Met de tafel als drijfhout tussen ons in
als drenkelingen aangewezen op elkaar
dobberen we zonder houvast
gehavend in een oceaan van pijn
met je baard lijk jij een bebost stuk land
mij zo vreemd vertrouwd
zijn we ooit geliefden geweest
elkaars haven om op adem te komen
als we averij opliepen op zee
onze sappen vermengd tot een
toverformule voor onze innige omhelzingen
elke centimeter afstand was er een te veel
nu zijn we schiereilanden
gescheiden van elkaar door
een zee-engte als een buffer
tussen onze botsende belangen
schots en scheve ijsblokken op drift
weg van elkaar in dit ijstijdperk
als ik een reddingssloepje laat
uitvaren naar jou met een SOS wimpel
waar ik mijn excuses dwars overheen schrijf
red je me dan met jouw liefdeswoordjes
waarmee ik nog elke nacht in slaap val
© Anne Verbanck
ik weet met zekerheid dat hier een ware taalvirtuoos aan het werk is.Prachtig Anne .
BeantwoordenVerwijderenIngrid Lenaerts