Recensie
Frank DecerfZowat elke twee jaar verschijnt er een nieuwe bundel van Frank De Vos. In zijn nieuwste
Twijfelaars in bloei bewijst de dichter opnieuw van alle streken thuis te zijn. Cesare Pavese is kind aan huis maar ook Juan Gelman, Eloy Sanchez – Rossilo, Victor Hugo, Edgar Burke en Mario Ruopollo komen voor in de motto’s en spelen een rol in deze fijne bundel. Spelen doet deze dichter veel, én graag. De troubadour in hem is niet klein te krijgen. De Vos bouwt zijn bundel zorgvuldig en voorzichtig op. Behoedzaam. Een beetje zoals een kind dat weet dat de broze blokkentoren dat het bouwt uiteindelijk overeind moet blijven staan. Als
cement gebruikt hij - of was dat een idee van de uitgever of de lay-out-man - het verluchtende en verlichtend effect van diverse kunstwerken zoals o.a. de collage: Geheimnisse der Seele I, II, II, IV en V. De bundel is in zijn geheel opgedragen aan zijn vriend Stefaan D’Halleweyn.
De gedichten van Frank De Vos zingen. En blijven zingen. De Vos is als dichter een
trouvère die de eenzaamheid weglacht en gaten stopt in de dijk om erger te voorkomen. Hij keert terug in de tijd en laat nostalgische herinneringen opnieuw voor warmte zorgen. Als Frank De Vos
zijn passie preekt wordt ons luisteren beloond. De auteur legt zichzelf discipline op in deze bundel. Een strenge ordening zorgt voor stabiliteit. Hier is werk verricht. Mét vakmanschap. Elk gedicht leunt aan, ondersteunt en weet de plaats in te nemen waar het hoort te staan.
Twijfelaars in bloei bestaat uit 3 cycli.
In
Om het afscheid dat afscheid neuriet, komt vooral
de nostalgie naar de moeder aan bod. Zij belichaamt alles wat goed en veilig was.
De dichter bedankt. Door middel van zijn gepolierde woorden, een afgemeten taal en rake metaforen verheft hij de vrouw tot moeder van iedereen. Zij wordt de invulling van wat Frank De Vos zelf is geworden. Bij het schetsen van de ambivalente vaderfiguur fungeert vooral de twijfel als zoekende kracht. Een angstig afwegen primeert; een onvolledig samenzijn is het resultaat. Van het heengaan, het eigenlijke sterven maakt de dichter toch nog iets moois. In
La mélancolie, c’est le bonheur d’être triste (Victor Hugo) bezoekt de dichter zijn innerlijke wereld en onderwerpt zijn lotsbestaan aan een intern onderzoek. De Vos wordt microbe en gaat op ontdekkingstocht. Binnen de grenzen van zijn eigen levensloop gaat hij op zoek naar oplossingen. Deze oefening zorgt voor nog meer twijfel, onzekerheid en veel
vragende tekens. De relatie verliest elke vorm van rationaliteit.
De laatste cyclus heeft als titel:
Descripta. Historische figuren, schrijvers, beeldhouwers en andere kunstige lieden zetten Frank De Vos aan om hun arbeid te belonen met gave poëzie. Zij willen in zijn woorden en versregels verankerd worden. Ze zijn blij hem gevonden te hebben.
'
Zo kwam ze in mijn wereld met één oogopslag'
Bij een beeld van Hubert Minnebo, Middelheim, Antwerpen
En altijd komt ze terug, haar beeld
dat nooit verwelkt, haar blik in bloei.
Voor haar enclave staat mijn stilte
te kijken zonder naakte haast waar
ik mijn blijven samen noem.
Een oogopslag weet haar onder weifelende
wolken hijgen. Haar grijze zelf blijft menigvuldig.
Daar ben ik dichter aan een beeld geregen
met langzame woorden
bij die strakke handen op haar woelig kruis.
Twijfelaars in bloei is een bundel die voor poëtische zekerheden zorgt.
©
Frank Decerf
Twijfelaars in bloei, Frank De Vos, Uitgeverij P, Leuven 2014,ISBN 978-94-91455-49-0.