3.
Liever het zout van natte huid dan hese stembanden
bij nacht. Het smachten naar verlangen vraagt zo veel
als tomeloze hunker naar de glijval op het stramme,
hard bevroren water. Geen oevers, niets beschut.
De schroom nog jonger dan de blik van aarzeling.
Wind mij in windels, lief, en wind me op.
Omzwachtel mijn verzwikte enkels tot ik niet meer
rol, maar andermaal door dromen word geveld.
Vermalen trots. Verdomde ruis als beeldballast.
Verpletterd heb ik elke vinger die de deur ontsloot.
Vergrendeld wordt vooral de mond met synoniemen
voor verzoening. Rechtlijnig komt de opwinding, de
verontwaardiging. Geen vertrouwen is er nog, want
het lijkt op. De schijn is inderdaad verkleurd. Je heupen
doen alsof je danst, je bent verdroogd als een oud blad:
verlept in het vergiet van zekerheid, gescheurd, teloor.
© Philippe Cailliau
Uit de bundel ‘Tot de stenen wortel schieten’ die verschijnt bij Uitgeverij Kleinood & Grootzeer en die op zaterdag 24/9/2016 wordt voorgesteld in Oostende.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten