Inleiding bij Liefde is een ander land
De nieuwe dichtbundel van Maarten - Liefde is een ander land - valt alweer op door de vernuftige compositie: een Partita van gedichten in plaats van dansen. De hoofdtoon is in mineur en bepaalt de sfeer van de zeven cycli die, telkens met een gewijzigd perspectief, met veel zeggingskracht en weinig woorden een ingetogen levensgevoel in kaart brengen.
In de eerste cyclus, gericht aan iemand die hem na aan het hart ligt, komt al meteen in het gedicht Hinkelen de taal ter sprake: Tussen de woorden loert het niets... Het verleden is onafscheidelijk van het heden; het dringt zich op als een motief dat overal opschiet als wild kruid: Ik kom alleen maar doden tegen... Als tegenwicht verschijnen in de volgende cyclus, Jongens op één been. De bekentenis dat hij niet kan genezen van Rimbaud leidt naar een Hinkelspel, een metafoor voor het leven. Wat daarop nog zal volgen, namelijk het gedicht Pikhouweel, verwijst naar een mystieke geestesgesteldheid:
PIKHOUWEEL
Ik ben bang voor de man
In het koren heeft-ie lang gelegen
Soms met een pikhouweel
(Er is altijd een leegte)
Maar ik kom als hij spreekt
Als een mis is mijn lichaam ingedeeld
(Ik kan het ook niet helpen)
Hem drinken moet ik om aan te sterken
Geen wonder dat deze thematiek tot een uitzonderlijk ondubbelzinnig slotsom zal voeren:
KRUIS
Ik ben zozeer met God besmet
dat het met bloed is dat ik denk en schrijf
(Ik hang weer aan zijn kruis)
Hij is het lichaam van de wereld
Met al mijn zintuigen wil ik betekenen
Niet met een letter
Drie daaropvolgende gedichten bevestigen die tendens met als conclusie: God komt achteraf. Na Triptiek voor Lucienne, die aan mij is opgedragen, en waarin hij mijn vaderbinding alsook mijn schilderijen evoceert, in zijn typisch gefileerde zegging, brengt de cyclus Love Letters, opgedragen aan de dichter William Cliff, een ommekeer teweeg. Tot nu toe was de ander tegelijk een winst- en een verliespunt: iemand die hem vooral het besef bijbrengt hoe ontoereikend een alles omcirkelend maar vergeefs verlangen blijft. En zoals was te verwachten is juist deze liefde vanop afstand onverbeterlijk in haar platonische dimensie. Er schuilt niet de minste bitterheid in deze gedichten waarvan er een rechtstreeks in het Frans tot de ontvanger is gericht.
Onwel en Italiaans toerisme zorgen op een minder bevlogen manier voor afwisseling, met als afscheidsname het gedicht:
NASCHRIFT
Liefde is een ander land
Ik kan er niet heen
(Ik ben niet heel)
Met d’ oude Grieken wil ik spreken
en in mezelf gaan zitten
of op een punt nog verder weg
waar dieren spreken
De bundel eindigt met de cyclus Uitgewist, waarvan ik het tweede en allerlaatste gedicht tot slot nog wil voordragen. Het bevat een allusie op zijn plastisch werk.
POLDERZICHT
Dit landschap opdat ik
de hand zou kunnen leggen
op wat is Verf misschien
Zeer zeker kwelling in mijn polsgewricht
Opdat mijn hand zou kunnen weten
wat voor land een polder is
En dit alles op voorwaarde
dat ik die lange zin zou kunnen zeggen
waarin de polder en ik zichtbaar zijn
en toch uitgewist
© Lucienne Stassaert
Extern:
'Liefde is een ander land' bij Digther
Maarten Embrechts bij Digther
Geen opmerkingen:
Een reactie posten