Le Hourdel
Miljoenen minuscule speldenprikjes
smelten op mijn miezerjas. Mijn huid.
Beslaan het brillenglas en keren me
in mij, er valt hier veel te zien, voel ik:
zo dobbert zacht een schapenwollen
mist op een wateroppervlak van celadon.
Geen horizon, alleen ontkomen aan. Of
ondergaan, zoals de zeehondensociƫteit
aan de overzijde van de baai stipsgewijs
dat doet. Totdat de vloed in zijn
aanlandigheid mij ruggelings landinwaarts
stuwt, de luwte in. Waar droogte is,
behaaglijkheid. Een brede blik. En om
waar ik niet meer ben een onderhuidse spijt.
© Joost Hontelez
Geen opmerkingen:
Een reactie posten