Recensie Frank Decerf
De nieuwste dichtbundel van Maarten Inghels analyseert onze dagdagelijkse oefeningen; elke beweging elke bedenking en elke observatie vormt voor Inghels
een bron van inspiratie. De bundel begint met een reeks motto’s van bekende en belangrijke auteurs. De gedichten die de auteur ons serveert, verdeelt hij over de cycli: De openbare mens, Hymnen, De kunst van het verdwijnen, De grote slaap en Icarus. In het woordgebruik wil hij niet moeilijk doen en in een parlandostijl laat hij de denkende mens aan het woord. Wat hij voelt, wat hij ziet en zoekt en wat hem laat nadenken kom je als lezer te weten. Inghels generaliseert en zet met zijn eigen leefwereld, met wat hij ziet en ervaart, een modern en actueel tijdsbeeld neer. De impressies die hij opdoet, de caleidoscoop aan beelden vloeien doorheen zijn gedichten en roepen een reis vol verrassingen op. Nostalgische terugspoelmomenten. Daarbij doen ook de gewoonten, de vaste gedragingen, de ingebedde automatismen hun intrede. De dichter wordt analyticus, voyeur en chroniqueur van wat rondom neer te pennen is. Hij is cynisch. Hij gebruikt satire. Hij verrast. Zijn prozaïsche stijl is meeslepend. Tof. Achter een schijnbaar simpel woordenspel gaan dubbele bodems schuil en het is aan de lezer om die te ontdekken en te appreciëren.
VOLKSTELLING OP 7 JANUARI 2015 OM 11UUR 29
Ik tel een jood op een brommertje;
een arme jood;
een jood onder de Eiffeltoren in Parijs die zegt: hehe, hier zou-
den ze eens een film moeten opnemen, zo romantisch;
eunuch onder de joden;
een jood die de draad kwijt is maar daar niet om maalt;
een jood die de sterren bestudeert met het oog op een toekomst
in een kolonie op Mars;
een opgezette jood;
een jood die zijn voorste tand breekt tegen het metalen kraantje
waar hij uit drinkt;
een vegetariër, ook jood;
een jood die voordringt in de rij bij de buurtsupermarkt;
een jodin die verlangend terugdenkt aan 1939 toen zij Miss
Amandel in haar geboortedorp werd;
een jood die een diamant is kwijtgeraakt ter waarde van
18 000 dollar;
een jood die zich voordoet als een moslim.
De gedichten worden monologen waarbij de lezer traagjes in trance geraakt. De dichter gunt je weinig rustpunten maar trekt je mee van observatie naar observatie, van tumult naar tumult. De beweging is belangrijk. De energie van de opwinding zal je als lezer voelen en de rit als in een roetsjbaan uitzitten. Maarten Inghels is vooral de eerlijke dichter; de schrijver die zich nergens achter verschuilt en dat ook niet hoeft te doen. Hij staat er. Ook in de 12 ingetogen intimistische gedichten o.a. in de cyclus Hymnen controleert hij ingetogen en strikt. Zijn gedichten onderscheiden zich door hun kracht en cadans. Hij ziet de broze, breekbare en onzekere mens en dat bewijst de fijngevoeligheid van een auteur die zelf een weg zoekt naar levensvatbaarheid. Moge deze Antwerpse stadsdichter zo mogelijk nog grotere voetstappen zetten dan zijn voorgangers al deden, dat zou mooi zijn.
Nieuwe rituelen, Maarten Inghels, De Bezige Bij, 2015, ISBN 978 90 234 9724 0
© Frank Decerf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten