Nee! Opdat dit land geen lege doos zou zijn
maar een opstandig, rammelend kerkhof,
een plek om wijn te morsen, broederlijk
armen over schouders te slaan, demonen
uit de voorvaderlijke grond te stampen.
Nee! Omdat dit leven in de moederschoot,
deze bottende schandpaal, geen snelweg
naar de dood is, maar een feestkalender,
omdat we tussen de maaltijden bereid zijn
de kroonschatten van dit bestaan te dragen.
Nee! Omdat waarde schuilt in het woord
van het orakel en in de adem van de zee
die meeuwen en molenwieken vaart geeft,
nooit in de tijdelijke wetten van tirannen
of in het dragen van gestreken uniformen.
Nee! Opdat dit Hellas geen staat zou zijn
van onderdrukten, enkel van de goden
een overwogen handdruk in het blauwe
afwassop van Europa, een halsketting
van aaneengeregen eilandgedachten.
Nee! Omdat grenzen denkbeeldig zijn,
we allen drieste Bulgaren zijn in de harten
van Australiërs, argonauten en nomaden
langs de paden van het wildvee, met hoop
in de harten, op zoek naar oorsprong.
Nee! Opdat je altijd één van ons zou zijn,
iedereen je naam zou dragen: Vrijheid.
© Frédéric Leroy
Geschreven in 2005, nu exact 10 (!!!) jaar geleden
Frédéric Leroy, "Gedichten", 2005, Uitgeverij De Contrabas, p.26)
In de Digther-rubriek:"Heropgefrist".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten