukkige schrijven’ in het gelijknamige boek (Amsterdam: Querido, 2015) van de Nederlander Kees ’t Hart.
*
Omdat wie een boek van Roobjee begint te lezen zich niet snel zal vervelen, maar soms wel wat vermoeid zal raken door zoveel onverwachte woordenpracht.
*
Omdat Roobjee een kunstenaar is die volledig vrij is van nut en conventies en hij de wereld ziet op zijn manier en dus nooit zoals een andere kunstenaar die zou zien.
*
Omdat hij noch als schilder, noch als schrijver een charlatan kan zijn. De Braziliaanse schrijfster Clarice Lispector begon haar column ‘Charlatans’ in De ontdekking van de wereld (Amsterdam: De Arbeiderspers, 2016) als volgt: Een vriend van me zei dat we allemaal een charlatan in ons bergen. Ik was het met hem eens. Ik voel dat er in mij een charlatan op de loer ligt.’ Hoewel hij ons met zijn afbeeldingen van zijn Hitlers en andere exotische mensjes of monstertjes wel degelijk weet te choqueren om onze ogen te openen.
*
Omdat hij geen writers block heeft en geen stagnerende levensdrift.
*
Omdat hij wellicht mijn meest ondergewaardeerde kunstbroeder is.
*
Omdat hij (Roobjee) nu woont in Ellezelles in Henegouwen in Le pays des collines en we hier even kunnen luisteren naar het woord van de geniale Henri Michaux die heel veel heeft gereisd en ook ons land (le plat pays) zeer goed kende: ‘Dans un pays de plaines, traffic de collines. C’est la règle.
*
Omdat hij ons als auteur werkelijk iets te zeggen (vertellen) heeft. En dit ook herhaaldelijk doet en heeft gedaan.
*
Omdat Guinevere Claeys (in De Standaard van 25 juni van 2019 ) in haar gesprek met de Meester zulke mooie en waarachtige uitspraken uit zijn mond kon noteren. Slechts twee voorbeelden: ‘Een van mijn leermeesters aan de Academie was Pierre Vlerick, een man die in maatpak schilderde. Hij gaf mij de cruciale raad om orde te handhaven. Alleen zo zou ik de ideeënchaos in mijn hoofd de baas kunnen, alleen overzicht zou mijn woede kunnen leiden, zou voorkomen dat de beeldenstroom verdampt.’ En het tweede niet minder goede voorbeeld: ‘De beste definitie van een kunstenaar blijft deze: iemand die alleen in een klein kamertje kan zitten.
*
Omdat Hoe crapuleus het licht op het tempermes (dat de verzameling van harten in scherven met kerven doorsnijdt) zijn belangrijkste boek is en dat dit boek op slechts 1000 exemplaren werd uitgegeven (Gent: Zebrastraat, 2007) en hij hier in dit landje waarschijnlijk helaas geen 1000 (duizend) lezers heeft.


© Hendrik Carette




Geen opmerkingen: