Een gedicht waarin de zinnen
ogenschijnlijk onbesuisd rondslingeren
en elk couplet lacht met ballast
en zwaartekracht.
Een gedicht dat in de regel zwaait en
buikdraait, dat tussen woorden als grijp-
baar en houvast het luchtledige verbeeldt,
uit een kiep of borstwaartsom altijd weer
de deelvlucht naar een volgende
strofe lukt. Een gedicht waarvan je
het haast jammer vindt dat er nog
een afsprong komt.
© Patrick Cornillie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten