Pagina's

vrijdag 23 juli 2021

Weg met het geheimschrift. Leve het geheim!

Leesnotities bij ‘Waar is mijn hoed?’ van Johan Wambacq.
Recensie: Paul Rigolle


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Waar is mijn hoed?’ is de titel van de recentste dichtbundel van Johan Wambacq. De bundel bevat een selectie van de gedichten die de dichter schreef in de periode 2012-2014. Johan Wambacq (1950), in de jaren tachtig mede-oprichter van het theatertijdschrift Etcetera en daar ook een tijdlang hoofdredacteur van, heeft - zover hij zich dat kan herinneren - altijd al gedichten geschreven. Maar met publiceren begon hij pas toen in het jaar 2004 een aantal gedichten van hem ‘aanvaard en goed bevonden’ werden voor publicatie in Het Liegend Konijn.

De nieuwe bundel is verschenen bij Uitgeverij Fluxenberg, een zo goed als gloednieuw en erg sympathiek ogend uitgavenproject waarbij Wambacq samen met collega-dichter Jan Ducheyne, bekend van ‘de Sprekende Ezels', en mede-teksten-en-theaterman Bernard Van Eeghem van nabij betrokken is.

Johan Wambacq die ons sinds jaar en dag maandelijks verblijdt met ‘Coupletten’, een gesmaakte nieuwsbrief, debuteerde in 2016 als dichter in boekvorm met ‘Seks, mystiek & urbanisatie’. Het was een lijvig debuut waarover onder meer Maria Barnas zeer te spreken was. In de Volkskrant maakte ze toen gewag van “gedichten die stralen van het aanstekelijk leesplezier, springplanken naar een onvermoede wereld”. Wel kijk, in zijn nieuwe bundel doet Johan Wambacq dit kunststukje lichtvoetig en met bravoure nog ’s over. En dat is wie het werk kent van Wambacq helemaal niet onverwacht. “Waar is mijn hoed?” is een bundel die vanaf het eerste, tevens titelgedicht een glimlach van milde herkenning (of juist niet) op het gezicht van de lezer tovert.


Waar is mijn hoed?

Alle land is buitenland,
iedereen is allochtoon,
polyfoon en dissonant.

We zijn vlees en water,
pis en bloed.

Ik wil naar buiten, maar
waar is mijn hoed?


Met dit eerste gedicht is meteen de toon gezet. Je monkelt wat af bij de gedichten van Johan Wambacq. Al vroeg in de bundel komt hij in het derde gedicht van de titelcyclus tot de vaststelling:

Soms heb ik het gevoel:
mijn hoofd staat naar een hoed,
sterker nog: ik wil een hoed,
hoewel ik van nature zonder
door het leven ga.

In de volgende cyclus ‘Letterzetter’ koppelt hij luciditeit aan vormvastheid. In vijf korte gedichten fixeert hij met de nodige ironie, die veelvuldig en in laagjes doorheen de hele bundel stroomt en zindert, de dichterlijke staat en status waarin de dichter als ‘letterzetter’ verkeert.


De dichter wordt prozaïsch

De werkwoorden zijn
verbogen , de tijden
gekend, geen taal of
ze is gelogen, geen feit
of het wordt ontkend.

De blinde kijkt het aan
met argusogen, de dove
stemt zijn instrument,
de dichter wordt prozaïsch
afgezogen
in een goedkope
hoerentent


In de volgende cyclus ‘Dwalen’ gaat hij achtereenvolgens met God, een theoloog en ondermeer een aantal muzikanten op pad maar staat in ‘Tjielp’ uiteindelijk met al zijn zelven in een lege kerk. Het onzekerheidsprincipe mag hem in zijn gedichten best wel beroeren:

En ik weet: nergens en traag,
dus doe mij maar onzekerheid
als principe, voor alle zekerheid
geserveerd met een glas wijn

In de reeks ‘Aspirant’ doet de dichter zich tegoed aan de liefde die er ook bij Wambacq geregeld ‘lenig’ en ‘ademloos’ bijloopt en -ligt. Van de geliefde leest hij haar brille en haar braille (Litteken), wil bij haar gewoon bloot zijn en beginnen (Iets wohltemperierts), luistert zich ademloos, kust haar de wereld in en hoopt vooral ‘dat ik dan een laatste stuk/mag spelen/ iets in d-klein/en spelenderwijs verdwijn’ (Iets in d-klein).

In de afsluitende cycli ‘Het uitkijkschavotje’ en ‘Gemurmel’ wandelt de dichter het landschap in en kijkt naar de stad en de wereld die in rep en roer staat. In ‘Portret van de dichter als ouder wordende man’ stelt hij een beetje abrupt zijn eigen ‘vermist zijn’ vast, verdwenen via een gat in de taal.

In het allerlaatste gedicht uit de bundel ‘Flaptekst’ vat hij het allemaal nog ’s knap en kundig, én verblijdend voor ons samen:


Flaptekst

Gedichten als kortverhalen.
Weg met het geheimschrift!
Leve het geheim!

Leve de al dan niet
op rijm gestelde
bijsluiter.


Johan Wambacq heeft slechts deze zes verzen nodig om zijn poëtisch kunnen voor ons neer te zetten.

Voor het soort gedichten in ‘Waar is mijn hoed’ is het recensentenpredikaat lichtvoetig uitgevonden. Maar laten we ons niet vergissen. Waar is mijn hoed? Is veel meer dan een verzameling vlot-leesbare en toegankelijke gedichten. De toon van Wambacq is persoonlijk en af en toe eigengereid filosofisch van aard. In al hun helderheid en directe zeggingskracht herbergen de gedichten een flukse geut ironie en wijsheid die je niet altijd in die mooie mate aantreft in dichtbundels. Dit is intelligente, kwikzilveren poëzie van en met filosfische inslag die heel regelmatig aan een gedicht een dosis onweerstaanbaarheid verschaft.

Light verse is en blijft een verraderlijke vorm voor het bedrijven van poëzie. Voor je het weet wordt je weggezet als ‘plezierdichter’, alsof daar tussen haakjes iets aan zou mankeren… Het zal Johan Wambacq alvast een zorg zijn.

Waar is mijn hoed?’ is gewoon een uitstekende bundel. Ik hoop dat Johan Wambacq nog lang op poëtische wijze mag blijven zoeken naar zijn hoed. En Fluxenberg wens ik het lange leven. Dat heeft dit bijzondere uitgavenprojekt alleen al verdiend met de uitgave van deze mooie, persoonlijke en heel mooi vormgegeven dichtbundel.
 

Recensie: Paul Rigolle


Johan Wambacq, Waar is mijn hoed? Fluxenberg, Wolvertem, 2020, 84 blz., € 18,00. ISBN 9789464070101
 
Extern:
Johan Wambacq verzamelt werk. Thuissite.
Thuissite Uitgeverij Fluxenberg
Publicaties Fluxenberg

Fluxenberg: Avontuurlijke uitgeverij uit Brussel  

Bij Fluxenberg is er ondertussen ook al nieuw werk verschenen van Dirk Elst, Bruno Neuville en van Jan Ducheyne en Simon Van Buyten.

Noot vanwege Johan Wambacq over ‘Coupletten’ zijn maandelijkse nieuwsbrief: Elke maand een gedicht en enkele pentimenti in uw mailbox? Jawel, dat kan! Stuur een mailtje naar info@johanwambacq.be (met de melding 'coupletten') en het wonder zal zich aan u voltrekken, geheel gratis en met alle respect voor uw privacy. 

Leve de poëzie! 

 


zondag 18 juli 2021

Poëziewedstrijd van de Stad Harelbeke-Editie 2022

De jaarlijkse poëzieprijs van de Stad Harelbeke is in 2022 aan haar 43° (!) editie toe. Stuur uiterlijk op zondag 7 november 2021 een tot drie gedichten in! Het onderwerp is helemaal vrij. Jury: Philip Hoorne, Sylvie Marie en Maarten Inghels (die Herman Leenders vervangt). Prijsuitreiking tijdens de Dag van het Woord op zaterdag 5 februari 2022 om 10:00 uur in Harelbeke.

