Twaalf bijzondere
Nederlandstalige boeken van het rampenjaar 2023
Elke maand minstens één uitzonderlijk
goed boek.
1. Vlaanderens
waanzinnigste eeuw 1297-1385, Joren
Vermeersch, Gent:
Borgerhofff& Lamberigts, een meesterwerk van een
historicus en jurist die kan schrijven en vertellen als een literair
genie. Zijn verslag van o.m. de bloederige Guldensporenslag in 1302 is een
kleurrijk en waarachtig lectuuravontuur. Ook de opstand van de boerenrebel
Niklaas Zannekin is zeer leesbaar en sleept de lezer mee 's avonds mee tot in de
nacht.
2. Mens
worden is een kunst, vier
etudes van Rob Riemen, Amsterdam:
- Polak & Van Gennep. Riemen is de stichter van het Nexus
instituut en hoofdredacteur van het gelijknamige merkwaardige culturele en
filosofische tijdschrift in boekvorm dat al sinds 1991 verschijnt.
3. Dat
alles ben ik, gedichten
van Friedrich Nietzsche, Groningen: Historische Uitgeverij,
samengesteld, vertaald & toegelicht door Ard Posthuma met een
inleiding van Piet Gerbrandy en essays van Martine Prange en Mariëtte
Willemsen. Wie dacht dat Nietzsche enkel een filosoof en een linguïst was,
vergist zich schromelijk want hij was ook nog een soms duistere en zeer
hysterische Duitse dichter.
4. De
Reynaert, Leven
met een middeleeuws meesterwerk, Frits van Oostrom, Amsterdam:
Prometheus. Alles over van den vos Reynaerde en onze middeleeuwen door
deze geleerde met de historische teksteditie en een rood leeslint. Of een
meesterlijk boek over een meesterwerk door een grootmeester.
5. Het
is een vlakte waar geen moeders wonen, op zoek naar Maurice Gilliams, door Hans Kleiss, uitgegeven
in eigen beheer met aan de voorzijde een tekening van de dichter Gilliams
door Antoon Marstboom en diverse foto's en documenten. Beter dan een
biografie want geschreven door een ware
liefhebber die heel veel heeft opgegraven en gevonden.
6. Alles onder de hemel, Ferdinand Verbiest en de ontdekking van China, Veerle de Vos, Kalmthout: Pelckmans. Bijna een ode aan de jezuïeten die zowel in Japan als in China actief waren. Een levenswerk. Of hoe een West-Vlaming van Pittem naar Peking reisde. Ook een goed leesboek voor ongelovigen, heidenen of protestanten.
7. Elk
woord ging ademhalen. Het
leven van de dichter Martinus Nijhoff door Bart Slijper die hier
als biograaf niet aan zijn proefstuk is over deze magnifieke modernist.
Amsterdam : Prometheus. Nijhoff is trouwens de dichter van o.m. de
beroemde sonnetten 'De moeder de vrouw' dat als volgt begint: “Ik ging
naar Bommel om de brug te zien.” en het sonnet 'Impasse'. Hij is ook de
dichter van de dichtbundel Awater (1934) dat doet denken aan
de titel van het gelijknamige poëzietijdschrift dat in Nijmegen wordt
uitgegeven door het Poëziecentrum van
Nederland en dat in 2002 werd opgericht door niemand minder dan
Gerrit Komrij.
8. Waarheidsliefde
en biefstuk. Essays
over lezen en schrijven van Arnon Grunberg. Amsterdam : Nijgh & Van Ditmar.
Deze onvermoeibare auteur die in New York woont is
een duivelskunstenaar die al veel heeft geschreven en gelezen en over alles en allen een uitgesproken mening heeft.
9. Balts,
dertiende dichtbundel
van Luuk Gruwez, Amsterdam: De Arbeiderspers,de
dichter van Vuile manieren (1994) en Wijvenheide (2012) is
allang geen zeemzoete neo-romanticus meer, maar een nuchtere ironicus die
soms sarcastisch wordt en toch altijd lyrisch blijft en niet zonder humor
schrijft en wrijft. Zijn gedichten 'De boeren boeren' en 'Psalm voor
afvalligen' konden mij zeker overtuigen van zijn toverachtige
taalkracht.
10. Austerlitz-Parijs-Alaska
is de titel van de
nagelaten verhalen of postuum uitgegeven verhalen door uitgeverij Brooklyn
(www.uitgeverijbrooklyn.nl) van Jacob Maarten Arend
Biesheuvel die in 2020 in Leiden overleed. Dit boek bevat dus
unieke, zeer geestige en soms erg aangrijpende verhalen van deze
onnavolgbare rasverteller. De inleiders en samenstellers Ruud Roodhorst en
Erik de Bruin schreven een inleiding 'Bies' schaduwoeuvre' die als volgt
begint: “Als we Maarten Biesheuvel op zijn woord mogen vertrouwen, en er
zijn voldoende redenen om dat vooral niet te doen, zijn de verhalen die
hij in zijn ruim vijftigjarige literaire loopbaan bijeen schreef slechts
het topje van de ijsberg.”
11. Het
voorland, nieuwe
dichtbundel van Herman Leenders, Amsterdam : De Arbeiderspers. Deze
schijnbaar eenvoudige meestal korte gedichten lijken soms wat al te
simpel, maar bij herhaalde herlezing blijkt dat het sublieme en het
subtiele van zijn gedichten wel degelijk vanuit het aardse oppervlak
opborrelt;. De cyclus van tien Romeins genummerde gedichten 'De velden van
rouw en verdriet' is een echte rouwcyclus die al het anekdotische
ontstijgt.
12. Oostende in de belle époque, ondertitel:
'Het zwierige tijdperk van Ensor', door Kurt van Eeghem, Kalmthout:
Pelckmans Uitgevers. Deze zwierige causeur maakte een schitterende ode aan
de stad Oostende en één van haar unieke bewoners; de excentrieke
kunstschilder, muziekcomponist en carnavalist James Ensor die zo graag
flaneerde op de dijk van deze badstad waar geen zinkgaten in de straten
waren. En voor wie nog mocht twijfelen; Oostende is en was trouwens lange
jaren één der mooiste en meest aantrekkelijke steden van dit land. En
zelfs de geschiedenis van deze stad aan de Noordzee met het Beleg van
Oostende dat duurde van 1601 tot en met 1604 maakt deze ooit zo mondaine
stad ook tot een rebelse geuzenstad.
P.S. : en voor de gevorderden onder ons zijn er nog vier zeer merkwaardige boeken: Afscheid van de handkus van mijn goede collega Benno Barnard (Atlas/Contact), Frans en toch Vlaams van de onvermoeibare Frans-Vlaming Wido Bourel (Uitgeverij Ertsberg), Onder een andere hemel (Uitgeverij Prometheus) van Joke J Hermsen, de mooiste schrijfster van Nederland, en ten slotte het Handboek over H.C. Ten Berge, één van onze grootste dichters (PoëzieCentrum) met essays van eminente deskundigen als Piet Gerbrandy, Cyrille Offermans, Jooris van Hulle en Gerrit Jan Zwier.
© Hendrik Carette
Schaarbeek, januari 2024