Pagina's

donderdag 19 maart 2020

O Corona - Hendrik Carette

Al het leed der mensen spruit hieruit voort, dat zij niet rustig in hun kamer kunnen blijven.
Blaise Pascal

Corona is een leenwoord uit het Latijn en In mijn woordenboek
der Latijnsche taal (het is een oud, zeer oud boek van J. Terpstra; in 1858 uitgegeven te Utrecht door C. Van der Post en het is of was ten gebruike der Latijnsche scholen in het Nederduitsch overgebragt) zocht ik naar de betekenis van het Latijnse woord corona. Want dankzij de goede Ouden en ook onze latinist en grote graecus Desiderius Erasmus weten we en beseffen we maar al te goed dat de betekenis en de wortels van vele zo niet al onze woorden een oorsprong vinden in het Latijn en het Grieks.

En ziehier wat dit oude woordenboek mij vertelt:

1) in ’t alg. Iets dat naar een krans gelijkt, een rond, eene aanronding; 
2) eene krans; 
3) de kroon ; 
4) omsingeling , blokkering. 

Vooral deze vierde en laatste verwijzing is hier relevant en belangrijk want door deze hele coronavirus lijken wij wel omsingeld of geblokkeerd door deze wereldwijde catastrofe of calamiteit.

Toch vind ik ook dat we als Europeanen voor onze kerstvakanties veel te ver en te vaak zomaar reizen naar Thailand en Turkije of naar Tibet en Taiwan. Maar wat voor mij veel erger is: Ik kan vandaag niet naar mijn stamkroeg met bovendien ook nog die wel zeer passende en ironische naam Le petit Liberty om aldaar aan een heerlijk kopje koffie te nippen of om gulzig en gretig een groot glas met zwaar schuimend bier te proeven.

En om het nog erger te maken is het vandaag ook nog eens een fris maar mooi lenteweertje. Maar de terrassen van de biertempels en de koffiehuizen zijn alom en allerwegen gesloten door deze epidemie.
Ook in Sluis, Hulst, Eindhoven en Maastricht want ik ben een Heel-Nederlander. Wat moet ik nu dringend en dwingend doen? Ik zal zo lang en zo vaak als mogelijk rustig thuis blijven. En verder leven volgens de raadgeving van het Franse genie Blaise Pascal die zeker geen gewone denker was maar een grote wiskundige, een uitvinder en een zeer vrome katholieke denker (en zeker een geestverwant van onze Ieperse bisschop Jansenius) en een godgeleerde die in zijn beroemde boek met zijn gedachten (Pensées) in de zeventiende eeuw ons de raad gaf om onze kamers of onze cellen (voor de monniken en de gevangenen onder ons!) niet te verlaten zoals in het citaat dat hier boven staat.

© Hendrik Carette


Geen opmerkingen:

Een reactie posten