Alle info en het volledige reglement:
https://www.cchetspoor.be/poeziewedstrijd

Ook van ons en vanuit onze Digtherlijke residenties: Véél succes!




 

 

 

 

 

 

 

(P.R.)



woensdag 14 juli 2021

Emil(i)e - Miel Vanstreels

Ik fiets naar het graf
van mijn grootvader

om de geboorte
van mijn kleindochter
te melden,

ze wordt genoemd
naar mij zoals ik
naar hem,

ik fiets voorwaar
drie eeuwen
aan elkaar


©Miel Vanstreels





dinsdag 6 juli 2021

Daar is 'De Veerman' - literair e-tijdschrift

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We hadden én hebben al het veelzijdige “Roer” (een ware Vrijhaven in het land van de poëzie), en nu is er al in even vriendelijk en aansluitend vaarwater het nieuwe e-literair tijdschrift “De Veerman”. Het e-zine dat ontstaan is onder impuls van Romain John van de Maele zal drie keer per jaar en enkel in pdf-versie verschijnen. In die optiek is het intiatief een beetje vergelijkbaar met “De Vallei” van François Vemeulen, nog zo’n sterkhouder in het Vlaams literaire e-landschap, al is De Vallei inmiddels wél al aan jaargang 11 toe!!! 

Uit het eerste editoraal van 'De Veerman' (Driemaal is scheepsrecht): 

Drie maal per jaar neemt De veerman je gratis mee naar de verschillende kusten aan de rand van het verzwolgen Doggerland. Na elke overtocht ontdek je nieuwe kunst en nieuwe literaire bijdragen uit West- en Noord-Europa. Soms worden de teksten in meer dan één taal opgenomen, soms alleen in de oorspronkelijke taal. De bedoeling van het tijdschrift is kunst en literatuur uit andere taalgebieden toegankelijker te maken. Er zal teruggeblikt worden en er komen ook nieuwe talenten aan bod.” 

Het eerste nummer van ‘De Veerman’ is intussen verschenen. Het bevat onder meer bijdragen (en vertalingen van werk) van Jo Gisekin, Christina Guirlande, Marleen de Crée, Alexandra Bernhardt, Emily Brontë, Maureen Boyle, Paul Rigolle, Staf Rummens, Gustaf Munch-Petersen, Leo Gillessen, Gustav Wied en August Strindberg. 

Er is en er zal ook veel aandacht zijn voor visuele kunst en digitale collages. Die is er in het eerste nummer van Jan Vanriet, François Vermeulen en Stinne Boye. 

Wie in de toekomst de volgende nummers in de mailbox wil krijgen, stuurt onverwijld een mailtje naar romain.vandemaele@gmail.com.

Extern:
De Veerman - Thuissite
Driemaal is scheepsrecht
Roer.Land
De Vallei

#DeVeerman #RoerLand #DeVallei #RomainJohnvandeMaele

(Paul Rigolle) 


maandag 5 juli 2021

Sneakers - Hendrik Carette

Niemand keuvelt nog; iedereen chat.
Niemand loopt nog langzaam en waardig.
Iedereen draaft als een runner.
En niemand loopt nog het vuur
uit zijn sloffen
maar beweegt zich
sluipend als een gluiperd
met modieus lelijk en goedkoop schoeisel
uit China waar niemand nog iemand is.


© Hendrik Carette





zaterdag 3 juli 2021

Leerdicht over boeken - Alain Delmotte

Voor Jan Van Herreweghe

1.

Boeken, ze zijn je reisgidsen in de taal.

De geheimplaatsen voor je opvattingen en je geweten.

Al kom je met dat laatste nooit in het reine – net vanwege van die boeken.


2.
Alles waar je je van bewust bent dat het geen steek houdt. Alles waarmee je voor altijd in het ongewisse blijft.

Aan je boeken heb je dat te danken.


3.
Je hebt licht nodig om ze te kunnen lezen. Vroeg of laat worden ze voor wie ze lazen lichtgevend.

Zelfs die waarin de meest sombere verhalen zijn ondergedoken.

Ze wekken zinnelijkheid in je op. Of ze zijn zuurstof voor je melancholie.

Sommige staan garant voor je zwartste gedachten.


4.
Hoe ordentelijk ze ook gerangschikt staan, hun chaos is onoverzichtelijk. Hun opstelling is een wanhoopsdaad.


5.
Een boek kan uitsluitend in meervoudsvorm: boeken.

Met hun enkelvoud spreken ze elkaar tegen, gaan ze tekeer, vechten ze het met hun vermeende betekenissen uit.

Hun meervoud is je leven.


6.
Een boekenkast is een wijnkelder.
Je leest met volle teugen.
Een boek is elke dag jouw dosis dronkenschap.


7.
Wees op de hoede voor lezers!

Er valt niet met hen samen te leven. Het stilzwijgen dat hen omgeeft is niet uit te houden: ze provoceren ermee, dringen er scherp mee door je heen.

Hun verstomming is een aanslag op het lawaai.

Lezen is binnensmonds schreeuwen tegen.

8.
Bij het dichtslaan van het boek lijkt het alsof de woorden zijn verdwenen. Alsof ze je niets hebben gezegd, het voor zich hebben gehouden, het voor zich willen houden.

Maar ze fluisteren verder in wat de slaap je voort zal brengen. In wat je morgen uit zult spreken.


© Alain Delmotte



Alain Delmotte schreef dit leerdicht n.a.v. het professioneel afscheid van boekenman par excellence, Jan 'Bib' Van Herreweghe, gisteren in Harelbeke.

vrijdag 2 juli 2021

Jan 'Bib' Van Herreweghe: vier volle decennia gekleurd door het boek

De zegeningen van het boekenschap













Allemaal laten we sporen en spoortjes na. Gelukkig maar! Woorden, beelden, herinneringen…  Sensaties, zieleroerselen… We zijn een vat dat vol verzameld wordt.

Maar toch is het na verloop van tijd duidelijk dat de een wat meer nalaat - en zal nalaten - dan de andere. Een man die van ons bij het achteruitkijken overduidelijk tot de voorgaande vaststelling mag komen is Jan ‘Bib’ Van Herreweghe, sinds jaar en dag bibliothecaris van het boekenparadijs dat de Bib van Harelbeke onder zijn leiding geworden is. Expo’s, lezingen, boekvoorstellingen, vernissages, leesbijeenkomsten met auteurs … Talloos zijn de activiteiten die in Harelbeke op zijn initiatief het boeken-daglicht zagen. Maar ook als schrijver zal Jan niet zomaar voorbijgaan. Jan Van Herreweghe is en blijft immers de auteur van een fascinerende en nu al meer dan tien delen tellende boekencyclus “Het menselijk tekort bij een teveel aan papier”.

En kijk, zo gaat het met het voortschrijden (en voortschrijven) van de tijd. Inmiddels en plotseling zijn er alweer vier decennia aan ons en aan Jan voorbijgetrokken. Met de finissage vanavond van de laatste tentoonstelling die hij heeft opgezet “Het boek in de kunst en de kitsch” komt in de Bib ook een einde aan het professionele leven van Jan. Met een orgelpunt! Dat moet en wordt vanzelfsprekend gevierd! 

Volgens Jan, die zo’n 150 boeken per jaar verslindt, zijn er slechts drie middelen om de boekenziekte enigszins te lijf te gaan: er over lezen, er over schrijven en … een groter huis kopen of verbouwen. Wij wensen hem heel veel plezier met al zijn verdere activiteiten.

Het zal even wennen worden om Jan er niet eeuwig en altijd tegen het lijf te mogen lopen maar wees maar zeker, in de Harelbeekse Bib, staan zijn opvolgers klaar om zijn levenswerk keurig voort te zetten. Helemaal in de lijn van de gedrevenheid en de passionele boekenspirit van wat Jan Bib zo uniek maakte. En maakt! 

Het avontuur houdt nooit op!

Extern:
Finissage: 'Het boek in de kunst en de kitsch'
Website Jan Bib
Bib Harelbeke










(Paul Rigolle)