Pagina's

zaterdag 12 april 2014

Een bed - Philippe Cailliau


Altijd ligt een bed te wachten, altijd wordt, met
kruis of munt, de duisternis gesloten. Schroom
laat diepe sporen na: ontstaan is zo het
bekken van de mens dat wipt en wiegt, dat
schuifelt en naar handdoek ruikt, of vogelnest.
Het is nu late middernacht, de man die waakt

besluit zijn laatste ronde van de dag en ziet, geblust,
de dag gekarameliseerd in slaap en weer een dagje
ouder zijn. Hij trekt een handschoen uit, na elke vinger
nog een vinger, en de tweede handschoen. Tot
hij zich, naakt als laken, koud te ruste legt.

Ooit zal hij kiezen met beschaafde zorgzaamheid
voor zes gewatteerde planken in een open en
verweesd bestaan. Het is ook angst: dat langzaam
en alert ontwaken voor het krieken van de dag.
Dat vruchteloze wachten op verwarring van een
ochtend die, door wolken roet verduisterd,
ontspoorde treinwagons verdwijnen laat.

Leksgewijs vloeien veel schaamte en verlangens
uit de kranen van dit huis. Geen pan, geen emmer
vangt voortvluchtig vocht voor later. Want dit ledikant
dat droog blijft, zacht en kraaknet in de donkerte
na middernacht, wacht ieder etmaal op de man,
kreunt met geduld tot, in zijn rugzak, een vermoeide
herder in een droom zijn kleine klokken luiden laat.



©Philippe Cailliau


(Uit: Niets verloren, Kleinood & Grootzeer, september 2014)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten