Pagina's

donderdag 29 juni 2023

Julia's zoon - Bob Geurts van Kessel

‘De mariniers, serieus?’

            De zoon eet gulzig, met grote happen. Hij stouwt het voedsel naar binnen. Alsof hij haast heeft.

            ‘Kun je me vertellen waarom? Ik ben oprecht nieuwsgierig.’

            Julia duwt met haar vork tegen een aardappel.

            Hij is nog niet dronken. Misschien op het randje, maar hij moest moed indrinken. De zoon kijkt hem aan en antwoordt met volle mond.

            ‘Dat is een eervol beroep. Nuttig.’

            ‘Eervol…’ Julia zucht.

            ‘Daar kan ik inkomen’, zegt hij. ‘Maar het houdt ook in dat je mensen moet doodschieten.’ Het is geen vraag, maar wel zo bedoeld. Hij legt zijn handen open op tafel, met de palm naar boven.

            De zoon knikt. ‘Weet ik.’

            ‘Daar heb je geen moeite mee?’

            Julia staat op. ‘Voeren we dit gesprek nu echt?’

            ‘Het intrigeert me. Wil jij dan niet weten hoe hij denkt? Je moet hem wel serieus nemen.’

            ‘Ik neem hem serieus! Het is mijn zoon!’ Ze loopt naar de keuken, waar ze ruw de koelkast opentrekt. Flessen rinkelen in de deur. ‘Moet jij een biertje?’

            Dat zou nummer zeven zijn. Zolang hij ze nog kan tellen is er nog niets aan de hand.

‘Graag.’

‘Het is wel meer dan dat’, gaat de zoon verder. ‘Het is een way of life.

‘Ja.’

Julia reikt hem een flesje aan dat hij ontkurkt met behulp van zijn aansteker. Ze gaat weer zitten, met haar handen in haar schoot.

‘Heb je er al met je vader over gesproken?’ Het is een risico om de vader te noemen, maar het helpt ook om de verhoudingen zuiver te houden. Het is niet zijn verantwoordelijkheid om de jongen de les te lezen. Eerder andersom: iemand moet hem een kans geven zichzelf te kunnen zijn. Dat is een rol waar hij zich in kan vinden.

‘Zijn vader heeft geen recht van spreken.’ Ze zegt het stellig, zonder emotie.

‘Ik snap het wel’, zegt hij. ‘Hoe oud ben je nu, zestien? Je hebt nog tijd om erover na te denken. School afmaken. Of had je andere plannen?’

De zoon slikt en neemt een grote slok water. Hij veegt zijn mond af met zijn mouw, leunt achterover in zijn stoel. Hij kijkt naar zijn moeder, die daarop wegdraait en een haarlok achter haar oor stopt. ‘Mam…’

Julia doet nukkig, alsof zij het kind is.

‘Ik denk dat jullie elkaar best begrijpen.’ Het bier stijgt naar zijn hoofd, toch één te veel misschien. Hij legt zijn hand op Julia’s rug. ‘Zal ik koffie zetten?’

De zoon staat op en gaat op de bank zitten om zijn schoenen aan te doen.

‘Geen koffie? Ga je nog uit?’

‘Voetballen met vrienden. Bedankt.’

‘Hoe zou je het vinden als ik er straks nog ben, wanneer je thuis komt?’

Julia kijkt op. Ze wisselt een blik met haar zoon, die zijn schouders ophaalt.

‘Prima.’

 

© Bob Geurts van Kessel

Bob Geurts van Kessel (1976) is afgestudeerd neerlandicus aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, richting Moderne Letterkunde. Inmiddels heeft hij ook een tweejarige opleiding aan de Schrijversacademie afgerond.  Momenteel werkt hij aan zijn debuutroman en oefent hij zich - onder meer geïnspireerd door Raymond Carver - in korte verhalen, waarvan intussen een eerste is gepubliceerd in Elders Literair.

 

 


 


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten