Het verdict viel op 9 december 2017 toen de voltallige jury, na lange uren van beraadslaging, tot een besluit moest komen. Uiteindelijk kreeg de Nederlandse Bianca Boer (1976) de hoogste score met het gedicht:
Laatst, in de ochtend
Toen wij de enigen waren die op de fiets diagonaal over het plein sjeesden,
zat hij achterop bij mij. Je deed je armen wijd, je was een vliegtuig
en we scheerden rakelings langs fluisterzachte vuilniswagens.
Toen wij die ochtend aan de overkant van het plein kwamen, zagen we
dat er zakken vol blauw aan de straat stonden. Daarin de restjes dag
die van de ramen gelekt waren. Geen enkel etmaal past precies.
Ergens wisten wij natuurlijk dat het niet voor ons bestemd kon zijn
maar jij wilde zo graag even stoppen. “Toe nou mama…” zei je,
en ik deed het en niemand keek en het stond daar maar te staan
in zakken, blauw aan de rand van het plein, al die snippers dag.
Dit is de stad, de slapende stad, de gapende stad, de ontwakende stad.
Mag je meenemen wat niet van jou is? Ik vulde mijn fietstassen
omdat ik moeder ben. Die flarden komen nog goed van pas als je
vleugels laat groeien en je ergens in zal storten. Wees er zuinig op.
We hebben nu tijd genoeg om van elkaar te houden.
Wij zijn niet meer alleen op het plein als de zon opkomt en alles verbleekt.
Daar zijn ook de vuilnismannen, op hun hielen gezet door de wagen
waarin, “Zie je dat mama?”, één voor één de zakken verdwijnen.
© Bianca Boer
Bianca Boer debuteerde in 2007 met de verhalenbundel Troost en de geur van koffie. In 2010 publiceerde ze de dichtbundel Vliegen en andere vogels en eind 2017 verscheen Auch das ist Geschichte, Ein poetischer Dialog in Briefen, waarin ze met de twee Duitse dichters Ellen Widmaier en Katharina Bauer van gedachten wisselt over kunst, schrijven en literatuur. In 2018 wordt van Bianca Boer de roman Draaidagen verwacht.
De tweede prijs ging naar Paul Vincent met :
noordnoordoost
in de verte van jouw landschap
loopt zonder twijfel
nog een rendier rond
met mijn ballon
tussen de takken
van het gewei
ik heb een zusje van zes
ze doet zo vervelend
onze ouders zijn al weken zoek
niemand minder dan jij
die het kaartje vinden mag
met mijn speelpleinadres
als ik win van de kinderen hier
krijg je de bijna mooiste knikker
in mijn linkerhand bewaard
zus heeft de mega blinker
in haar brooddoos verstopt
ze ziet zo wit
als het gras van lapland
de ballon mag je houden
het gas is om te lachen
© Paul Vincent
Astrid Arns (1960) bekoorde als derde laureaat de jury met :
Doorzichtig
Wij liepen het dorp in, mijn dochter en ik
Haar jurk zo dun dat het licht er door heen scheen.
Ze nam een woord in haar mond.
Keek naar iemand die achter mij stond alsof ik doorzichtig was.
Om ons heen rook de lucht naar zwavel en bomen.
Nog even, dacht ik, en dan word ik uitgewist.
Ik keek naar haar rug toen zij wegging, het zwart in zich sloot.
De lucht scheurde toen ik haar riep.
Zij hoorde een uil in de verte.
© Astrid Arns
Naast de drie hoofdprijzen gingen er nog bloemen en eervolle vermeldingen naar :
Anna de Bruyckere - Als je een ander
Cora de Vos - Kweekzalm
Steven Grauwmans - Het kind
Veerle Neyens - Nacht
Vera Steenput - Fatwa voor een fietsendief
Hein van der Schoot - Hoe te leven
Geert Viaene - GHURRRUUSSSHH GHURRRUUSSSHH GHURRRUUSSSHH
Naar goeie traditie publiceert de stad Oostende een kleurrijke bundel met alle geselecteerde gedichten. Deze keer is de publicatie verrijkt met een fotoreportage van Arne Deboosere. De beelden die de fotograaf bij de gedichten selecteerde, bewijzen zijn voorkeur voor rauw- en grauwheid en grijstinten die volgens hem de gedichten het meest recht doen. De publicatie kost 5 euro en kan bekomen worden na een telefoontje naar de Dienst Cultuur van de Stad Oostende (059 25 88 20).
Veel leesgenot !
© Frank Decerf
Noot: Eerder verschenen op de Schaal van Digther gedichten van Astrid Arns, Geert Viaene en Steven Graauwmans.
Winnaars en genomineerden - Poëzieprijs Stad Oostende 2017-2018 |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten